Page 13 - oud rotterdammer week 50

Basic HTML Version

De Oud-Rotterdammer - De krant voor de 50-plusser
Dinsdag 27 december 2011
pagina 13
De Rotterdam Branch is een afdeling van de WSS, een in Engeland gevestigde, wereldwijd actieve vereniging van maritiem geïnteresseerden die zich, op welke manier dan ook, betrokken voelen bij haven en scheepvaar t.
De Branch is met 250 leden de grootste ter wereld en stelt zich ten doel haar leden regelmatig bij elkaar te brengen, te stimuleren in hun gemeenschappelijke belangstelling en kennis van hun interessegebied te vergroten.
Door Cees de Keijzer en fotograaf Bert Bot
van www.worldshipsocietyrotterdam.nll
Nadat ze op 26 november 2008 aan de Wilhelmi-
nakade was gedoopt door mevrouw Opstelten, de
vrouw van de toenmalige burgemeester, heeft het
ruim een jaar geduurd voordat er emplooi werd ge-
vonden. Het nieuwe schip lag al die tijd ‘opgelegd’
bij Heuvelman in ‘s-Gravendeel. In het voorjaar
van 2010 keerde het tij en vond de FLINTERCAPE
emplooi in een dienst op Zweden.
Het schip, gecharterd door SCA Transforest, vaart
thans vanuit Rotterdam op havens in de Botni-
sche Golf, zoals Umea, Sundsvall en Stockholm.
Hoewel daar ‘s winters nogal eens zware ijsgang
kan ontstaan, is dat toch een gunstige ontwikkeling
voor de aanbieder van zeetransport Flinter, die we-
reldwijd actief is op vaarroutes in en naar Europa,
Noord- en Zuid-Amerika en Afrika. Men heeft in
het buitenland kantoren in Antwerpen, Helsingfors
en Helsinki en in totaal 450 werknemers.
Flinter begon in 1989 met de kustvaarder FLIN-
TERBORG van 3000 ton en momenteel beheert
het in Barendrecht gevestigde bedrijf meer dan 50
schepen, waaronder zes van 11.000 ton. Nage-
noeg alle schepen varen onder Nederlandse vlag,
waarmee de rederij tot de top-5 van Nederland
behoort. De jonge vloot vervoert jaarlijks zo’n 5
miljoen ton lading, wat van alles kan zijn, droge
bulk – los gestort of in big bags – projectlading en
in het geval van de FLINTERCAPE containers. Er
is op dit schip capaciteit voor 809 TEU, met 150
aansluitingen voor koelcontainers.
De FLINTERCAPE, hier opvarend bij Rozenburg, is onderweg naar Interforest in de Alexanderhaven. Op de achtergrond ligt
het Oeverbos tussen Maassluis en Vlaardingen. Het is een Nederlands containerschip waarvan het casco werd gebouwd
in het Chinese Nantong, terwijl de afbouw plaatsvond bij IHDA in Krimpen aan de Lek. Dat ging enige tijd daarna failliet
en voor deze ‘flinter’ zag de toekomst er ook niet bepaald rooskleurig uit.
Met een Flinter door de Zweedse winter
S
C
H
I
P
H
A
V
E
N
Op een middag ging de winkelbel, een
hoogblonde mevrouw in een bontjas
stapte binnen met een hondje op haar arm
en een schilderij onder haar andere arm.
De gehele winkel rook naar een zware
parfumlucht. Zij zei, zonder gedag te
zeggen: “Meneer, ik heb al een paar keer
naar u toe willen komen, maar er kwam
steeds iets tussen. Ik heb namelijk een
schilderij dat ik wil verkopen, heeft u
interesse?”
Ze zette het schilderij in een voor mij
gunstige positie op de grond en keek
mij met opgetrokken wenkbrauwen aan.
Het stelde een bosgezicht voor met een
figuurtje op een bospad, er zat een brede
goudkleurige lijst omheen, zelfs het schil-
derijlampje zat er nog op. Zonder dat ik
wat vroeg, spuide zij met onmiskenbaar
Rotterdams accent: “Ik wil dat schilderij
niet meer zien. Ik had een hufter van een
vent, die er met een ander vandoor is
gegaan, een jonger wijf. Van mij mag hij
doodvallen, ik wil in dat huis niet meer
wonen!”
Ze ratelde maar door, haar man kon
allerlei enge ziektes krijgen. Ze ging dus
verhuizen en dat schilderij wilde ze niet
meenemen. “Dat schilderij herinnert mij
steeds maar aan die klotevent, in mijn
gedachten zie ik voortdurend zijn rotkop
onder dat schilderij als hij weer eens thuis
was, daar krijg ik wat van, dus weg met
dat ding!”
