Page 13 - oud rotterdammer week 46

This is a SEO version of oud rotterdammer week 46. Click here to view full version

« Previous Page Table of Contents Next Page »
Na het behalen van mijn diploma vond ik
werk bij Aannemingsbedrijf Vermaat en
Zonen, aan de Beukelsdijk. De leiding was in
handen van drie broers, zeer sociale mensen.
Ik kreeg alle medewerking om ‘door te
leren’, zowel tijd als onkostenvergoeding.
Henk, ‘die Kleine’, was de man van de in-
schrijvingen en het kantoor, Jan, ‘die Bolle’,
was uitvoerder van de bouwprojecten en
Leen, ‘die Jonge’, uitvoerder van bouw- en
waterbouwprojecten.
Iedereen in ‘de bouw’ had een bijnaam; die
was makkelijker te onthouden. Mijn bijnaam
was die ´Neus´. Mijn neus was namelijk door
een uitgevochten meningsverschil gezegend
met een forse knobbel. De ploeg, waarin ik
direct werd opgenomen als Jantje (die naam
ben ik nooit kwijtgeraakt), bestond uit men-
sen van zeer verschillend pluimage en werd
de Gouwe Ploeg genoemd.
De oude Bijenkorf
In maart 1957 werd de nieuwe Bijenkorf
geopend op de Coolsingel. Maar de oude,
althans wat er van over was, stond er nog.
Met die mooie slanke toren, met bovenop die
schitterende lamp. Het hele gebouw moest
worden gesloopt. De toren moest naar ‘bin-
nen’ worden afgebroken. Met zogenaamde
vangschotten werd het puin naar beneden
geleid, tot in de bak van de vrachtwagens.
Daarom moest er een steiger om de toren
worden gezet en laat nou toevallig Aan-
nemingsbedrijf Vermaat deze klus hebben
aangenomen. Met een paar maten gingen
we aan de slag, stalen pijpen met stalen kop-
pelingen aan elkaar bevestigen door middel
van spieën. In het begin werden de pijpen
elkaar aangegeven, op elkaar gezet, bulsem
(een dwarspijp, waar de steigerplanken op
kwamen te liggen) ertussen en dan steeds
hoger.
Op ongeveer 20 meter hoogte werd met
een verlengde bulsem en een fetswiel een
hefwerktuig gemaakt, waarmee met een lang
touw, een reep, de spullen met mankracht
omhoog werden getrokken. Dat was zwaar
werk en er moest goed worden getrokken.
Op grotere hoogte werd het gebruikte touw
steeds langer. Alles ging voortreffelijk, op de
steiger had je een mooi uitzicht op de nieuwe
Bijenkorf, Coolsingel en de Blaak. De steiger
was af, de sloop kon beginnen, de slopers
waren aanwezig. En toen gebeurde HET!
Beitels
Voor de slopers moesten er beitels voor de
jekkerhamers omhoog worden getakeld. Dit
ging met een grote emmer, waar de beitels
rechtop in werden gezet en….hijsen maar.
Halverwege werd echter de reep aan de trek-
kant zwaarder dan de emmer met spullen!!
Dus de reep ging steeds sneller omlaag en de
emmer sneller omhoog tot de emmer met een
knal tegen het fetswiel klapte en de beitels
over de rand sprongen.
Op het kruispunt Coolsingel - Blaak stond
een agent het verkeer te regelen. Van enig
naderend onheil was hij zich niet bewust.
De beitels werden projectielen en suisden
omlaag. Met enorme klappen vielen ze om
de agent heen, tegen de grond. Enkelen
stonden rechtop in de straatstenen. Iedereen
was muisstil, terwijl we anders toch nooit op
ons mondje waren gevallen. De agent was
de stilste, lijkwit stond-ie daar te staan, bewe-
gingloos --- wij ook!!
Direct gingen een paar van ons naar hem
toe, hij was zo stijf als een plank van schrik.
Hij kreeg wat te drinken en was niet blij
met zijn hoofdrol in dit gebeuren! Gelukkig
waren er geen mensen gewond, maar het was
een levensbedreigende situatie geweest, die
gelukkig goed was afgelopen. We hadden in
enkele seconden een geduchte les geleerd.
Laat je touwtje nooit zwaarder worden, dan
wat je boven wil krijgen.
Tweede gebbetje
In het gebouw waren na de verhuizing nogal
wat spullen achtergebleven in de kelder. Na-
tuurlijk gingen we neuzen of er iets van onze
gading bij was. Er stonden duizenden stenen
opgestapeld, met aan een lange kant blad-
goud. Deze stenen waren tijdens de bouw
van de gevel in drie lagen mee gemetseld
voor een mooie afwerking. We hebben in
1957, met alles wat we maar konden verzin-
nen, geprobeerd dit bladgoud eraf te halen,
maar alle pogingen mislukten jammerlijk!!
We vonden er ook nog honderden glasplaat-
jes en ander etalagemateriaal; menige winkel
heeft toen goedkope glasplaatjes in de show-
rooms gehad. Ook vonden we etalagepoppen,
allemaal ‘in der blote kont’. Die moesten
natuurlijk worden aangekleed. Een overall,
laarzen en een petje waren gauw gevonden.
De bouwvakker werd op de steiger gezet
en staarde over de Coolsingel. Na een paar
dagen kwam iemand op het idee de pop aan
het hijstouw op en neer te halen, een leuk
spelletje. Tussen de middag lieten we de pop
bovenin hangen en gingen schaften. Plotse-
ling werden we in de schaftkeet opgeschrikt
door sirenes van politie, brandweer en
ziekenwagens, kortom een rotherrie.
