De Oud Rotterdammer Week 44 - page 9

“Een standbeeld voor mij? Krijg de
pleuris met je standbeeld riep Bep
toen”, lacht Aad Veerman bij deze
herinnering. “Piet Hein heeft een
standbeeld, ik heb er liever nog tien
jaar bij.” In 1992, 84 jaar oud, over-
leed Bep.
‘De bokser Van Klaveren is gestorven,
maar de legende leeft eeuwig voort’,
bedacht oud-bokser, bokspromotor en
liefhebber van de sport Aad Veerman.
Maar daar moest je wél iets voor doen,
wist hij zeker!
Het karakteristieke bronzen stand-
beeld, gemaakt door beeldend
kunstenaar Willem Verbon, kwam
er in nauwe samenwerking met de
deelgemeente Kralingen-Crooswijk
en staat op de Boezemsingel voor het
verzorgingstehuis Hoppesteyn; daar
waar de Koninginnekerk ooit stond.
Horeca-avond
Veerman stelde zijn organisatie samen
en twee jaar na de dood van Bep werd
het eerste memorial gehouden. De tien
keer die Aad zichzelf beloofd had,
werden natuurlijk gehaald. Altijd op
de maandag. De horeca-avond, net
als bij de Zesdaagse in Ahoy. “Lo-
gisch”, weet Aad Veerman. “Horeca
en boksen hebben van oudsher veel
gemeen. Na het weekend waren veel
horecazaken gesloten en dan ging de
kastelein naar het boksen in Odeon, de
Rivièrahal of Ahoy.”
Toen Veerman zijn beloofde tiental
had volgemaakt, namen zijn dochter
Louise en oud-sportverslaggever Ardie
den Hoed het stokje van de organisatie
over. En zij staan nu dus aan de voor-
avond van het 20ste Bep van Klaveren
Memorial.
Den Hoed is ook de schrijver van het
boek dat er moest komen. Een prach-
tig boekwerk met als titel ‘Hollands
greatest’, vol met ‘wereldverhalen’ en
foto’s van Bep en Aad.
Een paar jaar later verscheen er ook
nog een boekje met als titel ‘Bep van
Klaveren 100’. Story’s over Van Kla-
veren geschreven door 100 bekende
en minder bekende Rotterdammers.
Voorin beide boeken staat: ‘Niets uit
deze uitgave mag worden verveelvou-
digd zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van de uitgever’.
Wat nu? Dat bemoeilijkt wel het
schrijven van dit artikel. Terwijl
de meeste van die verhalen in heel
Crooswijk en de helft van de rest van
Rotterdam al eens zijn verteld. Maar
ja, copyright, ik kan me toch maar be-
ter beperken tot ‘eigen’ ervaringen…
Gelukkig zijn die er ook!
Bob Janse
Die ervaringen komen vaak uit de
beroemde sportzaak van Bob Janse
aan de Oostzeedijk. Bep was dan een
Crooswijker uit de Van Reijnstraat, hij
was zijn laatste jaren altijd bij Excel-
sior in Kralingen, hield op zijn manier
van de kleine voetbaloefenmeester
Bob Janse, liet zich op Woudestein
masseren door verzorger Toon IJzen-
doorn en miste geen thuiswedstrijd
van zijn club. Als de spelersbus
klaarstond voor vertrek naar een
uitwedstrijd, kwam Bep de bus in om
de spelers succes te wensen. Zelf ging
hij niet mee.
Tot op hoge leeftijd trainde hij da-
gelijks in het Kralingsebos en kwam
daarna vaak naar de sportzaak van
Bob Janse. Dat ging nooit onopge-
merkt! Bezweet en onder de modder
stond hij daar dan in z’n trainingspak-
kie te vertellen wat ‘ie nou weer had
meegemaakt.
Meur
Het gebeurde een keer dat Bep met
veel lawaai de zaak binnen kwam,
bezweet langs de toonbank rende waar
Bob Janse net een moeder met zoontje
een paar voetbalschoenen stond te
verkopen en hij riep: “Bob, ik mot effe
schijten.”
Verbluft zagen Bob en de klanten de
oude bokser in de smalle zaak naar
achteren rennen waar de WC was.
