Page 11 - oud rotterdammer week 38

This is a SEO version of oud rotterdammer week 38. Click here to view full version

« Previous Page Table of Contents Next Page »
De Oud-Rotterdammer - De krant voor de 50-plusser
Dinsdag 20 september 2011
pagina 11
Zijn vader en moeder wisten van
niks. Toen hij vijf jaar later weer
voor de deur van het ouderlijk huis
in Rotterdam stond, werd Ben aan-
vankelijk niet eens herkend. “Ik had
bebop haar, van dat korte stekelhaar
dat een beetje naar voren staat, ik
droeg een blazer met embleem,
en had een grijze broek aan met
smalle pijpen. Dat was in Nederland
helemaal niet bekend. Ik was totaal
ver-Engelst. Mijn ouders
stonden boven aan de trap
en vroegen wie ik was.”
Willem Duys
Ben Rinia (1939), ge-
boren in Amsterdam en
opgegroeid in Rotterdam-
West, Rotterdam-Zuid en
Overschie, mag dan weinig
aansporing hebben gekregen
van zijn ouders, hij is bijna zijn hele
leven beroepsmatig met muziek
bezig geweest. Toen hij rond 1960
van zijn Engelse avontuur terug-
kwam in Rotterdam, is hij eerst in
jazzbands van anderen gaan spelen,
zoals in The Dazzling Jazzband en
de The Sincere Jazzband, maar al
gauw begon hij naar het voorbeeld
van Louis Armstrong een zogeheten
‘hot five’. Een band van drie blazers
en een bescheiden ritme-sectie van
piano en banjo. The Crescent City
Stompers.
In 1965 richtte Ben, met de over-
blijfselen van de opgedoekte Sincere
Jazzband, Magnolia Jazz Group
’65 op, een met bolhoeden getooide
groep zonder piano, geïnspireerd
op de Engelse pionier
van de traditionele jazz
Chris Barber. Leden van
het eerste uur, naast Ben
op trombone: Bert Ruyl
(trompet), Peter van de
Kamp (klarinet en sax),
Gerard Kortrijk (banjo),
Willem Leroux (bas) en
Hans Ramaer (drums).
Magnolia had snel suc-
ces.
“Binnen drie, vier maanden hadden
we al een lp bij het gerenommeerde
merk Decca, en we stonden al snel
bij Willem Duys in Voor de Vuist
Weg. Dat was wat. Gelijk daarna
gingen we naar Comblain-la-Tour,
het grootste jazzfestival van Eu-
ropa.”
In Rotterdam speelde Magnolia met
zekere regelmaat in B-14, bij Paul
Karting. En in de Hazzebas, in de
Jonker Fransstraat. Verder waren de
zes heren kind aan huis bij de Spido
en was er emplooi in jazzclubs, bij
studentenverenigingen en op jeugd-
sociëteiten.
Ben: “En we deden enorm veel be-
drijfsfeesten. In Palace bijvoorbeeld.
Op zo’n feest daar hebben we André
van Duin nog meegemaakt, met
een BasF-recorder op een tafeltje.
Wij speelden dan dansmuziek. En
we stonden in de Rivièrahal, met
de Alberti’s, de jongens van het
Cocktail Trio en René Sleeswijk.
Schouwburg-Zuid ook. Met Anneke
Grönloh, Boudewijn de Groot, en
the Sheperds. In dat circuit zaten
we geregeld. We hadden best veel
werk.”
Van de opkomst van de beatmu-
ziek heeft Magnolia niet echt ‘last’
gehad. Het verdroeg elkaar. Ben:
“Popgroepen van toen waren altijd
uitermate verbaasd als ik ze wel eens
mijn agenda liet zien.”
Toch viel in 1972 het doek. Mede
als gevolg van het overvloedige
drankgebuik binnen de band.
Radio Luxemburg
Na het eind van de Magnolia’s heeft
Ben Rinia nog een tijd goede zaken
gedaan met twee antiekwinkels
in Zuidland, maar uiteindelijk is
hij weer muziek gaan maken, met
achtereenvolgens de Yerba Buena
Jazzband, de Yerba Buena Hot
Five en uiteindelijk de Ken Colyer
Memorial International Jazzband
waarmee hij nog steeds optreedt
door heel Europa.