Vanuit het HBU gebouw aan de overkant was
gebeld, dat iemand zich had verhangen aan
de toren van de ouwe Bijenkorf. Vanaf zijn
of haar uitzicht niet zo’n gekke gedachte,
maar wij hadden er nooit bij stilgestaan dat
mensen dit konden denken. Natuurlijk kre-
gen we uitgebreid op onze sodemieter, maar
gelukkig voor ons liep het met een sisser af.
Gelachen hebben we wel!
Bliksemafleider
Het hoogste punt van de toren was ‘de
Lamp’; bovenin zo groot, dat je er omheen
kon lopen, om veiligheidsredenen was er
vanaf de grond tot op de top een bliksemaf-
leider geplaatst, langs de buitengevel. Deze
hadden wij in een mum van tijd ‘gevonden’,
gesloopt en verdeeld; iedereen kreeg stukken
op maat voor het ‘Pukkeltje’, de tas waarin in
die tijd alle spullen zaten. Maar Piet de Dief
hoefde niet mee te delen, als hij het bovenste
stukkie maar kreeg.
Ha,ha, die Piet, alleen het bovenste stukkie
van 15 centimeter! Na een paar weken hoor-
den we dat Piet met zijn gezin met vakantie
naar Italië ging. Naar Italië? Man, dat kost
een vermogen!
“Ja”, zei Piet, “dat klopt, maar dat betaal ik
niet, maar de directie van de Bijenkorf.” Ie-
dereen keek hem stomverbaasd aan. “Kijk”,
zei hij, “dat kleine stukkie van die toren was
het hoogste punt. Dat heb ik aangeboden
aan de directie. Die vond het zo fantastisch,
dat ze me een vakantie hebben gegeven,
compleet verzorgd met nog zakgeld ook. Ze
hebben dat ding in een kassie gedaan, dat nu
op het directiekantoor staat of hangt, dat weet
ik niet precies.”
Wij hadden vijf kromme vingers en een
benauwd hart plus een paar centen voor het
koper. Piet was deze keer geen Dief. Wij wel,
maar hij had het meest verdiend.
Jan Hogerdijk
De Oud-Rotterdammer - De krant voor de 50-plusser
Dinsdag 29 november 2011
pagina 13
Agent stond stijf van schrik
Ik heb lang in de bouw gewerkt en natuurlijk één en ander meegemaakt.
Mijn naam is Jan Hogerdijk, in 1938 in Rotterdam geboren. Vanaf mijn
geboorte tot 1955 heb ik in de Nicolaas Zasstraat gewoond. Ná de lagere
school in de Hoevestraat bezocht ik de Ambachtschool aan de Beukels-
dijk, waar de leraar timmeren, meneer Bos, altijd zei: “Je leert hier geen
timmeren, maar je gereedschap vasthouden. Timmeren leer je van een
ouwe vakman!” Dat is helemaal waar.
- Op de steiger had je een mooi uitzicht op de nieuwe Bijenkorf, Coolsingel en de Blaak -
- Het slopen van de toren ging niet van een leien dakje -
Klassieke
Rotterdamse films
Al sinds 2007 organiseert het Ge-
meentearchief Rotterdam samen
met LantarenVenster de filmserie
Rotterdam Classics - een maan-
delijks programma met Rotter-
damse filmklassiekers rondom
een thema zoals de wederop-
bouw, de haven of architectuur.
De voorstelling bevat films van
bekende en vergeten Rotterdam-
se filmmakers die nooit, zelden,
of lang niet vertoond zijn.
De laatste voorstelling van dit jaar op zondag
11 december om 15.00 uur is een programma
met flms van de Rotterdamse Schoolbioscoop
(1920-1933) die destijds op vernieuwende
wijze het onderwijs dienden en nu een ver-
rassend beeld geven van het vooroorlogse
Rotterdam.
Nadat flm in korte tijd zeer populair was
geworden, werd in Rotterdam in 1920 de
Gemeentelijke Schoolbioscoop opgericht.
Door middel van dit nieuwe medium konden
diverse onderwerpen op een eigentijdse, aan-
trekkelijke en levendige wijze aanschouwelijk
worden gemaakt. Deze innovatieve vorm van
kennisoverdracht werd in Rotterdam alom
toegejuicht, als een effectief middel voor de
algemene ontwikkeling van scholieren.
Uniek is dat de Rotterdamse schoolbioscoop
niet alleen flms vertoonde, maar in de persoon
van directeur A.M. van der Wel zelf ook flms
produceerde, zo’n veertig in totaal. Ze lieten
de kinderen kennis maken met de wereld om
hen heen, waar ze ook direct bij betrokken
werden. In veel opnamen is de Rotterdamse
jeugd zelf te zien. De onderwerpen die aan
bod komen:
- Met de Paardentram naar Overschie – 1925
- Boomplantdag in den Kralingerhout
te Rotterdam – 1928
- Winter 1929 – 1929
- Veilig Verkeer – 1930
- De Vischmarkt te Rotterdam – 1930
- School voor vrouwenarbeid – 1933
Maak kans op vrijkaarten
Wilt u kans maken op vrijkaarten voor
deze voorstelling? Meld u dan aan voor de
Rotterdam-Classics-mailinglijst via www.ge-
meentearchief.rotterdam.nl onder vermelding
van ‘Classics Oud Rotterdammer’. U ontvangt
dan aankondigingen van nieuwe Rotterdam
Classics voorstellingen in uw mailbox.
LantarenVenster is gevestigd aan
de Otto Reuchlinweg 996.
Kaarten: 010 - 277 22 77 of
www.lantarenvenster.nl
Foto: Jan Hogerdijk