De Oud Rotterdammer Week 34 - page 9

interland werd 23 september 1956 in Essen ge-
speeld tegen Duitsland: er werd met 2-1 verloren.
Rond 1970 groeide de vraag naar damesvoetbal
sterk en ook bij RKSV Spartaan’20 kwam vanuit
de leden de vraag te starten met damesvoetbal.
Degenen die graag wilden voetballen waren voor-
al dochters of vrouwen van leden/donateurs en
hun vriendinnen. Uiteindelijk startte het bestuur
een Commissie Damesvoetbal, wat niet iedereen
binnen de club steunde. De voorzitter ontving
zelfs een (hopelijk ironisch bedoelde) brief waarin
stond dat de vereniging veel mannen telde die het
voetbal ‘zuiver wilden houden’.
Snel hadden zich echter twintig dames aangemeld
en men kon van start. Aanvankelijk werden de da-
mes getraind door twee voormalige eerste-elftal-
trainers en een speler van het eerste, maar al snel
werden alle begeleidende functies ingevuld door
Leo Leyten, die dat ruim twee decennia volhield.
De eerste (oefen)wedstrijd speelden de dames 27
februari 1972 tegen DCL (De Charloisse Leeuw).
Uiteindelijk steeg het niveau en werden de dames
ook actief in de zaalcompetitie. Zowel op het veld
als in de zaal kwamen de dames van Spartaan’20,
na diverse kampioenschappen, uit op een hoog
niveau. Ze brachten ook gezelligheid in de club
op trainings- en feestavonden en enige huwelijken
met mannelijke leden volgden. Vanaf het seizoen
83/84 startte Spartaan’20 ook met meisjesvoetbal.
Overigens spreek ik over damesvoetbal, zoals de
meesten, maar bondscoach Vera Pauw vond dat
denigrerend en noemde het steevast vrouwenvoet-
bal! Mijn vrouw heeft ruim 20 jaar gevoetbald en
wij vonden de term ‘dame’ niet beledigend. De
vrouwen die in 1972 bij Spartaan’20 begonnen
waren pioniers binnen hun vereniging en hebben
de Oranje-leeuwinnen ongetwijfeld gevolgd en
genoten van het plezier dat het elftal uitstraalde.
Want plezier blijft toch de basis, of je nu voetbalt
op amateurniveau of Europees kampioen kan
worden. En we hebben genoten van dat plezier.
Gefeliciteerd dames. Sorry, vrouwen.
niet, in die tijd, voor zichzelf gedragen kleding
van vriendinnen of familie te accepteren, maar
voor mij (Keesje) moest zo af en toe toch iets
nieuws worden aangeschaft. Maar wel pas als
het spaarbusje met het opschrift ‘kleding’ genoeg
reserves bevatte. Dan werd er op één van de voor-
noemde vierassers gestapt, richting Statenweg,
alwaar het filiaal van Esders Kleding gevestigd
was, om daar een eigentijdse plusfourbroek (drol-
lenvanger) te passen en aan te schaffen. En dat
was niet omdat de oude versleten was, je droeg
het alleen op zon en feestdagen, maar omdat ik er
uitgegroeid was.
Modebeeld
De verkoper deed zijn stinkende best bij die drol-
lenvanger een passend colbertje aan te praten, wat
meestal wel lukte. Ook attendeerde de verkoper
moeder er nadrukkelijk op dat het assortiment
kniekousen aan het huidige modebeeld voldeed en
zeker niet zou misstaan bij de nieuwe broek.
De nieuwe kleding moest natuurlijk aan de fami-
lie geshowd worden en na alle oh’s en ah’s te heb-
ben verwerkt, kwam natuurlijk de behoefte bij mij
op met de nieuwe broek aan buiten te spelen; de
buurtkinderen moesten tenslotte toch ook weten
dat ik nieuwe kleren had.
Waarschuwing
De waarschuwingen van moeders ten spijt, toch
vooral voorzichtig te zijn met de nieuwe kleding
kon niet voorkomen dat ik weleens met een gat
in de nieuwe broek thuiskwam na een partijtje
straatvoetbal, putje loop, bokkie springen, of
verstoppertje spelen. Eén tot twee weken niet
buiten spelen was dan de opgelegde sanctie. En
de broek werd door een buurvrouw verderop in
de straat, tegen een redelijke vergoeding, netjes
(onzichtbaar) gestopt. Nou ja... onzichtbaar? Maar
wel netjes!
Kees van Dijk
Vrouwenvoetbal
Esders op de tram
Met belangstelling volgde ik het zo
succesvolle EK-toernooi van de Oran-
je-voetbalvrouwen om te zien hoe het
niveau momenteel was van Nederland
en andere toplanden. Eerlijk gezegd
heb ik me daar de afgelopen jaren niet
echt voor geïnteresseerd, want bij het
laatst gespeelde WK vond ik Neder-
land nogal teleurstellend voetballen.
In 1895 werd in Engeland de British Ladies
Football Club opgericht en 16 april 1955 volgde
de Nederlandse Damesvoetbalbond (NDVB), die
later opging in de KNVB. De eerste officieuze
Als ik in een nostalgische bui mijn
assortiment boeken over (oud) Rot-
terdam aan het doorbladeren ben, kom
ik dikwijls foto’s tegen van ‘vierassers’
die bij de RET, eind jaren veertig, begin
jaren vijftig (van de vorige eeuw), in
gebruik waren. Deze trams voerden
dakreclames voor o.a. de Noorder
Glashandel, Loda bleek, Histor verven,
juwelier Leo van Ierland en de kleding-
winkels van Esders kleding.