Hij denkt nog wel eens terug aan
hoe het allemaal begon. De Ameri-
kaanse platen die hij bij een vriendje
in Overschie hoorde, de stem van
Pete Felleman op Radio Luxemburg,
de eerste keer dat hij op de radio
dixielandmuziek hoorde, de ruzies
met zijn ouders over die ‘herrie’-
muziek, zijn eerste optredens in een
sportzaaltje achter de Lantaren in de
Gouvernestraat, en toen die ‘vlucht’
naar Engeland.
Dat hij – op z’n vijftiende – vond
dat zijn ouders zijn ‘carrière’ in de
weg stonden, vindt Ben achteraf een
lachertje van jewelste. Maar hij is
gegaan. En na allerlei strubbelingen
mocht hij Engeland binnen. En
op naar Londen ging hij, waar het
nog niet zo makkelijk bleek om het
hoofd boven water te houden. Ben
heeft nog ’s nachts schoonmaakwerk
gedaan in de underground. En naar
eigen zeggen had hij zeker in de
eerste maanden door de honger geen
ontlasting.
Maar het is allemaal goed gekomen.
“Ik heb in Engeland de opkomst
meegemaakt van allerlei grote
bands. Van Chris Barber, Ken
Colyer, Mr. Acker Bilk, Kenny Ball.
Ik heb ze allemaal gezien, en met
verschillende heb ik nog gespeeld
ook. Het was een grandioze tijd.”
Ben Rinia & Magnolia Jazz Group ‘65:
“Mijn ouders stonden boven aan de trap en vroegen wie ik was”
Het was een nogal rigoureus besluit dat Ben Rinia in 1954 nam. Hij was
vijftien jaar oud, ‘speelde’ twee jaar cornet, was gegrepen door de jazz,
trad geregeld op en vond dat zijn ouders ‘zijn carrière in de weg ston-
den.’ Met een verlopen paspoort en te weinig geld op zak nam hij de
boot naar Engeland, zijn favoriete muziek achterna.
Een paar mensen zullen ontbreken.
Bassist Wim Leroux is al lang geleden
overleden, Wybe Buma ging in 1998 en
Ray Kaart is in januari van dit jaar toe-
getreden tot het grote orkest daarboven.
Maar verder is iedereen getraceerd. En
iedereen komt. Ook de leden van het
zogeheten ‘Magnolia Support Centre’,
een van ironie doortrokken fanclub die
de groep in de jaren zestig volgde. Ben:
“Die fans gingen ons overal achterna
met bolhoeden, hoge hoeden en in
jacquet.” Geregeld organiseerde de club
ook avonden voor Magnolia in ‘t Slag
(op Zuid) en in Falstaff (in het Rijnhotel
aan de Mauritsweg). Ben: “Op die
avonden speelde wij gratis. Vaak was
dat na afloop van een concert elders.
Zaten daar 200, 300 man. Dat werd vaak
één grote happening.” Op de reünie
verheugt Ben zich zeer. “Dat wordt een
aardig weerzien. Ik kijk ernaar uit.” Die
reünie gaat ondergronds plaatsvinden, in
de voor sommigen wat lastig te vinden
Jazzclub C5, aan de Schiehaven 11,
vlakbij het kermisterrein. Aanvang op
zaterdag 1 oktober: 19.30 uur.
Muziekschool Melodia
Eerdere verhalen op deze pagina over
de Rotterdamse Muziekschool Melodia
krijgen een wonderlijke wending door
de reactie van lezer Cor de Waard
(1925) uit Doetinchem. Ook daar
wordt De Oud-Rotterdammer blijkbaar
gelezen. Van 1941 tot 1962 exploiteerde
Rinus Remijn aan de Spangeschekade
21, in Rotterdam-Spangen, aan huis,
zijn Muziekschool Melodia. Uit die
muziekschool zijn heel wat hawaiian
bandjes voortgekomen, onder meer The
Melodia Hawaiians, van de twee zoons
van Rinus, Cor en Roel.
In gesprekken met allerlei betrokkenen
had ik al iets gehoord over het al dan
niet ‘fout’ zijn van de school in de
oorlog. Tijdens de oorlog zou er een
gerucht zijn geweest over NSB-banden
van Melodia. Maar na de bevrijding zou
juist zijn gebleken dat de school een rol
had gespeeld in het verzet. Hoe zat dat?
