De Oud-Rotterdammer - De krant voor de 50-plusser
Dinsdag 7 augustus 2012
pagina 3
Er stond een standwerker die scheer-
mesjes verkocht en die, om aan te
tonen hoe soepel zijn product was,
het mesje tussen zijn vingers dubbel
boog. Ik dacht dat ik dat ook wel kon
en probeerde het uit in de watersto-
kerij van juffrouw De Jong in de
Albrecht Engelmanstraat. Vermoe-
delijk was de kwaliteit niet zo goed,
want met een droog geluid brak het
mesje in twee. De andere klanten in
de waterstokerij stonden een beetje
vreemd naar mij te kijken. Ik had
goed de pest in, want ik moest mijn
overgebleven stuiver gebruiken om
een nieuw mesje te kopen en was ge-
lijk mijn zakgeld voor de hele week
kwijt om een huurboek te halen bij
Van der Elst op de hoek van de 2de
Schansstraat en de Spanjaardstraat.
Nou ja, die week dus geen huurboek.
Aan het eind van de markt stond een
standwerker uit de laadbak van zijn
vrachtauto Hortensia’s te verkopen
bij afslag. Die man verdiende goud.
Haring
In de 3de Schansstraat was het
vishalletje van Zieldorf. Man en
vrouw hielpen de klanten samen en
hadden het daarmee heel druk. In de
middagpauze kwamen de mannen
die daar vlakbij in de machinefa-
briek werkten (ik weet daar helaas
de naam niet meer van) bij Zieldorf
hun haring voor op het brood halen.
Mijn zwager die daar ook werkte, at
zijn boterham bij ons thuis op en dan
moest ik (acht jaar oud) zijn haring
gaan halen. Ik moest dan wachten
tot de werkmensen geholpen waren,
want die moesten terug naar de
fabriek. Ik barstte eens in tranen
uit, want mijn zwager zat thuis te
wachten op zijn haring. Mevrouw
Zieldorf hoorde mij uit en dat hielp,
ik werd voortaan het eerst geholpen.
Een schoongemaakte haring kostte
toen acht cent per stuk. Door de
week was het middenplein van de
Spanjaardstraat het domein van de
jeugd. Door het asfalt waarmee het
plein bestraat was, bleek dit een
heerlijke rolschaatsbaan. Tientallen
kinderen waren daar regelmatig aan
het rolschaatsen en daar waren toen
al meisjes en jongens die een vorm
van kunstrijden beoefenden. Toen al.
Harm Jager
Spuistroomstraat 17
Hoogvliet 3192 XX
harm_jager@kpnplanet.nl
De Spanjaardstraat was in mijn jonge jaren een heel
aparte straat. Hij was lang, had een verhoogd geasfal-
teerd middengedeelte. Elke donderdag was het marktdag
en dan stond de straat vanaf de Schiedamseweg tot aan
het Hudsonplein vol kramen. Standwerkers waren druk
vertegenwoordigd, een prachtstand werd ingenomen
door de man die een stuk plein afzette met een kring van
bananenkisten. Hij riep dan een jongen uit het publiek
bij zich en ik zie nog voor me hoe hij bij die knul een hele
banaan naar binnen duwde. Altijd heb ik jaloers gehoopt
dat ik ook eens aan de beurt zou zijn, maar dat is me
nooit gelukt.
Scheermesje op de markt in de Spanjaardstraat
- De markt in de Spanjaardstraat, voordat de tram er doorheen kwam (Foto Voet) -
c
foto burosolo.nl
CCtje
C
ox
C
olumn
De rubriek Tante Post
Maar ook negatieve reacties zijn
bij mij aan het goede adres. Het
kan nooit kwaad iemand iets te
zien beweren dat dwars tegen jouw
mening ingaat. Het kan je op de
gedachte brengen: “Goh, zo had ik
het nog niet bekeken” en daar kun je
in het gunstigste geval dan weer iets
van leren. Dat je bijvoorbeeld niet
mag schrijven dat schepen ‘pijpen’
hebben, maar dat het ‘schoorstenen’
moet zijn, okee, ik zal niet zeggen
dat het mijn wereldbeeld schok-
kend heeft beïnvloed, maar ik wist
het niet en nu wel, dus dat is weer
meegenomen. Maar dat iemand
het “dom” vindt dat ik mij niet als
nautisch “aangelegen” beschouw, hij
schrijft terecht dat het “aangelegd”
moet zijn, ja luister eens, dat was een
grapje; het is moeilijk en pijnlijk als
je je eigen speelsigheidjes moet gaan
uitleggen, maar enig gevoel voor
humor mag je bij je lezers toch wel
veronderstellen. Degene op de redac-
tie die zo’n brief plaatst mag dat ook
wel eens bedenken. Maar misschien
is ie geplaatst om de inzender in zijn
hemd te zetten, dat kan natuurlijk
ook. Over het algemeen hebben
“verontwaardigde” reacties trouwens
last van een tekort aan gevoel voor
humor. Humor betekent nu eenmaal
relativering en dat neemt meestal
veel boosheid weg.
