Page 37 - oud rotterdammer week 32

This is a SEO version of oud rotterdammer week 32. Click here to view full version

« Previous Page Table of Contents Next Page »
In verband met de privacywetgeving wijst De Oud-Rotterdammer de lezers erop dat zij met het insturen van een oproepje akkoord gaan met het
vermelden van hun adresgegevens in de krant en daarmee tevens in het krantenarchief op het internet.
TANTE POST
De Oud-Rotterdammer - De krant voor de 50-plusser
Dinsdag 6 september 2011
pagina 37
Cruijff
Cees Bruijs stelt: “Hij (Cruijff) heeft,
behalve het opvallend getalenteerd
trappen tegen een bal, nog nooit iets
opzienbarends gepresteerd.” Cees Bruijs
(ex-zwager van Gerard Cox?) haalt
natuurlijk twee voetballers door elkaar, te
weten Cruijff en Maradonna!
Cees is natuurlijk het jaar vergeten dat
Cruijff Feijenoord kampioen maakte
(Gerard en Cees zaten toen vast niet op
de tribune). Daarnaast zet Cruijff zich
al jarenlang in voor de minderbedeelde
jeugd in de wereld door overal trapveld-
jes te realiseren via zijn foundation. Ik
durf dat rustig opzienbarend te noemen!
Dirk van Oosten
dirkvanoosten@koddevanoosten.nl
--------------------------------------------------
RFC
Als oud-bestuurslid (penningmeester)
van SC de Roef wil ik u mededelen dat
de teloorgang van RFC niet had hoeven
plaats vinden. In 1988 zijn wij (SC de-
Roef) verhuist van de Wijtemaweg naar
het complex van RFC aan de Essenburg-
singel. De eerste jaren ging het zowel
RFC als SC de Roef voor de wind. Beide
hadden een acceptabel ledenbestand.
RFC zelfs meer, want die had ook nog
jeugdelftallen. De verstandhouding on-
derling was ook redelijk. In 1994 of 1995
dienden zich de eerste moeilijkheden
aan voor RFC; bestuursleden die ermee
stopten, een teruglopend ledental en een
duurder wordende huishouding.
Met het toenmalig bestuur van beide
verenigingen hebben wij verschillende
vergaderingen belegd om uit te zoeken
of er fusiemogelijkheden waren en die
waren er. SC de Roef was zelfs bereid,
gezien de historie van RFC, de naam
en clubkleuren (groen/wit vertikaal
gestreept) te behouden.
Op een gegeven moment maakten wij in
een vergadering de afspraak van beide
verenigingen de balans van de laatste
drie jaar te overleggen om zo inzicht te
krijgen van de fnanciële toestand van
beide. De balans van SC de Roef was
over de laatste drie jaar zeer positief. Na
veertien dagen wachten liet RFC één dag
voor de vergadering telefonisch weten
dat de vergadering en het uitwisselen van
de balansen niet doorging.
Einde fusieverhaal. Ik denk dat, wanneer
RFC had doorgezet, er een stabiele ver-
eniging was ontstaan met een sterke basis
om in lengte van jaren verder te kunnen.
Er waren volgens mij van beide vereni-
gingen zo’n tien seniorenteams behouden
gebleven, alsmede de nodige junioren
teams. En dan had je volgens de KNVB
bestaansrecht. Ook de dienst Sport en
Recreatie, met aan het hoofd de heer
Weggeman, was het hiermee eens en
wilde alle medewerking geven om dit te
doen slagen. Doch RFC wilde dit niet.
Einde verhaal.
Rob Berkhout
Oud-penningmeester SC de Roef
Louis Davids
Gerard Cox heeft in zijn CC’tjes enkele
malen gesproken over het verdwenen
monument van Louis Davids. Hij zou
het graag terug zien op de plek waar
het verdwenen is. Ik weet niet waar het
gebleven is, maar heb wel een foto van
het monument. Deze voeg ik als bijlage
bij. Zo kan hij toch nog zien hoe het
eruit zag.
Mocht de foto eventueel in De Oud-Rot-
terdammer geplaatst worden dan graag
met naamsvermelding (zie hieronder).
