Page 25 - oud rotterdammer week 50

Basic HTML Version

In verband met de privacywetgeving wijst De Oud-Rotterdammer de lezers erop dat zij met het insturen van een oproepje akkoord gaan met het
vermelden van hun adresgegevens in de krant en daarmee tevens in het krantenarchief op het internet.
TANTE POST
De Oud-Rotterdammer - De krant voor de 50-plusser
Dinsdag 27 december 2011
pagina 25
Zwartgallige Cox
Ik lees altijd met min of meer plezier
de stukjes van de heer Cox. Met minder
plezier als hij weer eens aan het gallen
is over van alles en nog wat. En met
meer plezier als hij het weer eens heeft
over 020. Je bent toch Rotterdammer,
niet dan? Ik ben het ook niet altijd eens
met hem, maar met zijn opmerking
ouwemannengelul in zijn column van 13
december ben ik het volkomen eens.
Ik vind het verhaal van de heer Cox
inderdaad ouwemannengelul. Niet omdat
ik zelf een jonge vent ben, integendeel ik
ben 72 jaar. Maar waar de heer Cox over
schrijft, heette vroeger ‘generatiekloof’.
Dat woord zal hij best wel kennen. Hij
windt zich op over het feit dat de jeugd
zo onwetend is. Maar meneer Cox,
wat de jeugd tegenwoordig op school
leert, wordt toch door ouderen bepaald.
Daarnaast is het toch ook de taak van de
ouderen de jeugd kennis bij te brengen,
want zij hebben toch de ervaring. En als
de jeugd meer kennis kan vergaren door
internet, dan is dat toch prachtig. Maar
als moderne mogelijkheden, zoals inter-
net, de heer Cox niet interesseren, is hij
inderdaad een domoor. Dan ga je alleen
maar strooien met namen van mensen
die allang dood zijn. Die wellicht iets
persoonlijks voor je betekend hebben.
Maar dan ga je in het verleden leven, dan
ben je inderdaad een ouwelul. Maar er is
een schrale troost voor de heer Cox: er is
niets nieuws onder de zon. Ik citeer:
Onze jeugd heeft tegenwoordig een
sterke hang naar luxe, heeft slechte
manieren, minachting voor het gezag en
geen eerbied voor ouderen. Ze geven de
voorkeur aan kletspraatjes in plaats van
training… Jonge mensen staan niet meer
op als een oudere de kamer binnenkomt.
Zij spreken hun ouders tegen, houden
niet hun mond in gezelschap, … en tiran-
niseren hun leraren.”
Herkenbaar? De heer Cox zou het
geschreven kunnen hebben, maar deze
uitspraak is van de filosoof Socrates, en
inmiddels een goede 2600 jaar oud.
Ik heb deze uitspraak in een ver verleden
eens in een schoolagenda gelezen. Maar
ik was niet helemaal zeker over de tekst
en wist ook niet wie hem had uitgespro-
ken. Maar in tegenstelling tot de heer
Cox, ga ik op internet googelen en leer
nog eens wat (bij). Ook als bejaarde.
Ted Lakerveld
ted.lakerveld@gmail.com
--------------------------------------------------
Carels patat
Ik heb van 1959-1960 bij ome Bob
gewerkt. Ik was 17 en flink van postuur.
Van de Arbeidsinspectie mocht ik geen
late avond- of nachtwerk doen, maar
dat werkte natuurlijk voor geen meter.
Dus hebben we er maar een jaartje bij
gelogen. Niemand zag of ik zeventien
of achttien was. Het waren gouden
tijden. Het was erg leuk de dames te
bekijken die ‘s avonds naar ‘l Ambas-
sadeur of Cascade gingen en hoe ze ‘s
nachts weer terugkwamen; prachtig!
Ook de pornoboekjes tussen de zakken
aardappels komen weer bovendrijven in
mijn geheugen. Net als de zelfgemaakte
kroketten en de opkomst van de ‘kip
aan ‘t spit’; er zijn heel wat kippetjes
verknoeid. De verse aardappels werden
in de kiosk gesneden. Ik heb veel patat
gegeten; twee naast elkaar en dan onder
de mayo-pot door. Volgens Ome Bob zou
ik na een poosje geen patat meer lusten,
nou, ik eet het nog steeds en liefst met
een flinke portie mayo. Ik vertelde mijn
man en kinderen wel eens over deze tijd
en als we in de buurt waren, wees ik de
kiosk altijd aan met de woorden: “Jam-
mer dat ik op Zuid ging wonen met mijn
ouders. Ik had best een paar jaar langer
willen blijven.” Er was voor Ome Bob
maar één automerk en dat was Volvo. Ik
herinner me zijn ‘kattenrug’ nog, maar
weet niet meer of die rood of grijs was.
Zijn vrouw was een klein vrouwtje en ze
hadden één dochter. Ze woonden boven
een sigarenwinkel, met daarnaast een
parapluzaak en dan een schoenenzaak, de
American.
