DE OUD UTRECHTER WEEK 42 - page 13

In de serie Brand Los!
vertelt brandweerman Cor
(Cor Kraaijenhagen) over
zijn jarenlange ervaringen
bij de Utrechtse brandweer.
Reageren mag, brand los
en stuur uw verhaal naar:
redactie@deoud-utrechter.
nl of als een brief naar De
Oud-Utrechter, Postbus 615,
3500 AP Utrecht.
Ik vond daar het bericht van zijn
overlijden, dat bij dit verhaal is
afgedrukt. In de editie van 1 oktober
1933. Alleen was de naam niet goed
weergegeven. Het moet zijn: H. J. van
der Graaf (Hendrikus Johannes). Opa
Van der Graaf heeft bepaald geen saai
leven gehad. Hij was en voelde zich
een arbeider en was daarom actief lid
van de SDAP (Sociaal-Democratische
Arbeiderspartij, de voorganger van de
Partij van de Arbeid). Soms vind ik
het jammer dat ik niet in zo’n gezin
ben opgegroeid, bij zulke idealisten.
Internationale
In het gezin Van der Graaf speelde
muziek een grote rol. Liederen van
Schubert klonken dus naast de Inter-
nationale. Opa Van der Graaf week in
gunstige zin af van veel mede-arbei-
ders. Mede door zijn contacten met de
passagiers had hij zich ontwikkeld. In
het Utrechts Nieuwsblad van 29 no-
vember 1941 wordt iets uit het maand-
blad Oud-Utrecht geciteerd als men
het heeft over het overhaalschuitje:
“Ruim 30 jaren geleden voer het
bootje, waar nu de Bartholomeüs-brug
ligt, ter verbinding van de binnenstad
met den singel; de buitenwijken be-
stonden toen nog niet .De voornaamste
passagiers waren dan ook de studenten
van het oude
(Academisch)
Ziekenhuis. De
kliniek dateert
van later. Hoewel
er natuurlijk niet
zo veel medici
waren als thans,
had de man die
het schuitje be-
diende op gezette
tijden het erg
druk met ons. We maakten het hem
dikwijls moeilijk, als we na afloop van
ons werk ‘s middags naar de sociëteit
gingen en er dikwijls te veel in het
schuitje wilden; we werden dan ook
teruggestuurd. Later werd deze man
brugwachter op de Bartholomeüsbrug.
De eerste maal dat De Graaf, - zo
heette hij - mij zag, zeide hij: ik
ken jullie allemaal precies en bij
studentenfeesten ga ik altijd naar den
intocht kijken, dan zie ik massa’s
oude klanten.Hij vertelde hoe vele
malen hij Prof. Talma, Dr. Brondgeest
en Dr. van der Meulen, onze oude
leer-meesters nu nog goed bekend, had
overgezet en hoe gemoedelijk toen
alles toeging”.
Tenslotte nog twee berichten uit het
digitale archief van het Utrechts
Nieuwsblad:
UN 24 augustus 1895: Gisterenavond
ontstond er circa 8 uur een paniek in
het overhaalschuitje aan het Ster-
renbosch. Bij het uitstappen van het
schuitje verloor een man het even-
wicht en viel in het water, in zijn val
een meisje medeslepende. De over-
haalder sprong onmiddellijk te water,
en bijgestaan door een paar personen,
slaagde hij er in beide drenkelingen op
het droge te brengen. De overhaalder
nam met het natte pakje aan het lijf,
zijn dienst verder waar”.
UN 13 juli 1896:
“Al te haastig,
Een jeugdig visscher wilde giste-
renavond het overhaalschuitje bij de
Smeestraat uitspringen, toen dit reeds
afgevaren was. Hij sprong precies in
het water. Niet dan met veel moeite
gelukte het hem weer op het droge te
komen”.
Fred London
Beusichem
0345 - 501493
Overhaalder en mensenredder
In jaargang 4 nr. 17 van dit onvolprezen blad staat een artikeltje van mijn hand over mijn opa, die
stadsveerman was op het overhaalschuitje over de Catharijnesingel. Aan dat vrij sumiere ver-
haal wil ik graag nog iets toevoegen. Ik ben wat aan het struinen gegaan op het internet, bij het
Utrechts Archief en ook nog in het digitale archief van het Utrechts Nieuwsblad.