Bep erop, de deur helemaal open,
knetterende geluiden en even later een
minder prettige ‘meur’, die de kleine
sportzaak vulde. Doortrekken was er
niet bij. Bep rende langs de verbouwe-
reerde Bob de zaak weer uit en riep:
“Ik zie je morge ouwe lul.”
Bob Janse vertelde ook het verhaal
dat Bep een sigarenzaak had in de
Vlietlaan. “Schuin aan de overkant
was óók een sigarenwinkel. Bep had
in zijn winkel naast de etalage een
kleine vitrine waarin hij dagelijks de
krant ophing. Dat zag je in die tijd wel
meer. Voor de winkel op het trottoir
kon je dan je krantje lezen. Hij had al
een paar keer gezien dat een man in
de winkel aan de overkant z’n pakkie
half zware shag kocht, de Vlietlaan
overstak en bij hem voor de deur z’n
sjekkie draaide en Het Vrije Volk ging
staan lezen.
Het werd hem teveel. Bep werd
razend, deed de vitrine open, rukte
de krant eruit, pleurde het luikje weer
dicht, de volkomen verbaasde man
achterlatend, die nog naar een leeg
wandje stond te kijken.”
Bep van Klaveren won in 1928 goud
tijdens de Olympische Spelen in Am-
sterdam en werd in 2007 gekozen tot
‘grootste Rotterdammer aller tijden’,
ruim voor Erasmus en Pim Fortuyn.
Die laatste verkiezing was echt ‘appels
met peren vergelijken’. Maar de groot-
ste bokser die Rotterdam en Nederland
heeft voortgebracht, mag hij met recht
worden genoemd.
Nico Tempelman
Herinneringen aan The Dutch Windmill
Aad Veerman, Bep van Klaveren’s vriend tijdens en na het leven van ‘The Dutch Windmill’, nam
zich in ieder geval drie dingen voor toen het einde van Bep naderde. Een bronzen standbeeld van
de bokser ergens in Crooswijk was een must, een gedenkboek zou er komen en Aad ging tien keer
het ‘Bep van Klaveren memorial’ organiseren. Een groot, vaak internationaal, boksevenement, goed
voor de bokssport en ter nagedachtenis aan zijn oude vriend. Vandaar dat maandag 4 november het
20ste Bep van Klaveren Memorial wordt gehouden in het Topsportcentrum Rotterdam.
De Oud-Rotterdammer - De krant voor de 50-plusser
Dinsdag 29 oktober 2013
pagina 9
Bep van Klaveren op zijn tachtigste verjaardag met zijn vriend Aad Veerman
Veerman bij het stadbeeld van Bep
Dick van den Polder overleden
Oud-sportjournalist Dick van den Polder is in de nacht van 21
oktober overleden. Hij is 79 jaar geworden. Sport was zijn passie,
hij behoorde in 1954 tot de eerste betaald voetballers van Excelsior,
de ploeg die hij zijn leven lang trouw bleef. Maar hij was ook een
goede tennisser en speelde tot kort voor zijn dood op het gravel.
‘Dickie’ was goed in beide sporten, omdat hij altijd knokte voor de
winst. Als sportverslaggever werkte hij voor het Rotterdams Parool,
Het Vrije Volk en maakte daar de overgang naar het Rotterdams
Dagblad mee. Van den Polder werd algemeen gewaardeerd, en
gevreesd, om zijn voetbalanalyses die hij via Rijnmond Sport bij de
kijkers/luisteraars bracht. Na zijn pensionering maakte hij sport-
verhalen voor De Oud-Rotterdammer waar hij oud-collega’s weer
tegenkwam. Zelf heb ik met Dick op de sportredactie van Het Vrije
Volk gewerkt en met hem gevoetbald. Bij het zaalvoetbalteam van
de Rotterdamse Sportpers bijvoorbeeld. Niet altijd gemakkelijk,
want hij schold je stijf als je het in zijn ogen niet goed deed.
Dick vroeg mij drie jaar geleden om zijn werk bij deze krant over te nemen, omdat hij wist dat het niet langer ging. Typisch
Dick van den Polder; hij moest stoppen, maar zorgde wel voor een opvolger. Nee, Dick liet je niet zomaar in de steek.
Sterkte voor de direct betrokkenen namens alle medewerkers van De Oud-Rotterdammer.
Nico Tempelman
1,2,3,4,5,6,7,8 10,11,12,13,14,15,16,17,18,19,...28
Powered by FlippingBook