Mijn moeder vond Esders een aangename winkel
om kleding voor mij te kopen. Zij schaamde zich
De Oud-Rotterdammer - Zorgspecial 2016
Dinsdag 22 augustus 2017
pagina 9
1976.Dameselftal Spartaan ‘20.Staand: L.Leyten,
H.Tolenaar-Brouwer,J.Koring,W.Belt,E.Heijnen,
A.Cox-Brouwer,Y.Schenk,C.Kok-Valkenburg.Geknield:
E.Trijzelaar,C.Stoop,A.Cox,G.Verstralen,Y.Valkenburg
Het was een door Aaij bedachte suc-
cesformule, die sinds 1986 voor pak-
weg tienduizend mensen per jaar een
betaalbaar uitstapte mogelijk maakte.
Zeker goedkoop voor wie beschikte
over de RotterdamPas. Die gelukkigen
konden voor 7,50 gulden meevaren en
kregen dan ook nog een kopje koffie
of thee.
Mensen als Dick (overleden) en zijn
vrouw Jeanne Aaij (hij voorzitter, zij
secretaresse/penningmeester van het
stichtingsbestuur) en mensen als Frits
Vergeer en Cor Willemse (beiden
overleden), Arie Hovestadt, Chris van
Asperen, de gebroeders Harry en Al-
bert Latooy, Wim Snijders, Aad en Ro-
ney Pronk (een Croosboothuwelijk),
Annie Brands, Frits Draad (bijnaam),
Johan van der Wouden, Guus Otte,
Klaas, Jan van Alphen, Iris Phaff-de
Vaal en nog een aantal anderen zetten
zich er zeven dagen per week voor in.
Leuk project
Ik vond het zo’n leuk project, dat
ik ook ben gaan meewerken. Niet
alleen als gids en achter de bar, maar
bovenal als pr-medewerker en voor
het strikken van sponsors. Binnen de
organisatie ontbrak het daar behoor-
lijk aan en ik voelde me bij dat soort
vrijwilligerswerk als een vis in het
water. Het timmeren aan de weg was
begonnen en maakte veel los: verf,
geld, ansichtkaarten om te verkopen,
veel publiciteit, extra subsidie van
tonnen in guldens. Kortom: het biets-
spel was op de wagen en de Croosboot
kreeg steeds meer respons, ook door
uitzendingen op radio en televisie. De
schepen konden worden verbouwd en
opgeknapt, er kwam een rolstoellift en
nog veel meer zaken die het comfort
maar ook de intimiteit verhoogden. Er
kwam ook een tweede route naar een
eigen steiger bij molen De Distilleer-
ketel aan de Voorhaven in Delfshaven.
Ook werd een Croosboot-cd geprodu-
ceerd met liedjes van tekstschrijver/
componist Peter Groenendijk en
ingezongen en ingespeeld door Cock
van der Palm, Eline Groenendijk en
Bert Nicodem.
Amsterdammertje
Ook kwam er een nieuw en groter
schip: De Reiger. Het ‘Amsterdam-
mertje’ lag te koop in de Berlijnse
voorstad Braunsweich. Dick Aaij,
Frits Draad, Frits Vergeer en mijn
persoontje zijn erheen gereisd en na
stevig onderhandelen en rekenen werd
het vaartuig gekocht. Een paar weken
later kwam het schip met veel panne
onderweg naar Rotterdam, waar werd
afgemeerd in de Leuvehaven. Dat was
in 1998. Na tien jaar vertrok ik na een
conflict.
Later begon de teloorgang van rederij
De Croosboot en hielden andere
vrijwilligers het meer en meer voor
gezien. Twee jaar later werd duidelijk
dat het zelfstandig niet verder kon.
Wethouder Dominic Schrijer (nu
burgemeester van Zwijndrecht) en
PvdA-fractieleider Peter van Heemst
ondernamen nog een reddingspoging,
maar tevergeefs. De Croosboot stierf
een roemloze dood na een faillisse-
ment. De herinnering leeft voort achter
de geraniums, waar nu velen zitten
die liever een tochtje met een van de
Croosboten zouden maken.
De Croosboot lag heel lang ongebruikt
te verpieteren voor de kant bij de wa-
tertoren van Kralingen en daarna - tot
nu toe - in de Leuvehaven. De Meer-
val vaart in Noord-Holland, De Fuut
koerst op de Binnenmaas in de Hoek-
sche Waard en De Reiger is nu een
varend restaurant van De Lindehoeve
op de Rotte bij Bergschenhoek. Voor
de schepen is het dus niet voorbij.
Rein Wolters
Rederij Croosboot helaas naar de kelder
In 1991 maakte ik kennis met het fenomeen Croosboot, een geweldige organisatie van vrijwilligers
die betaalbare vaartochten maakten over de Rotte tussen Crooswijk en restaurant Meer en Bos
in Bleiswijk. Op de ponton aan de Linker Rottekade interviewde ik toen Dick Aaij, de stug overko-
mende voorzitter van Stichting De Croosboot. In werkelijkheid was hij dat niet. Het verhaal van de
vrijwilligers, hun schepen De Croosboot, Fuut en Meerval en hun rondvaarten van vier uur naar de
Rottemeren en terug is genoegzaam bekend.
De Meerval voer twaalf keer per week van Crooswijk naar Meer en Bos.Foto Rein Wolters
Door het opendraaien van een afsluiter verdween een deel van de ponton naar de bodem van de
Rotte.Foto Rein Wolters
1,2,3,4,5,6,7,8 10,11,12,13,14,15,16,17,18,19,...20
Powered by FlippingBook