Dat negatieve brieven dikwijls
ook vol staan met beledigingen en
boosaardige veronderstellingen,
daar moet je mee leren leven. Ik
heb zelf nu eenmaal een vrij forse
stijl van schrijven en wie kaatst
moet de bal verwachten, ook al is
het een sneeuwbal met een steen
erin. Reageren op brieven onder de
gordel moet je ook liever niet doen,
je kwetst de schrijver het meest door
hem in het ongewisse te laten of je
het wel gelezen hebt. Maar voor de
eerste keer in acht jaar ga ik toch
even ergens op in, één keer in de
acht jaar dat moet kunnen, ik zal er
geen gewoonte van maken.
Mijn enthousiasme over het maken
van de film Het Bombardement,
waar ik een piepklein rolletje in
speel, riep een reactie op van iemand
die zich afvroeg wat er nou zo
romantisch is aan het verwoesten
van Rotterdam in 1940. Nou, ik denk
heel veel, als je romantisch vertaalt
als “het boeiend vertellen van een
geschiedenis”. Maar bovenal, weet
zo’n man dan niet dat elke oorlogs-
film, Pearl Harbor, Gone with the
wind, Ben Hur, is opgehangen aan
een romantisch verhaal? Om van
rampenfilms maar te zwijgen. Litera-
tuur eender: Oorlog en Vrede van
Tolstoi is samen met zijn beschrij-
vingen van de verschrikkingen van
Napoleons inval in Rusland één brok
romantiek. Dat vind IK nou dom, als
je zoiets niet weet.
Om dan meteen weer te gaan
schimpen met het woord ‘com-
mercieel’ is ook zo treurig. Mag ik
eraan herinneren dat commercieel
vooral betekent dat je financieel je
eigen broek op kunt houden? Laten
we hopen dat voornoemde film een
groot commercieel succes wordt, dat
er een massa mensen kennis nemen
van het droeve lot dat onze stad die
rampzalige veertiende mei trof. Dat
een bekende zanger de hoofdrol
speelt zal daar zeker aan bijdragen.
Dat “ik hem daarvoor de kans geef”
is een schromelijke overschatting
van mijn minieme bijdrage aan de
film. Het is gewoon een kassa-ding,
en dat is niks nieuws. Doutzen Kroes
speelde laatst in een film, Elvis ging
films maken, in de klassieke western
Rio Bravo speelt naast John Wayne
de in die tijd beroemde tienerster
Ricky Nelson. En als ze het maar
goed doen, is er niets aan de hand,
die zitten geen enkele “echte acteur”
in de weg.
Dus een figuur die zich om de een
of andere reden gepasseerd voelt, en
die in deze krant via een ingezonden
brief de gelegenheid krijgt een aantal
infame, beledigende en ronduit
smerige aantijgingen te doen aan het
adres van regisseur Ate de Jong en
ondergetekende, zou ik het volgende
willen toevoegen: de ziekelijke ma-
nier van uw denken verontrust mij.
Zoek hulp.
Het eerste dat ik lees als De Oud-Rotterdammer bij mij op de mat valt, zijn de ingezonden
brieven. Nou, eerlijk gezegd kijk ik of er ook brieven bij zijn die over mijn stukjes gaan.
IJdelheid kent geen tijd, zegt u dat wel. Wanneer er op je gereageerd wordt, betekent dat
voor mij in ieder geval dat je gelezen wordt en daar gaat het toch maar allemaal om. Posi-
tieve brieven zijn natuurlijk helemààl een lafenis voor de ziel, ik heb mijn hele leven op het
toneel gestaan in de hoop op bijval, en complimenten in de krant zijn natuurlijk net zoiets.