Mooie bomen
Ik bekeek het doek aandachtiger; het
perspectief was gewoon slecht, onder
andere het figuurtje op dat bospad klopte
niet, het was te klein ten opzichte van de
afstand van de bomen, de voorgrond was
amateuristisch gedaan. Het aantrekkelijke
in het werk waren de bomen, het leek wel
of een ander de bomen geschilderd had,
want de kruinen en takken met bladeren
waren subliem gedaan. Ook de stammen
waren uitmuntend uitgebeeld, ik had een
gevoel van: er is iets met dat schilderij,
maar ik kon niet verklaren wat. De signa-
tuur was van een onbekende schilder, dus
daar had ik geen houvast aan, ik moest
helemaal op mijn gevoel af gaan. Naden-
kend bekeek ik het doek en zei tegen die
mevrouw: “Ik weet niet wat ik hiermee
aan moet; de bomen zijn mooi, maar de
rest kan ik geen kwaliteit noemen.”
Het hondje op haar arm begon plotseling
tegen mij te grommen alsof hij wilde
zeggen, ‘ik word het zat, neem het nou
maar!’ Ik bekeek het schilderij nogmaals,
ondertussen was die mevrouw haar
hondje aan het sussen, en zei tegen haar:
“Ik wil het wel kopen, maar ik heb er niet
te veel geld voor over.”
“Oké”, zei ze, “als u mij
zoveel geeft, laat ik het hier.”
Ik vond het nog veel geld,
maar gezien haar situatie
en dat enge hondje was ik blij dat ze de
winkel uit was, dus kocht ik het maar.
Het schilderij stond een tijdje achterin de
winkel, maar op een dinsdagmiddag, het
was vrij stil, besloot ik nog eens naar dat
doek te kijken. Ik had een sterke lamp op
mijn werktafel staan, haalde het schilderij
uit de lijst en bestudeerde het minutieus
met een vergrootglas. Ik kon niets bijzon-
ders ontdekken.
In beslag genomen
Ik belde een relatie op, kunsthandelaar-
restaurateur Cees Crouwel gevestigd aan
de Meent, die in 1977 helaas met zijn
gezin is verongelukt bij dat vreselijke
vliegtuigongeluk op Tenerife. Hij vertelde
dat in de oorlog Joods bezit in beslag
werd genomen. Om dat te voorkomen liet
men belangrijke schilderijen overschilde-
ren met een andere signatuur, zodat het
een onbelangrijk schilderij leek. Na de
oorlog kon het dan weer in de oorspron-
kelijke staat worden gebracht. Nadat ik
het doek aan hem had laten zien, was hij
er voor honderd procent van overtuigd dat
het zo`n overgeschilderd schilderij was.
Ik ben daarna druk bezig geweest het
doek met de grootst mogelijke voor-
zichtigheid in de originele staat terug
te brengen, een soort ontdekkingsreis
mag ik wel zeggen. De stoffering en de
voorgrond veranderden langzaam, de
penseelvoering klopte met de bomen
op de achtergrond. De compositie was
ook anders, het bospad met het figuurtje
verdween en er kwam een pad dat naar
rechts doorliep naar de overkant van een
beek met daarin twee vrouwenfiguren,
terwijl op het bospad een mannenfiguur
door de schilder was neergezet. Het
geheel klopte nu volkomen in het per-
spectief met het signatuur van Johannes
Pieter van Wisselingh 1812 –1899. Het
eindresultaat was al met al verbluffend
en de prijs die ik betaald had, was het
dik waard. Alleen jammer dat ik nooit op
het idee kwam er een foto van te maken.
Op de kunstveiling van Mak van Waay
te Amsterdam heeft het een behoorlijke
prijs opgebracht.
Cees van Yperen
c.yperen1@chello.nl
Het gecamoufleerde
Joodse schilderij
Eind jaren zestig exploiteerde ik aan de Zaagmolendrift een kunsthandel, die ik na het
overlijden van mijn vader Nicolaas van Yperen had overgenomen. In de etalage stond
een bordje met: `Schilderijen te koop gevraagd`. Meestal interpreteerde men het woord
schilderij als een ingelijste reproductie of een borduurwerk, maar toch kwamen er af
en toe mensen binnen met een schilderij dat de moeite waard was om te kopen.
World Ship Society
Rotterdam Branch
e
- Een portret van de Joodse schilder Johannes Pieter van
Wisselingh 1812 –1899, wiens werk in de oorlog werd
overgeschilderd -
Steun bij Rouw
Humanitas Voorne-Putten
Rozenburg heeft 8 ter
zake kundige vrijwilligers
– 6 vrouwen en 2 mannen.
Vrijwilligers die allen een
training hebben gevolgd
voor ondersteuning in
rouwverwerking.
Pas na certificering kunnen de
vrijwilligers aan het daadwerkelijke
vrijwilligerswerk beginnen.
Zo hebben onze vrijwilligers ook een
training ontvangen voor het begeleiden
van lotgenotengroepen.
De Humanitas-vrijwilliger heeft een
groot pluspunt: tijd. De gesprekken
zijn niet gebonden aan een tijdslimiet,
maar duren zolang het voor dat gesprek
noodzakelijk is, ook het aantal bezoeken
is niet gelimiteerd. De persoonlijke
ondersteuning bij de rouwverwerking
door vrijwilligers van Humanitas is
kostenloos. Bij voldoende aanmeldingen
zal in het voorjaar een lotgenotengroep
worden opgestart.
Het telefoonnummer is 06-20208751.