Page 19 - oud rotterdammer week 46

This is a SEO version of oud rotterdammer week 46. Click here to view full version

« Previous Page Table of Contents Next Page »
Tijdens de meidagen van 1940 werd het hele
pand door het bombardement in puin gescho-
ten. Mijn vader vertelde me dat hij daags
erna op de fets was gaan kijken en het enige
wat hij nog vond was de kluis die hij zowaar
open kreeg. Helaas was door de intense
hitte alles tot stof geworden en kon hij niets
meer terugvinden. Nadat de activiteiten eerst
vanuit mijn opa’s huis waren uitgevoerd,
werd er een noodonderkomen gebouwd op
een deel van de Botersloot waar het oude
pand had gestaan en werd op de Goudse-
singel een winkel geopend. Na de oorlog
verhuisde de fabriek (door de wederopbouw
van Rotterdam) naar de oude gaarkeuken op
de Bentincklaan. In mijn geboortejaar, 1950,
werd het nieuwe pand op de Ceintuurbaan
betrokken.
Legervoertuigen
Ooit was de fabriek aan de Botersloot de
grootste snoepwinkel van Europa, had mijn
vader verteld. Of dat zo was weet ik niet,
maar ik kon dat natuurlijk wel vol trots aan
mijn schoolvriendjes vertellen. Tijdens de
oorlog kon mijn vader vaak suiker ruilen
voor voedsel en zo zijn gezin van eten
voorzien, maar dat was niet het enige waar
hij suiker voor gebruikte. Als reserve-offcier
in het Nederlandse leger werd hem, na de
capitulatie, door de Duitsers opgedragen alle
voertuigen bij hen in te leveren. Hij heeft
toen de chauffeurs, voor vertrek, allemaal
een zakje suiker gegeven om, vlak voordat ze
de kazerne van de Duitsers in zouden rijden,
halt te houden en de suiker in de benzinetank
te gooien. Zo zijn de wagens rijdend naar
binnen gegaan, maar daarna zal er van de
motor niet veel meer zijn overgebleven.
Ik denk dat iedere wat oudere Rotterdammer
tijdens de lange wintermaanden anijsmelk
voorgeschoteld kreeg als er weer eens griep
heerste. De witte pakjes met blauwe letters
M&PS erop lagen bij drogisterijen en apo-
theken op de toonbank in het bekende houten
kistje met het opschrift ‘het middel tegen
hoest, verkoudheid en griep’. Je moest een
half tablet in gloeiend hete melk oplossen, zo
heet mogelijk opdrinken en dan gauw onder
de wol. Bij vorst kwamen de koek en zopie-
verkopers met een emmer naar de fabriek om
polkabrokken te kopen. Hoe langer de vorst
aanhield, hoe meer er werd verkocht. Als de
vorst uit de lucht was, waren ze niet meer te
verkopen, want ze werden dan plakkerig.
Boterbabbelaars
Op de eerste etage stond een grote silo, die
regelmatig door een enorme tankwagen met
suiker werd gevuld. Onder de silo, op de
begane grond, was een trechter, die geopend
kon worden om suiker af te tappen, die dan
naar de machines werd vervoerd voor de
fabricage van snoepgoed, zoals zuurtjes,
drop, boterbabbelaars, ulevellen en allerlei
ander oud-Hollands snoepgoed. In de jaren
zeventig en tachtig zag je dit soort snoep
terugkomen in diverse winkeltjes en in de
Bijenkorf.
De anijstabletten werden met de hand
gemaakt. Op grote stalen tafels lagen houten
plankjes met elk vier uitgesneden tabletten
M&PS. Naast ieder plankje een latje, zodat
de substantie niet zou weglopen. In een grote
koperen ketel werd de anijs warm gemaakt.
Dit werd dan in een grote koperen trechter
gedaan waar een stok in zat om hem gesloten
te houden. Met de hand werd telkens zo’n
tablet in het plankje gevuld en moest het
stollen. De plankjes werden vervolgens uit-
gekookt om weer te worden gebruikt. Als dat
was gebeurd, werden ze naar de inpakafde-
ling gebracht en door werkneemsters verpakt
in de bekende waspapieren velletjes en in
houten kistjes gedaan, die later door karton-
nen doosjes werden vervangen, maar wel
nog steeds met dezelfde opdruk. Als er anijs
werd gemaakt, kon je dat op de Bergwegbrug
en onder het muizengaatje op de Straatweg
ruiken. Laatst was ik op de Goudsesingel
bij een apotheek en heb daar nog een paar
tabletten gekocht.
Muisjes
Ook werden hier de alom bekende roze en
witte muisjes gemaakt. Later ook blauwe en
witte voor de geboorte van een jongetje en
toen Prins Willem Alexander werd geboren
lagen er oranje muisjes in de winkels. Ze
heten ‘muisjes’ vanwege de anijszaadjes die
erin zaten en die een staartje hadden. Op de
lagere school was het altijd feest als ik als
jarige mocht trakteren. Van mijn vader kreeg
ik dan suikerbeesten of borstplaat mee. Ik
gebruikte dit snoepgoed natuurlijk ook als
ruilobject of om iemand te ‘betalen’ voor
het maken van mijn strafwerk. Ook had ik
in de fabriek, als dertienjarige, mijn eerste
vakantiebaantje om wat centjes voor de
vakantie bij te verdienen. De eerste dag werd
ik aan een lange tafel gezet en moest ik met
een koperen pennetje suikerbeesten varken-
tjes oogjes geven. Dat heb ik een paar uur
volgehouden om vervolgens bij mijn vader
op kantoor te vertellen dat ik niet op vakantie
ging als ik dit een week moest volhouden. Ik
kon achter de machines gaan staan.
In 1992 sloot de laatste directeur, mijn oom
John, de deuren. Er was helaas niemand in
de familie die ambitie had het bedrijf voort
te zetten en toen heeft hij besloten een aantal
recepten, zoals van de anijstabletten, de
muisjes en het rozijnengrind door anderen te
laten maken. Jammer dat een 138-jarig oud
Rotterdams bedrijf zo moest stoppen, maar
het is niet anders. Gelukkig kunnen we nog
steeds genieten van de oer-Hollandse recep-
ten en vinden we de bekende anijstabletten
nog terug in de Rotterdamse winkels. Dat
komt vooral doordat deze fabriek hier altijd
gevestigd is geweest en bijna iedere oud-
Rotterdammer met anijsmelk is opgegroeid.
Ton Smulders
smulders97@zonnet.nl
De Oud-Rotterdammer - De krant voor de 50-plusser
Dinsdag 29 november 2011
pagina 19
M&P Smulders: De grootste
snoepwinkel van Europa
Wie kent ze niet, de anijsmelktabletten van M&PS? In 1954, toen ik vier jaar oud was, vierden mijn opa, vader en oom
het 100-jarig bestaan van M&P Smulders Fabriek van Suikerwerken, dé snoepjesfabriek van Rotterdam. Voor de oorlog
was de fabriek met winkel gevestigd aan de Botersloot. Hier werden diverse chocolade-artikelen, suikerwerken, bo-
terhamstrooisels, hoestartikelen, anijsmelktabletten en Hollandse bruidsuikers geproduceerd. Ze leverden door heel
Nederland, maar ook werd er geëxporteerd naar Nederlands Indië.
- De bonbons werden verpakt -
- De noodfabriek in 1941op de Botersloot -
- Op deze
wijze werden
anijsmelk-tabletten
gemaakt -
- De auto’s van het bedrijf moesten bij de Duitsers worden ingeleverd -