Skip to main content
Green Button

Ingezoomd

woensdag 22 okt 2025

Wat een wereldreis met de ‘Willem Ruys’

Na mijn opleiding Hofmeester voor de Koopvaardij en enkele reizen te hebben gemaakt bij de Holland-America Line, monsterde ik in 1962 en 1963 aan als salon-steward op het ms. “Willem Ruys”, het vlaggenschip van de toenmalige Koninklijke Rotterdamsche Lloyd. Een prachtig passagiersschip met een accommodatie voor ruim duizend passagiers.
Vertrek van de ‘Willem Ruys’ uit Rotterdam voor een cruise. (foto: Herbert Behrens, Anefo/Nationaal Archief)

De “Willem Ruys” maakte per jaar vijf wereldreizen en eenmaal per jaar “vierweken cruises” naar het Middellandse gebied, Canarische eilanden en de Azoren. De wereldreis duurde negen weken met veel Europese “Round Trippers” aan boord. Vertek vanaf Rotterdam naar Southampton, daarna Port Said, vervolgens door het Suezkanaal naar Ceylon (Sri Lanka) Colombo – Singapore – Australië, Sydney en Melbourne – New Zealand Wellington- het eiland Pitcairn. Daarna de grote oceaan-oversteek naar Peru Callao/Lima – Panamakanaal Balboa en Cristóbal – Haïti Port Au Prince– De Bahama’s – Miami/ Port Everglades – New York – Southampton – Rotterdam. Kapitein van de Heuvel en zijn volledige bemanning zullen een zucht van verlichting hebben geslaakt toen de Willem Ruys bij terugkeer van de derde rond-de-wereld-reis in 1963 aan de Lloydkade afmeerde.

Geboorte

Deze “derde wereldreis” met moment van vertrek op 1 augustus bracht dertien dagen later het eerste vermeldenswaardige feit. Een geboorte op volle zee op 13 augustus om middernacht sprongen vier jonge Turkse poesjes het “ruige” zeemansleven in. De doopplechtigheid van Tommie, vernoemd naar onze werkhofmeester Tom Wight, Amsteline, Bredaatje en Heinekenlotje vond plaats in de Golf van Aden onder het genot van een stevig glas Amstel, Breda of Heineken. Twee dagen eerder sprong een dronken Duitse passagier overboord, die kon niet meer gered worden. Verdere gegevens ontbraken voor de bemanning i.v.m de privacy.

Tijdens de grote oversteek van New Zealand naar Peru, brak er halverwege een kleine brand uit in de machinekamer. Grote paniek onder de passagiers. Het licht viel even uit. Als bemanning moesten wij naar onze secties om de brandvrije deuren, compartimenten te vergrendelen en iedereen zoveel mogelijk gerust te stellen. Een klus die je, als jongeman, niet in de koude kleren ging zitten met huilende kinderen en verontrustte ouders. Tijdens deze reis hadden wij toevallig veel Australische, Engelse en Nederlandse emigranten en verlofgangers aan boord. Gelukkig was de brand na twee uur geblust.

Verstekeling

In reddingssloep 19 werd in het Panamakanaal een 47-jarige Cubaanse verstekeling ontdekt. De man had zich in Balboa, begin van het Panamakanaal, aan boord van de Ruys verstopt met het doel gratis naar zijn vrouw in New York te varen. “Ik heb ruim twee jaar op Cuba in een concentratiekamp gezeten omdat ik tegen Fidel Castro was en 46 uur tot aan mijn kin in de olie gestaan toen ik als verstekeling aan boord van een tanker van Havanna naar Panama ben gevlucht met slechts vijf dollarcents op zak” luidde zijn verhaal. Deze extraverte en drukke Cubaan vertelde zo met volle overgave dat iedereen tranen in de ogen kreeg.