De Oud-Utrechter - Dé gratis krant voor de echte Utrechter
Dinsdag 14 oktober 2014
pagina 13
Het was een zaterdagochtend in mei
1996. Er waren tegen elf uur zo’n
2500 bezoekers in de veiling aan de
Utrechtseweg waar op dat moment de
Zwarte Beurs werd gehouden. Twee
jonge jochies, broertjes van zeven en
negen jaar oud uit Lekkerkerk, waren
daar met hun ouders en ze ontmoetten
een jochie van een jaar of tien die daar
met lucifers aan het spelen was. Hij
streek ze af en gooide ze weg. Ze von-
den het stoer en interessant. Maar het
duurde niet lang of er raakten enkele
plastic kratten, zogenoemde plantenfus-
ten, in brand. De vlammen veroor-
zaakten een enorme rookontwikkeling,
maar ook zo’n hitte, dat de kunststof
gevelplaten over een lengte van twintig
meter wegsmolten. Paniek! Iedereen
moest zo snel mogelijk naar buiten.
Veel standhouders weigerden in eerste
instantie gehoor te geven aan de oproep
van de politie en brandweer om het
pand snel te verlaten. Zij wilden eerst
hun koopwaar inpakken en meenemen.
Pas na enig aandringen verlieten zij
zonder hun spullen de hallen.
De brandweer kon met moeite bij de
plaats van de brand komen, doordat er
zoveel auto’s van standhouders en be-
zoekers geparkeerd stonden. Daardoor
liep het blussen enige vertraging op.
De brand bleef gelukkig beperkt tot de
buitengevel van de achterzijde van de
parkeerhallen waar de entree van de
Zwarte Beurs was.
Directeur J. Brockhoff vertelde dat de
brand aan de buitenzijde woedde en de
mensen die dicht bij de gevel stonden
nog tijdig hun spullen konden wegha-
len. Veertig brandweermensen hielpen
bij de bluswerkzaamheden. De leiding
had commandant J. van Nederveen van
het korps Vleuten-De Meern. Ook werd
assistentie verleend door de Utrechtse
en regionale brandweer en door de
bemanning van een bluswagen uit
Nieuwegein, die op de terugweg van
brandweerwedstrijden in Maarsbergen
net langskwam.
Tijdens de brand had een bezoekster
haar hart vastgehouden. Vlak bij de fik
stond haar brommer en die ze net had
volegooid met benzine. “Ik dacht nog,
die kan elk moment ontploffen. Kijk
die achterkant is helemaal hobbelig en
mijn helm is ook half gesmolten!”
Jeanet Kuyf uit Nieuwkoop hoorde het
verhaal van de bromfietsster gelaten
aan. Ze zat rustig te wachten tot het
sein “brand meester” werd gegeven en
zij haar tweeduizend blikjes frisdrank,
kleding en wat rommel uit de hal kon
halen. Zij vond dat er van paniek niet
echt sprake was geweest. “Ik zag eerst
wat mensen heen en weer rennen en
schreeuwen en toen duidelijk was dat
er brand was uitgebroken, ging alles
eigenlijk vrij ordelijk. Gelukkig waren
er voldoende vluchtwegen.” Anderen
vertelden dat ze graag hun koopwaar
naar buiten hadden willen slepen,
omdat ze bang waren dat het zou ver-
branden en dat zou een strop zijn. En,
heel belangrijk, de geluidsinstallatie
kraakte zo, dat amper te verstaan was
wat er werd omgeroepen. Pas na een
kwartier kregen de mensen door dat het
een dringend verzoek was zo spoedig
mogelijk de hal te verlaten! En die
jochies? Daar werd verder niets meer
over vermeld. Die zijn inmiddels rond
de dertig en zullen het zich alle drie
nog best herinneren!
De tip voor deze keer: Houd uw kin-
deren en kleinkinderen in de gaten. We
bergen koek- en snoeptrommel op, om-
dat ze niet teveel mogen snoepen, maar
laten lucifers, aanstekers en gevaarlijke
stoffen vaak binnen handbereik liggen.
Kinderen blijven onberekenbaar en
zien het gevaar niet.
M’n brommer is half gesmolten!
Kattenkwaad noemden mijn ouders het vroeger als ik voetbalde
waar het niet mocht en de politie me voor straf een paar uurtjes
meenam naar het bureau om “na te denken over mijn zonden”.
Mijn ouders lieten me bewust een tijdje zweten en kwamen me
niet meteen “bevrijden”. Leuk was anders, maar ik leerde er wel
van! Ik denk dat veel lezers van dit verhaal weleens iets hebben
uitgespookt wat niet mocht van de ouders. Maar de jochies in het
volgende verhaal waren wel heel verkeerd bezig!
Als stadsveerman
Het bericht van overlijden in de krant
1...,3,4,5,6,7,8,9,10,11,12 14,15,16
Powered by FlippingBook