Op het pleintje voor café ‘t Trefpunt
was tijdens de oorlog een schuil-
kelder van hout met daarbovenop
gras. Regelmatig loeiden de sirenes,
hetgeen een mogelijke luchtaanval
betekende van de Engelsen op Duitse
stellingen. Dan vluchtte iedereen zijn
huis uit en zocht beschutting. Mijn
moeder nam mij dan razendsnel mee
de schuilkelder in.
Brandstof voor de kachel was nau-
welijks meer te krijgen en de houten
zolder was al helemaal gesloopt. Ook
bomen op het kerkhof moesten het
ontgelden en zelfs het hout van de
schuilkelder werd gesloopt. Het was
strafbaar, maar ‘s nachts gingen de
mensen toch op pad. Alles werd in de
kachel gestopt, van oude schoenen tot
stukken rubber. De kamer stond vaak
vol rook, maar daar gaf niemand om.
We gingen ook kolen zoeken bij de
spoorlijn. Hele gezinnen zochten
en elk gevonden stukje werd als
een waardevol kleinood in een tas
gestopt. Ook hardhouten geteerde
blokken, die als wegdek van bruggen
werden gebruikt, werden er massaal
uitgesloopt.
Toen er geen elektriciteit meer was,
zaten we ‘s avonds in het donker
met kaarslicht. Mijn oom had zijn
fiets in een stelling gezet en zat uren
te trappen om licht te krijgen via de
voorlamp.
In 1944 stonden de geallieerden
in het zuiden voor de Waal en was
een groot deel van Zuid-Nederland
bevrijd. In een poging de opmars te
stuiten, werden de mannen door de
Duitsers opgeroepen en gevorderd
om loopgraven te graven. Er waren
mannen, die onmiddellijk onderdo-
ken, maar toch door de Duitsers wer-
den opgepakt. Een lange voettocht
naar Tiel volgde. Ze sliepen daar in
een school. Mijn moeder en opa zijn
nog een keer per fiets met massieve
banden naar Tiel gegaan om eten te
brengen.
De hongerwinter
In de hongerwinter 44/45 stierven
vele mensen van de honger; soms
lagen ze gewoon dood op straat. Mijn
ouders wisten toch nog aan wat eten
te komen. Mijn opa werkte in de
haven en bracht soms meel mee en
mijn vader werkte als melkbezorger
bij de RMI, dus die kon ook wat
voedsel versieren. Ik was enig kind
en dat scheelt. Enkele buren hadden
hongeroedeem, oftewel waterzucht.
Zij hadden opgezwollen benen en dat
was niet om aan te zien.
In onze buurt woonde Dries de Kat-
tenmepper. Je kon bij Dries voor geld
een kat bestellen, gestroopt en wel.
Gezegd werd dat kattenvlees net zo
goed smaakt als konijnenvlees, dus
er ontstond een aardige handel. Dries
liep de hele stad af en wist er altijd
weer eentje mee te brengen. Op den
duur was er geen kat meer te vinden.
Ik herinner mij dat een broodbak-
ker van bakkerij De Vooruitgang in
de Meester Willemstraat met zijn
bakfiets door de straat fietste. Plots
kwam een stel jongemannen aanren-
nen met ijzeren staven in hun hand en
die sloegen keihard op die bakfiets.
De bakker rende voor zijn leven en
de bakfiets werd leeg geroofd.
Veel kinderen liepen op blote voeten.
Anderen, ook ik, hadden klomp-
schoenen; een soort sandalen met
zolen van hout met riempjes. De
riempjes waren zeer slecht en veroor-
zaakten open wondjes aan de enkels,
die gingen zweren. Door gebrek aan
melk herstelden die zweertjes heel
langzaam.
In april 1945 begonnen de voedsel-
droppings in het westen van Neder-
land, ook bij Terbregge. Wij slipten
langs de bewaking en zagen de balen
uit de viermotorige Lancasters naar
beneden vallen. Overal lagen hele
opengescheurde balen suiker, zelfs
op sommige daken van huizen in
Terbregge. We aten alles op wat
we te pakken konden krijgen, zoals
melkpoeder en chocoladerepen, die
in de weilanden lagen. Ik herinner
me nog dat ik van mijn moeder een
groot stuk Zweeds witte brood en een
klont echte boter kreeg en die buiten
op de stoep ging opeten. De smaak
was uniek.
Bevrijding
Ik herinner mij als de dag van
gisteren hoe ik als tienjarige op de
Bergweg stond te juichen, toen de
Canadezen met hun tanks Rotterdam
binnen trokken. Mijn vriendjes en
ik sprongen meteen op zo’n tank
en reden een stuk mee. We kregen
chocolade van de soldaten. Het was
een hoogtepunt in ons leven en er
werd wekenlang feest gevierd. Mijn
ouders waren elke dag buiten aan het
dansen bij geïmproviseerde orkest-
jes. Ook werd overal de nationale
driekleur tevoorschijn gehaald en
uit de ramen gestoken. Direct na de
bevrijding spoorden jonge mannen de
‘moffenhoeren’ op. Die werden kaal
geschoren en voorzien van een ge-
verfd hakenkruis op het kale hoofd.
Wij als jongetjes liepen daar joelend
achteraan. In feite gingen die meiden
vaak alleen maar met moffen om
vanwege hun armoe en honger in de
hoop wat eten te pakken te krijgen. In
de Hooglandstraat woonde ook een
‘moffenhoer’. Bij de voordeur stond
een stevige kerel. In zijn vuist een
enorme hakbijl aan een lange steel.
Hij riep: “Wie hier binnen durft te
komen, sla ik persoonlijk zijn kop er
af.” Het volk droop af. Hier stond een
vader, die voor zijn dochter opkwam.
Piet uit Beijerse
Naaldwijk
pietuitbeijerse@caiw.nl
De Oud
Dé gratis krant voor de 50-plusser
Oplage: 122.000 ex.
Dinsdag 1 mei 2012 - Jaargang 8, nr. 9
- Bevrijdingsfeesten waren er wekenlang in heel Rotterdam Foto: Het geheugen van Nederland. -
Deze week o.a.:
Verzilver uw goud!
Inkoop van goud, zilver en munten
Dorpsweg 74a, Rotterdam
T 010-4803001 Open: di. t/m za. 09.00-17.00 u.
www.goudwisselkantoor.nl
DOR12
1912 - 2012
Het beste wat ú nog
kunt geven!
Een kat smaakte als konijnenvlees
Wat ik me, als toen vijf-
jarig jongetje, van het
bombardement herinner,
waren de verschrikkelijke
inslagen van de bommen;
het harde geluid van me-
taal tegen metaal, afschu-
welijk, snerpend hard met
luide knallen. Mijn vader
nam mij mee naar het
dak, waar alle mensen in
het Zwaanshals stonden.
We zagen de binnenstad
in lichterlaaie staan met
ontzettend veel rook.
Ik gilde het uit
en raakte
bewusteloos
- Pag 9
Foute
burgemeester
en een stoere
dominee
- Pag 11
Onervaren
piloten
bombardeerden
Rotterdam-West
- Pag 19
Mais verbouwen
tussen het
puin
- Pag 23
Uw eigen leven blijven
leiden met de juiste zorg
www.aafje.nl
088 8 233 233
Alles naar wens
Uw eigen leven blijven
leiden met de juiste zorg
www.aafje.nl
088 8 233 233
Alles naar wens
Zie onze
speciale
EK-oproep
op pagina 20