De verstekeling had gevoel voor humor. Toen de kapitein hem vroeg: “En wie betaalt uw reis?” gaf hij als antwoord: “Dat laat ik graag aan u over kapitein”. En toen een van de bemanningsleden vroeg: “Hoe voelt u zich nu aan boord van een Nederlands schip?” Antwoordde hij: “Hongerig meneer, erg hongerig”.

In Miami verloor hij echter veel sympathie toen de FBI hem kwam verhoren en ontdekte dat hij als smokkelaar in verdovende middelen al eerder de Verenigde Staten was uitgezet. Omdat de volgende haven New York was en de Cubaan niet de VS in mocht, werd hij opgesloten in de scheepscel en door een bewapende politieman bewaakt tot vertrek naar Nederland. Kosten omgerekend in guldens tegen elf gulden per uur. Aangekomen in Rotterdam is hij door de Lloyd op een vrachtschip gezet en richting Panama vervoerd, de plek waar hij als verstekeling aan boord was gekomen.

Doop uit roomkannetje:

Tussen Miami – Port Everglades en de Bermuda’s werd emigrantenzoon Richard ten doop gehouden. Zijn ouders, een Nederlands emigrantenechtpaar uit Australië, wilden hun zoon in het bijzijn van de grootouders tijdens hun vakantie in Nederland laten dopen. Kapitein van de Heuvel, een gelovig katholiek, vond het een geweldig idee om de doop op volle zee te laten plaatsvinden.

Onze scheepsaalmoezenier verrichtte de plechtigheid met een roomkannetje uit de salon. Als klap op de vuurpijl werd in New York een bemanningslid opgepakt met verdovende middelen. Na het incident met de Cubaanse verstekeling en de sanctie van de F.B.I was het schip “Besmet” verklaard. Tenslotte onderzocht de Z.G. “Zwarte Brigade” van de Amerikaanse narcoticabrigade het schip van onder tot boven en niemand van de bemanning mocht van boord.

In Rotterdam aangekomen kregen wij kort daarna de kennisgeving, dat de Willem Ruys per januari 1965 van de vlootsterkte zou worden afgevoerd, waarmee een einde kwam aan de passagiersvaart van de Kon. Rotterdamsche Lloyd.

Achillo Lauro

De Ruys werd verkocht aan de Italiaanse rederij Lauro Line en zou na een grondige verbouwing gaan varen onder de naam “Achillo Lauro”. Weinig cruise-schepen zijn zo vaak getroffen door rampspoed als dit schip. In 1972 werd aan boord in Genua brand gesticht waarbij enkele werfmedewerkers en brandweerlieden gewond raakten. Drie jaar later werd het schip in de Dardanellen, de zeestraat van Turkije, geramd door een Libanees vrachtschip. Aan Libanese zijde vier doden en een flinke schade aan de Achillo Lauro. In 1981 brak er voor de tweede keer brand uit bij de Canarische eilanden. Twee passagiers kwamen om het leven. Een jaar later, alweer op de Canarische eilanden, werd het schip voor een jaar aan de ketting gelegd door schuldeisers. Een kaping in 1985 door Palestijnse commando’s waarbij één passagier, de joodse Amerikaan Leon Klinghofer in zijn rolstoel werd vermoord en over boord werd gegooid. Zijn lijk spoelde dagen later aan op het strand bij Syrië. In 1995 brak brand uit op ongeveer tweehonderd kilometer uit de kust van Somalië en zonk na enkele dagen. De meeste passagiers konden gelukkig worden gered.

Geluk bij een ongeluk

Deze ramp dupeerde niet alleen de gestrande passagiers voor de Somalische kust, maar ook zo’n honderd oud-bemanningsleden van de toenmalige “Willem Ruys”. Zij boekten enkele weken voor de ramp, ter ere van hun twintigste reünie, een korte Middellandse cruise op de ”Achillo Lauro”. Dat zij door het zinken van het schip wellicht het e.e.a bespaard is gebleven, zal je gelukkig nooit weten.

Ton Kuster

tonkuster@hotmail.com

Reacties (3)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *