Page 29 - oud rotterdammer week 38

This is a SEO version of oud rotterdammer week 38. Click here to view full version

« Previous Page Table of Contents Next Page »
In verband met de privacywetgeving wijst De Oud-Rotterdammer de lezers erop dat zij met het insturen van een oproepje akkoord gaan met het
vermelden van hun adresgegevens in de krant en daarmee tevens in het krantenarchief op het internet.
TANTE POST
De Oud-Rotterdammer - De krant voor de 50-plusser
Dinsdag 20 september 2011
pagina 29
Wien Neerlands bloed
Dank voor het plaatsen van mijn inge-
zonden brief met een versie van ‘Wien
Neerlands bloed’. Er kwamen leuke
reacties binnen, zoals één van iemand
die kort daarvoor met een vriend uit
de lagereschooltijd nog gesproken had
over een aangeleerd liedje dat zo veel
indruk op hen gemaakt had dat ze het
beiden nog helemaal konden zingen.
Niet zo gek want ze wilden het in de
zesde klas(1948) zeker elke dag een keer
zingen. Een andere zeer interessante
reactie kwam van iemand die zich vaag
kon herinneren dat deze potpourri op
bruiloften en partijen gezongen werd.
Haar oom, Cor Segers, accordeonist,
kende de melodieën nog uit zijn hoofd.
Haar moeders buurman, de inmid-
dels 88-jarige Herman Hersbach uit
Schiedam,speelde ooit muziek en was
conferencier allerlei feesten (Odeon, Ons
Huis e.d.). Toen hem het betreffende lied
uit De Oud-Rotterdammer voorgelezen
werd (hij is blind, vandaar), begon hij
vrolijk mee te zingen. Toen gevraagd
werd of hij dat vroeger ook gezongen
had zei hij ja en vervolgde dat het nog
mooier was: “Dat heb ik samen met mijn
zus zelf gemaakt.” Misschien dat de
onvolprezen Gerard Cox, één van de, ik
denk wel, meest gelezen schrijvers van
uw blad, de oude Herman Hersbach nog
kent van vroeger.
Rob Kroeze
--------------------------------------------------
IJsselmondse Scheepswerf
Bij deze wil ik een kleine bijdrage leve-
ren over de historie van de IJsselmondse
Scheepswerf, waarover in De Oud-Rot-
terdammer van 26 juli werd bericht. Op 1
maart 1922 zijn de scheepsbouwmeesters
begonnen in Bolnes. Na drie jaar, op 7
oktober 1925 werden de opstallen, grond
en rietveld gekocht van rietdekker Teunis
de Bruin en verhuisde het bedrijf naar
de Bovenstraat IJsselmonde. Teunis de
Bruin was de grootvader van mijn man,
zodoende ben ik hiervan op de hoogte.
J. de Jong was later ook beheerder van
Jeugdhuis De Brandaris aan de Boven-
straat. Hij besteedde daar veel tijd aan.
Hij was een graag gezien persoon.
H. de Bruin-Oprel
Kon. Emmalaan 29-16
3851 XE Ermelo
--------------------------------------------------
Stille liefde
‘Ik lees altijd met veel genoegen De
Oud-Rotterdammer, welke ik via een
goede kennis aangereikt krijg. Ik ben al
ruim 44 jaar weg uit Rotjeknor, waar ik
achtereenvolgens woonde in Smeetsland,
Zuidwijk, op de Meent en als laatste in
Blijdorp. Toen ik veertien jaar oud was,
verhuisden mijn ouders naar de rechter
Maasoever. Had wel veel voordelen,
lekker in de stad, maar ik miste Zuid wel.
Daar had ik mijn vrienden/vriendinnen.
Tussen mijn veertiende en mijn zestiende
jaar reed ik dagelijks op mijn fets naar
Zuid naar de Kastanjedaal, waar ik op
school zat. Eerst haalde ik een maatje
op het Noordereiland op, om dan via de
Rosestraat, Beijerlandselaan en Groene
Hilledijk naar school te gaan. Met name
het RTM-stoomtreintje (‘moordenaar-
tje’) spreekt mij nog aan. Trouwens ook
de Pararelweg en de Oranjeboomstraat
geven mij de nodige herinneringen. Ik
ben later slijter geworden en als ik een
vertegenwoordiger van de brouwerij
kreeg (vanuit Groningen), was er altijd
een heerlijke discussie hoe de straatnaam
uit te spreken. De klemtoon werd altijd
verkeerd gelegd. Ik had ook nog een
stille liefde in de Rosestraat. Ze kwam
later bij me op dansles bij Marcel Silvius
op de Beijerlandselaan. Het is verder
nooit wat geworden. Toen ik achttien jaar
was, leerde ik mijn vrouw kennen en die
komt uit Amsterdam-Noord.’
Theo van der Horst, Almere.
t.horst5@chello.nl
----------------------------------------------
Geboren in Maasoord
Ja, ook in Zeeland wordt de ‘Oud-Rot-
terdammer’ gelezen. Het stukje in RW’’s
Mijmerzuidhoekje van dinsdag 28 juni
2011 had als onderwerp
“Ook paarden doken onder in Maas-
oord”. Dit deed mij denken aan mijn al-
lereerste jeugdjaren in en bij ‘Maasoord’.
Ik dook niet onder maar werd geboren
in ‘Maasoord’. Het is mei 1940. Plaats
Rhoon. Moeder hoogzwanger. Vader
werkzaam als loonadministrateur van
‘Maasoord’ te Poortugaal 14 Mei werd
Rotterdam gebombardeerd. Van schrik
begonnen de weeën bij moeder. Het was
niet mogelijk om naar het ziekenhuis
in Rotterdam te gaan, de stad stond in
brand. De enige mogelijkheid was het
krankzinnigengesticht “Maasoord’, daar
was in ieder geval verpleging. Op 15 mei
1940 werd ik geboren in het ‘gekken-
huis’, paviljoen ‘Zuideinde’. Gebakerd
door zuster de Wit, altijd geheel in het
zwart gekleed met wijde rokken, die
tot op hoge leeftijd op 15 mei nog op
verjaarsvisite kwam. Er was ook een
‘patiënte’ die sokjes had gebreid voor
de baby en die altijd, als wij met het
gezin aan het wandelen waren in de tuin,
naar het hek rende om mij een handje te
geven. De ‘patiënten zaten toen achter
metershoge hekken, zodat het personeel
en hun gezin veilig door de tuin konden
wandelen. Ik herinner mij ook dat vader
een fets voor zijn dochtertje op de kop
had weten te tikken. Dit fetsje moest
echter opgeknapt worden, een verfje
zou wonderen doen. Dat kan ‘Paradies’
wel doen! H.C.A.Paradies (1883-1966)
die ‘patiënt’ is, was kunstschilder, dus
die kon wel een fets verven volgens
directeur v.d. Spek Op die fets heb ik
menigmaal mijn vader van zijn werk
gehaald. Aanbellen bij het ‘kippenren-
netje’, zwaaien naar portier Pleun v.Dijk,
die rechts naast de ingang van het hoofd-
gebouw zat en keek of het een bekende
was. Zo ja, dan maakte hij met een druk
op de knop het hek open. Gedurende de
oorlogsjaren mochten de kinderen van
werknemers één maal in de week soep
komen eten. Dat was in die tijd heel bij-
zonder. Erwtensoep die een onbestemde
kleur had, grauw en grijzig. Wij kinderen
noemden dat ‘muizensoep’. .
Schoneman-Abelskamp
Oude Haven 9
4301 JJ Zierikzee
(0111-421191)
--------------------------------------------------
Bijkomen in Denemarken
Mijn man en ik zijn net terug van een va-
kantie in Denemarken. Wij moesten daar
naar een feest, mijn oudste pleegbroer
werd 70 jaar. Ik ken hem deze zomer
65 jaar en natuurlijk ook zijn jongere
broer. Ik zie ze nog op het station staan
in Vinderup in Jutland, toen ik als elfjarig
meisje in april 1946, zoals zo veel kinde-
ren, werd uitgezonden naar Denemarken.
Er zijn toen veel kinderen naar verschil-
lende bestemmingen gestuurd, mijn man
ging vanaf Rotterdam naar Zweden, acht
maanden is hij daar geweest, ze gingen
met grote vrachtwagens, hij denkt dat het
koelwagens waren, ze moesten daar on-
derweg ook in slapen. Ik ben vanaf sta-
tion Blaak in een volle trein met kinderen
via Duitsland naar Denemarken gegaan.
Ik weet nog dat we stopten in Hamburg
en dat daar ook alles in puin lag net als
in Rotterdam. Een oud vrouwtje bedelde
op het station om eten, een meisje en ik
hebben haar ieder een boterham gegeven,
wij reisden met het Rode Kruis en kregen
in de trein goed eten en wij wisten wat
honger was, hadden dit zelf meegemaakt
in de hongerwinter. Aan de grens van
Denemarken moesten we allemaal uit-
stappen en gingen in Padborg drie dagen
in een kamp, waar we nog een gemene
inenting boven in onze rug kregen. Onze
ouders wisten al die dagen niet waar wij
waren tot we op de plaats van bestem-
ming waren en we een kaart naar huis
konden sturen. Mijn moeder vond dat
heel erg maar het was voor onze gezond-
heid. Vandaar uit werden alle kinderen
naar verschillende plaatsen in het land
gestuurd. Ik kwam met een groepje weer
in een andere trein terecht, onderweg
vielen er steeds meer af tot we met onge-
veer tien kinderen overbleven. Onderweg
werd onze begeleidster afgelost door een
man, later bleek dat mijn pleegvader te
zijn, een schat van een man. Ik ben in
een geweldig gezin terecht gekomen, ook
mijn pleegmoeder was een lieverd. Ze
hadden een garagebedrijf, als we ergens
naar toe gingen zaten de twee jongens
en ik achter in de auto in zo’n open
bakje,het derde jongentje zat binnen in
de auto op schoot, hij is als negentien-
jarige verongelukt. In die tijd waren er
nog 2 jongens en 1 meisje geboren en
bij alle vijf komen mijn man en ik nog
steeds of zij komen hier naar ons. Ik heb
er een heerlijke tijd gehad en mocht ook
ieder jaar in de grote vakantie terugko-
men. Mijn ouders betaalden de reis van
Rotterdam tot de Deense grens en zij
betaalden de rest en helemaal terug maar
Rotterdam. We hebben ook altijd veel
geschreven en in 1948 kwamen ze al op
vakantie bij mijn ouders. Ook voor onze
kinderen voelen zij zich oma en opa. In
hun gastenboek heb ik als kind geschre-
ven, “De oorlog is heel erg geweest,
maar als die er niet was geweest, dan had
ik jullie nooit leren kennen.” Diepzinnig
als je elf jaar bent.
A. van Es- Treffers.
Gravenweg 30
3264 XN Nieuw-Beijerland
--------------------------------------------------
Anton Tuk
Betreffende:Uitgave 3 Mei 2011, pagina
3. De kop luidde: Tiener sneuvelde in
handgranaatgevecht. Die tiener was
“Anton Tuk”. Als ik me goed herin-
ner was hij zeventien jaar oud. Hij
was een klasgenoot van mij. We waren
leerlingen van de tweede klas, U.L.O.
BlO, (nu Marten Dijkhuis school) aan
de Hillevliet in Zuid. Volgens zeggen
was hij een van de mensen, die wapens
vervoerde en “illegaal” drukwerk, met
het laatste “ware” oorlogsnieuws in het
geheim rondbracht. Alle onderwijzers
en leerlingen van de school zijn in rijen
naar zijn begrafenis gegaan. Hij is met
militaire eer begraven door leden van de
B.S. Hij was een bijzonder vriendelijke
jongen. Het heeft ons heel erg getroffen.
Ik zal hem nooit vergeten.
Riet van Yperen-van Ee
9072 Fleetwood Way
Surrey, B.C. V3R OM6
Canada
--------------------------------------------------
Geachte redactie
De heer Roodenburg heeft het in zijn
stuk ‘De krant maakte je wijzer’ over een
marginaal krantenaanbod in Rotterdam.
Dat is een mening, maar die is kennelijk
niet gebaseerd op feiten. Een stukje
verderop krast hij op dat Metro “een
beperkte Rotterdamse editie heeft” en dat
er geen oplagecijfers bekend zijn. Ik kan
u melden dat Metro Rotterdam met een
redactie van vier mensen al zeven jaar
lang een dagelijkse Rotterdamse editie
heeft, compleet met nieuws, interviews
en op donderdag een acht pagina’s tel-
lend uitgaanskatern. Metro Rotterdam
bereikt dagelijks circa 350.000 personen.
Het is maar wat je beperkt en marginaal
noemt.
Robert van Brandwijk
Hoofdredacteur
Editor-In-Chief
Metro Holland
robert.van.brandwijk@metronieuws.nl
Steenplaat
Met veel plezier lees ik elke keer De Oud-Rotterdammer. Zo ook het stukje in de editie van 23-8-2011 over de Steenplaat. Heel
herkenbaar, omdat ik daar jaren heb gewoond en mijn vader, later aangevuld met mijn broer en ik, daar een machinefabriek had.
In het stukje wordt gesproken over ‘Machinefabriek Cornelis van Bodegraven’ op de Persoonshaven 70. Dat was de zaak van mijn
oom (broer van mijn vader). Alleen het was geen machinefabriek, maar een handel en revisie in elektromotoren: Cornelis van Bo-
degraven Elektromotoren. Daarover heb ik recent nog met mijn achterneef (de zoon van Cornelis) gesproken, die de zaak van zijn
vader later heeft overgenomen: http://www.vanbodegraven.nl/. Mijn vader had tot 1960 op de nummers 137-143 (Op den Brouw
waren de buren!) een machinefabriek ‘Frans van Bodegraven’. Daar werden motoren en dergelijke voor de binnenscheepvaart
verhandeld, geplaatst en gerepareerd. In het kleine haventje naast de gashouder lag een aantal kleine scheepjes van ons om spullen
van/naar de binnenschepen in heel Rotterdam te vervoeren voor bijvoorbeeld reparatie. In de jaren 60 is de fabriek verplaatst naar
de Eemshaven.
F. van Bodegraven
Barendrecht
0180-613217
- De Persoonshaven. Links de silo’s van graanoverslagbedrijf Vismans. Foto deel 1 ‘blik op zuid’ Arnoud Voet/Jan Roovers -