Henny Hartog
Kroonkruid 14
Nieuwerkerk aan den IJssel
--------------------------------------------------
Paradijs
Er zijn in de loop der jaren al heel wat
verhalen in De Oud-Rotterdammer de
revue gepasseerd die herinneringen
opriepen aan mijn jeugd. Zo ook nu
weer in nummer 17 van 23 augustus jl.
Een foto van de Persoonshaven waar ik
heb gewoond op de nummers 89, 101 en
115. Zo’n foto wekt emoties op, want op
die grote vlakte van de Rosespoorstraat
speelden wij ons spel. Aan de lantaarn-
paal vóór de hoge huizen rechts werden
onze ‘gevangenen’ geketend bij ‘diefje
met verlos’. We konden vrijuit spelen tij-
dens het speeluurtje of vóór aanvang van
de lessen op de Mr.Th.Heemskerkschool.
Of het nu voetbal, diabolo, of koten was;
we hadden de ruimte, want van auto’s
hadden wij nauwelijks hinder. Alhoewel
het een héél ander gedeelte van Rotter-
dam betreft, wil ik toch ook onderschrij-
ven wat Pim Venhorst memoreert in zijn
artikel over het mooiste plantsoen in Rot-
terdam. Dat was inderdaad fantastisch;
maar weet Pim dan wellicht ook iets te
vertellen (ik ken z’n leeftijd uiteraard
niet) over het plantsoentje op de punt van
het Noordereiland tegenover de HAL,
waar het overvaarbootje een aanlegstei-
ger had? Dat was vóór de verwoestingen
tijdens de oorlogshandelingen. Het eiland
was toen immers veel langer en de punt
reikte wellicht tot waar nu de Erasmus-
brug ligt. Het plantsoentje lag vrij hoog
en in mijn beleving was dáár het paradijs
waarover ik tijdens de bijbelse geschie-
denislessen hoorde vertellen. Het was
mijn hemels plekje op aarde.
Voor zover ik mij kan herinneren is
er nooit eerder over geschreven in De
Oud-Rotterdammer en ik vraag mij af of
er toch ergens nog een foto van te vinden
is, en of er ook anderen zijn die zich deze
plek nog herinneren.
Joop Witkamp (1932)
Zuidersingel 174
2993 PR Barendrecht
witjowi@kpnmail.nl
0180-614330
Het Rotterdams
Burgerweeshuis
Mijn vader Tönjes Kaliën (1895-1957)
vertoefde van zijn 5e tot zijn 17e jaar
in het Rotterdams Burgerweeshuis. Hij
heeft ons veel over die tijd, begin 1900,
verteld. Dat was dus ver vóór de eerste
Wereldoorlog. De weeskinderen werden
eenvoudig maar goed gevoed, wat
opzichtig gekleed (iedereen moest wel
weten dat het weesjes waren en dat de
Regenten zulk menslievend werk deden).
Als de capaciteiten er waren, kregen
de wezen na de lagere school nog een
opleiding. De meesten hadden het wat
dat betreft dus beter dan ze het ooit als
burgerkinderen in die tijd zouden hebben
gehad .
Er was geen sprake van enige luxe,
behalve de sinaasappel met Kerstmis.
De kleintjes moesten dan langs de
Regenten en hun schortje ophouden.
Mijn vader ervoer dat zelfs als vijfjarige
al als zeer vernederend. Er is echter een
enorm lichtpunt in zijn sobere leven
daar geweest. De weesjongens hadden,
zolang zij in het weeshuis woonden, vrij
toegang bij voetbalclub Sparta. Stelt u
zich eens voor wat dat voor die kinderen
betekende.....
Mijn vader is altijd een grote en dankbare
fan gebleven. Zijn leven lang, tot zijn
helaas veel te vroege overlijden, ging
hij, samen met Leendert van Buitenen
(een eveneens zeer dankbare weesjongen
uit die tijd) ‘s zondagmiddags naar het
kasteel in Spangen. Het is een eeuw
geleden, maar alsnog ....Hulde aan
SPARTA!