Dat van de NSB was niet meer dan een
gerucht, verzekert Cor de Waard. Hij zat
zelf in het verzet en kwam in verband
daarmee geregeld bij Rinus Remijn. De
muziekschool was wat in verzetskringen
een ‘brievenbus’ heette. De Waard zat
aanvankelijk bij het verzet in Doetin-
chem, maar vluchtte daar in september
1942 nadat hij te horen had gekregen dat
hij was verraden. Hij werd in Rotterdam
ondergebracht. Aanvankelijk aan de
Molenlaan, daarna, tot eind 1944, tot hij
ook hier werd verraden, bij de familie
Fontijn aan het P.C. Hooftplein in Span-
gen. Vanuit Spangen ging hij zich inzet-
ten voor het Rotterdamse verzet, samen
met onder anderen Meindert Luijendijk
(van Rotterdam-Zuid) die net als Cor
werkte bij de graanhandel van Arend
van de Akker aan de Rivierstraat 1.
Cor: “Bij dat graanpakhuis van Van de
Akker kwamen allemaal binnenschip-
pers uit de omgeving. En die deden
veel. Ze brachten bijvoorbeeld spullen
naar ons toe van geallieerde droppings.
Zendmateriaal en wapens. Kleine
stenguns.”
Die wapens heeft Cor twee keer zelf
ingezet bij een overval. Een overval op
het politiebureau aan het Haagseveer,
om gevangenen te bevrijden, en eentje
op het distributiekantoor in Dordrecht.
Het vervoer van wapens, vervalste
papieren en illegale kranten was een
riskante aangelegenheid. Veel ging via-
via. Bijvoorbeeld met gebruikmaking
van een ‘brievenbus’. Een plek waar
de één spullen bracht, die een ander
daarna kwam ophalen. Muziekschool
Melodia aan de Spangeschekade was
zo’n ‘brievenbus’. Melodia, de school
van Rinus Remijn. “Een magere man,
met een beetje een armoedig gezicht,”
herinnert Cor zich.
Onder de naam C. Fontijn stond Cor
de Waard ingeschreven bij Melodia.
Elke vrijdagavond om acht uur meldde
hij zich trouw bij Rinus met een gitaar
in een hoes. Die ruilde hij in voor een
andere gitaar in een vergelijkbare hoes,
soms aanzienlijk zwaarder, waarmee hij
na een uurtje vertrok. Dankzij de wis-
seltruc werden onder meer pistolen en
illegale kranten als Trouw doorgesluisd.
Waar die spullen vandaan kwamen?
Cor: “Dat wist je niet. En het was ook
beter om dat niet te weten.”
Op de leveringen werd hij attent
gemaakt middels onschuldig lijkende
telefoontjes van het stramien: “Cor, kijk
je in de brievenbus?”
En als Cor de Waard toch wekelijks een
uur moest stukslaan bij Rinus Remijn,
waarom nam hij dan niet echt les? Nou,
dat heeft Cor ook wel gedaan. Min of
meer. Maar dat was geen groot succes.
“Ik vond zijn gitaarspel niet zo mooi.”
Eerlijkheid voor alles.
Roland Vonk
Voor vragen, tips of materiaal, mail naar: rolandvonk@telfort.nl of bel
010-4653517. Roland Vonk besteedt op Radio Rijnmond wekelijks aandacht aan
Rotterdams amusement in het programma Archief Rijnmond: zondag 11.00-12.00
uur. Artiesten over wie op deze pagina wordt geschreven, klinken geregeld in
dat programma. De verhalen van deze pagina verschijnen ook, en de meeste in
langere vorm, op de internetsite www.rotterdamsamusement.nl.
Wat deze pagina in De Oud-Rotterdammer al niet teweeg brengt. Ergens voor de zomer ging het hier over de
Magnolia Jazz Group ’65, uit Rotterdam, en die aandacht heeft een soort sneeuwbaleffect veroorzaakt. Op-
richter Ben Rinia is alle oud-leden van het orkest gaan opsporen en op zaterdag 1 oktober is er een reünie.
door Roland Vonk
“Wij werden gevolgd door fans
met bolhoeden en in jacquet”