Ellie v. d. Linden-v.d. Kroon
Zomerakker 169
3206 TM Spijkenisse
--------------------------------------------------
Katendrecht
Ik heb het stukje over Katendrecht met
plezier gelezen. Later ook de aanvullin-
gen. Nu Ruby schrijft dat zijn kapsalon
niet vermeld staat, wil ik alsnog reage-
ren. Zijn kapsalon zat namelijk in het
pand dat van ome Nico (Versluys) was.
Ik heb nog een foto van mijn zus op het
kozijn. Je kan daarop zien dat het pand
toen al leeg was. De winkel die ook niet
vermeld staat, is de sigarenwinkel van
tante Fillepien, de vrouw van ome Nico.
Deze zat op de hoek Atjehstraat/Lom-
bokstraat. Een mooie grote winkel met
ruim assortiment en een altijd brandende
aansteker.
Gerda van Geene
gerekit@hotmail.com
Gered door de gong
In de krant van dinsdag 29-11-’11 pagina 21 zag ik met genoegen die oude ophaalbrug
over de Binnenhaven en dat kolossale Poortgebouw. Iets verder lagen aan de oostzijde
altijd enkele binnenvaarttankers afgemeerd van de Firma Vermeer & Van der Arend,
kolen- & oliehandel NV. Omdat mijn vader daar werkte als boekhouder, kwam ik daar
regelmatig op kantoor en kon hierdoor wel eens meevaren met de schippers als er in de
Rotterdamse havens ergens iets bijzonders te zien of te doen was. Zo voer ik ook een
keer mee met schipper Jaap Schuring en ik herinner me nog goed, toen we met een
vaart de Binnenhaven uitvoeren, dat mijn vader en de schipper naar me stonden te ge-
baren en te schreeuwen dat ik moest bukken. Verstaan kon ik ze niet, want ik stond op
het voorschip en keek in de richting waar het geschreeuw op het achterschip vandaan
kwam. Ik had niet de gaten waarom ze zich zo druk maakten. Op een gegeven moment
keek ik om en kon nog juist op tijd de stalen balk van de ophaalbrug ontwijken bij het
Poortgebouw, waar we onderdoor voeren. Als ze me niet gewaarschuwd hadden, was
ik wellicht met een half hoofd overboord geslagen en verdronken. Ik zal de schrik
nooit vergeten.
Leen Maystré sr, Spijkenisse
Oude verhalen
en de Zwaluwstraat
Ik ben dan wel geen 50-plusser, maar toch lees ik De Oud-Rotterdammer heel graag.
Waarom: Mijn moeder is in 1929 in Charlois geboren en heeft tot haar 28e jaar in de
Zwaluwstraat gewoond, vanwaar zij getrouwd is. Thuis vertelde mijn moeder veel
verhalen over vroeger, zelfs zo vaak dat ik me nu dikwijls afvraag: heb ik het zelf
meegemaakt of heeft mijn moeder het verteld? Vandaar dat ik een heleboel verhalen
in De Oud-Rotterdammer herken. Mijn moeder leeft niet meer. Maar nu kom ik zeer
regelmatig bij haar twee jaar jongere broer die in de Bommelerwaard woont. Mijn
beste oom wordt wat ouder en derhalve komen steeds meer jeugdherinneringen
boven, die hij mij gretig vertelt. Hij vindt bij mij een gretig luisterend oor. Ik woon
nu in Rotterdam Zuidwijk en heb nog steeds een warm hart voor Rotterdam, in het
bijzonder Charlois uit de tijd van mijn moeder (1929-1957). Ik heb van mijn familie
wat zeer oude foto’s geërfd, waaronder een buurtfoto in de Zwaluwstraat waar mijn
moeder op staat in 1939. Misschien vindt u het leuk en zijn er mensen die zichzelf
herkennen.
M.P. van der Perk, email: mpvanderperk@kpnmail.nl
Lange Hilleweg
Tijdens de watersnood in 1953 woonde ik in Rotterdam-zuid aan de Lange Hilleweg
40a. Mijn vader had daar een kapperszaak. Rechts naast de winkel van Broekhuizen
(opticien) met dichte luiken. De schoorsteen op de achtergrond hoorde bij de bakkerij
van Verschoor. Deze foto werd door een kennis gemaakt vanaf de overkant van ons
huis. Nog even een reactie op de raadplaat in de editie van 29-11-11. In 1954 werkte
ik op de Meent bij de IBM en kocht tussen de middag een broodje bij de firma Dungel-
man. Later bij de firma Bonnewits onze zilveren cassette en onze trouwringen (het
doosje heb ik nog). Beide firma’s hadden een noodzaak op de Coolsingel. Uw krant
vond ik in de bibliotheek in Zwijndrecht.
Jeannette Bijker, j.spar@planet.nl