Page 19 - De Oud Rotterdammer Week 32

Basic HTML Version

De Oud-Rotterdammer - De krant voor de 50-plusser
Dinsdag 21 augustus 2012
pagina 19
Recht door zee
Zij had heldere, blauwe ogen,
achter een bril met grote glazen, die
vorsend de wereld in keken. Daarbij
kon men haar gerust bij de zwaarge-
wichten rekenen; iemand die nergens
een probleem van maakte en recht
door zee was.
Zij exploiteerde een soort bazaar
met luxe artikelen, tevens maakte ze
op de zolder van het winkelpandje
lijsten voor borduurwerken enzo.
Ze had een verkoophulp in dienst,
want het inlijsten kostte veel aan-
dacht en tijd, en ze wilde niet telkens
naar beneden om klanten te woord
te staan. Als men daar binnen kwam,
hoorde je haar boven timmeren en
lopen over de krakende vloerplan-
ken. Soms riep de verkoopster naar
boven: “Mevrouw, wat kost dat
vaasje met die bloemetjes?”
Dan liep zij sloffend naar het trapgat,
keek over de rand en zei: “Drie
gulden en vijfenzeventig centen!”
Vervolgens ging ze zuchtend verder
met haar getimmer.
Barstensvol
Het winkeltje stond barstensvol,
maar zij wist precies wat alles kostte,
zowel in de in- als de verkoop.
Bij een tweede bezoek wist ik dat
niet. Zij stond achter de toonbank,
zag mij in de auto zitten, zette haar
handen op haar heupen en schudde
energiek met haar hoofd. Vervolgens
beduidde ze dat ik door moest gaan.
Ik besloot toch naar binnen te gaan.
“Ik zei toch dat je niet binnen moest
komen, ik koop niks, ik heb geen
centen!!”
“Maar mevrouw, ik wou eigenlijk
alleen even gedag zeggen.”
“Dat is niet nodig, ik heb geen tijd,
want ik moet lijsten maken.”
Informerend vroeg ik: “Heeft u de
schilderijen van vorige keer ver-
kocht, ik zie ze niet.”
Brutaal
“Dat gaat je niks aan!”, antwoordde
ze. Energiek stapte mevrouw naar de
trap om naar boven te gaan. Ze was
halverwege toen ik zei: “Mevrouw,
u bent een dief van uw eigen porte-
monnee als u nou niets van mij zou
kopen.”
Ze hield stil, draaide zich langzaam
om: “Ben ik een dief van mijzelf?
Waar haalt u de brutaliteit vandaan
dat tegen mij te zeggen!”
“Mevrouw, ik meen het. Het zou
zonde zijn als u niet even zou
kijken!”
Zij reageerde ongelovig: “Wat heb u
dan wel voor mij?”
“Ik heb weer een strandgezicht met
botters zoals de vorige keer en een
dorpsgezicht van Katwijk, geschil-
derd door Adri Verveen!”
Zuchtend kwam ze de trap weer
af en zei: “Laat maar zien, maar ik
koop niks, ik heb geen centen, ik heb
vandaag nog niks gevangen!”
Ik ging naar mijn auto om de
doeken te pakken. Snel pakte ik zes
schilderijen uit de auto met enkele
botters en de vuurtoren van Katwijk
erop van verschillende formaten dus
ook verschillende prijzen. Ik zette
de doeken neer en keek haar aan of
ik wilde zeggen: “Was het nou niet
zonde geweest als ik was doorgere-
den?”
Een beetje nors keek zij naar de
schilderijen: “Ik heb ze gezien,
verdwijn nou maar gauw naar Rot-
terdam; zoals gezegd, ik heb geen
centen!”
Handel
“Jammer”, zei ik en pakte de doeken
weer op. Ik liep naar de deur zonder
haar een hand te geven en hoorde
haar achter mij snuiven. Zogenaamd
niet nieuwsgierig vroeg ze: “Wat
moet dat allemaal niet gaan kosten?”
Ik antwoordde: “Ach mevrouw, u
weet, ik ben niet duur, er zit altijd
winst aan.”
“Zoals gezegd, vandaag geen handel,
maar wat kost eigenlijk dat strand-
gezicht?”
Ik zei de prijs, zij keek mij aan of ik
de grootste oplichter van Rotterdam
was en zei verontwaardigd: “Wat?
Zoveel? Pak het zooitje maar weer
op, je bent veel te duur, vorige keer
kostte hetzelfde strandgezicht zoveel
en nou ineens zoveel!”
Nu bleek dat ik een tientje duurder
had berekend dan de vorige keer.
Aderlating
Koortsachtig bedacht ik waarom het
een tientje duurder was en antwoord-
de: “Mevrouw, het ene schilderij is
het andere niet. Voor dit schilderij
heeft de schilder iets meer zijn best
gedaan; trouwens, er staan meer bot-
ters op, vandaar!”