Will Thurik
0618121812
0104505089
-------------------------------------------------
Hallo Rob Kroeze,
Ik kan me vaag herinneren dat deze
potpourri op bruiloften en partijen
gezongen werd. Mijn oom, Cor Segers,
accordeonist, kende de melodieën uit
zijn hoofd. Mijn moeders buurman, de
inmiddels 88-jarige Herman Hersbach
uit Schiedam, speelde ooit muziek en
was conferencier op feesten in Schiedam
en Rotterdam, Odeon, Ons Huis. Toen ik
hem gisteren het lied voorlas (hij is bijna
blind, dus kan niet meer lezen) begon
hij vrolijk mee te zingen. ‘Heb jij dat
vroeger ook gezongen Herman?’ Mooier
nog: ‘Dat heb ik samen met mijn zus zelf
gemaakt.’ Hij knetterde er nog wat tekst
tussenin. Ik denk dat meer Rotterdam-
mers zullen reageren en ik vermoed
dat zulke liederen vaker gemaakt zijn.
Succes met de zoektocht, mocht je meer
tekst willen weten dan zal ik proberen
die uit Herman Hersbach te halen.
Ook een leuk verhaal over Cosy Corner
waar ik gedurende mijn Schoevers
secretaressejaar1963/64 geregeld kwam.
Ach ja, beetje mutserig misschien met
de smyrnakleedjes op tafel, maar ik
vond het er gezellig, ik at er samen met
klasgenoten in de pauzes mijn door ma
klaargemaakte boterhammen -bijna niet
te geloven - bij een kop koffe. Dan kwa-
men ook de in colberts geklede heren
eten en lonken naar de Schoeversmeis-
jes. Er was blijkbaar ook een keuken,
mijn moeder van 91 beweert dat zij er
met mijn vader heerlijk heeft gegeten,
die spreekt dan wel over langer geleden.
In het Schoevers Handboek voor de
Secretaresse stonden o.a. adviezen over
duidelijk telefoneren, decent gebruik van
make-up, kledingvoorschriften als: een
twinset is handig, dan kan je je vestje
uitdoen, altijd nylons aan en niet op te
hoge hakken, dat leidt maar af. Eén wijze
raad van de Practicumlessen is me op de
diverse Rotterdamse kantoren vaak te
binnen geschoten: wanneer je wat met
een chef begint, vliegt er na een paar
weken altijd ééntje uit en dat is zelden
de secretaresse. Net als Felice gebruik
ik nog vaak steno voor een snelle
aantekening. Het blind typen (de eerste
les op de tonen van Chris Barber’s Petite
Fleure de toetsen GF-KL inknallen op
die ouderwetse typmachine) blijft handig
op de laptop. Ger Koedam doet het
trouwens prima in Ari, ik vraag me af of
hij zo vrolijk blijft lachen wanneer er nu
cursisten binnen komen met hun pakje
boterhammen.
Nancy Boersma-Segers
Zestienhovensekade 263
3043 KN Rotterdam
nancyboersma@hotmail.com
Weeshuis
De Oud-Rotterdammer van 23 augustus 2011 heeft op de voorpagina een uitgebreid en interessant artikel Een weeshuis op de
vlucht. Dat gaat over een op 10 september te verschijnen boek Het Moordrechtse Weeshuis, geschreven door Elly van Gelderen-
Kasbergen. Daarin staan vijftien verhalen van onder meer weeskinderen en begeleiders van het Gereformeerd Rotterdams Burger-
weeshuis aan de Goudschewagenstraat. Dat gebouw is op 14 mei 1940 verwoest, waarna zo’n tachtig wezen via een barre tocht
naar een leegstaand Weeshuis in Moordrecht werden overgebracht.
Eén van de beelden bij de ingang van het Gereformeerd Burgerweeshuis, het Weesmeisje, bevindt zich in gehavende staat thans
in Dresden. Daar maakt het deel uit van een op 14 oktober 2011 te openen monument Dresdenblick, dat de bombardementen van
de Tweede Wereldoorlog herdenkt. Met name die op Dresden, Rotterdam en het Poolse Wielun. Het beeld is verkregen van het
Historisch Museum Rotterdam (nu Museum Rotterdam). Bij het monument komen ook verhalen van twee Rotterdamse oog-
getuigen van het bombardement: Jaap Timmers, die toen brandweerman was, en Arend Jonker, die als schipperskind later ook de
bombardementen op Dresden, Duisburg, Keulen en Minden meemaakte. De weeskinderen van toen leven zo dus op verschillende
manieren in de herinnering voort.
Marleen van As
OorlogsVerzetsMuseum Rotterdam