Of het ter wille was voor mij zei
ze: “Ik wil dat schilderij wel kopen,
maar voor de prijs van toen, geen
cent meer!”
“Goed”, antwoordde ik, “maar ik
heb hier nog vijf doeken, ik kan
uiteraard wel wat aan de prijs doen
als u ze allemaal neemt.”
“Je denk zeker dat het geld op mijn
rug groeit, ik moet er ook hard voor
werken, maar wat gaat dat dan al-
lemaal kosten?”
“Als u ze allemaal neemt, geef ik u
5% korting.”
“Tien!”, antwoordde ze vinnig.
Alsof ik een grote aderlating liet,
antwoordde ik zuchtend: “Ik moet ze
dan maar hier laten.”
Ze stommelde triomfantelijk de trap
op om geld te halen. Voldaan dat
haar spel weer goed was uitgepakt.
Cees van Yperen
c.yperen1@chello.nl
Vroeger reisde ik vanuit Rotterdam met schilderijen door
het land. Vele doeken kocht ik van de bekende havenschil-
der Adri Verveen uit Schiedam. Zijn werken vonden gretig
aftrek bij kunsthandels en galerieën. Zo reizende ontmoet
je mensen die op alles commentaar hebben, in oppositie
zijn en daar een spel van maken, zoals een mevrouw in
Katwijk aan Zee, daar geboren en getogen met een onmis-
kenbaar accent, gepaard met een schelle stem.
Verschrikkelijke tijd in het Zeehospitium
Het hospitium werd geleid door
zusters die zeer streng waren en als
ik er nu nog aan denk, beleef ik die
verschrikkelijke tijd weer. Omdat ik
zeer besmettelijk was, moest ik in de
boxen (quarantaine) en heb daar drie
maanden in gelegen zonder verder
iemand anders te zien dan verple-
gend personeel en eenmaal in de
veertien dagen mochten mijn ouders
op bezoek komen, achter het glas
weliswaar, nooit dichtbij.
Destijds werd je niks verteld en ik
dacht dat ik straf had, alleen wist ik
niet waarvoor. Mijn broer, vier jaar
ouder, heb ik al die tijd een keer
gezien en dat was met mijn verjaar-
dag. Jongens en meisjes waren strikt
gescheiden, zelfs broer en zus. Na
drie maanden in quarantaine ging ik
op zaal en mocht alleen maar liggen
en eten en slapen.
Schoolles hadden we ook, met mijn
eigen boeken van mijn school kwam
er iedere dag een leraar op zaal met
een soort bakkerskar met een school-
bord en op mijn bed had ik een les-
senaar. Hierdoor heb ik geen klassen
gemist en toen ik terugkwam, mocht
ik in de vijfde klas verder gaan.
Koude badkamer
Op een avond (het was volle maan,
zal ik nooit vergeten) lag ik onder
het gordijn door naar de maan te
kijken en werd verrast door de
zuster, die mij uit mijn bed trok en
voor straf de hele nacht in de koude
badkamer liet zitten, een ziek kind
dat niet eens uit bed mocht!
Ook kreeg ik een keer van mijn tante
in Amerika foto´s toegestuurd van
mijn neef en zijn vrouw, die artiesten
waren. Deze foto´s mocht ik niet bij
mij houden, omdat ze slecht waren.
Foto´s van gezicht en hals waarop
verder niks te zien was! Brieven, die
wij ontvingen van familie, werden
eerst geopend en gelezen en brieven
die wij zelf schreven werden eerst
gelezen en daarna pas verstuurd.
Als ik hieraan terugdenk lopen de
koude rillingen over mijn lijf. Ik kan
alleen maar aan deze tijd terugden-
ken als een verschrikkelijke periode.
Namen van kinderen, die toen bij
mij op zaal lagen, weet ik niet meer,
die ben ik allemaal vergeten. Ik wil
die tijd graag vergeten, maar kan
het niet.
Joke Mylonopoulos-Blok
joke@take13.net
Als Rotterdams bleekneusje zou ik zes weken naar de bossen in Soest uitgezonden worden om een beetje aan te komen
en wat kleur te krijgen. Voor het echter zover was, moest ik eerst helemaal onderzocht en doorgelicht worden op de Baan.
Uit deze onderzoeken bleek dat ik open TBC had en gelijk in het ziekenhuis moest worden opgenomen. Das was oktober
1954. Alle familieleden en vrienden en klasgenootjes werden ook gecontroleerd en mijn jongste broer bleek een vlekje op
zijn longen te hebben. Hij werd toen opgenomen in het Zeehospitium Sint Jozef in Hoek van Holland. In januari 1955 ben ik
daar toen ook opgenomen, omdat dit voor mijn ouders makkelijker was om hun twee kinderen te bezoeken. Ik heb hier tot
juli 1956 gelegen.
- Een strandgezicht van Adri Verveen -