De Oud Rotterdammer Week 52 - page 1

Een kerstmis van lang gele-
den. Het was in de strenge
winter van 1944/’45. Het was
erg koud en wehadden geen
kolen voor de kachel voor de
warmte en om op te koken,
als je tenminste wat had om
te koken. Voor een halfje
brood moest je heel lang in de
rij staan voor de bakkerswin-
kel. Er werd honger geleden.
De soldaten van het Duitse le-
ger hadden alles wat ze kon-
den gebruiken meegenomen
naar ‘die Heimat’. Die kerst
luidden er geen kerstklokken,
de grote klokken hadden ze
naar Duitsland vervoerd om
daar te worden verwerkt tot
munitie.
In ons gezin in Rotterdam, met mijn
drie broertjes en twee zusjes, hadden
we het niet best. Onze vader was afge-
voerd naar Duitsland. We zochten ko-
len op het rangeerterrein tegenover het
Feijenoord-stadion. Tussen de sintels
zaten ook nog stukjes kool. Mijn broer
Gerrit en ik bleven maar scheppen en
zeven totdat we een klein beetje van
het ‘zwarte goud’ bij elkaar hadden.
Ondertussen naderde het kerstfeest.
Zondagschool
We gingen als kinderen naar de zon-
dagschool. Op het kerstfeest kreeg je
altijd een mooi boek. Als je je versje
had geleerd, kreeg je een dik boek en
als je dat niet had gedaan, kreeg je een
dun boekje. Dat laatste kreeg ik dus
altijd. Maar nu werden er geen boeken
of schoolschriften meer gedrukt. Er
was geen papier meer. De winkels wa-
ren leeg en er stond niets in de etala-
ges. Voor de kinderen op het kerstfeest
geen sinaasappels, chocoladekransjes,
chocolademelk of andere lekkere
dingen. Het was koud in de gymzaal
van de Johan Bogermanschool op het
Stichtseplein. De kachel brandde niet.
Iedereen hield z’n jas aan, als je die
tenminste had.
Een paar kaarsjes verlichtte de
kerstboom en de zilveren ballen glom-
men in het kaarslicht en zo was het
toch nog mooi in die koude zaal. Er
werden veel kerstliederen gezongen,
want daar werd je warm van en alle
kinderen zaten vol aandacht te luiste-
ren naar het mooie kerstverhaal. We
luisterden met rode oortjes. Natuurlijk
kun je het kerstfeest vieren zonder al
dat lekkers, dat we nu gewend zijn.
Want het echte kerstfeest blijft toch
het belangrijkste, de geboorte van de
Here Jezus in de stal van Bethlehem,
maar voor kinderen horen daar ook
die lekkernijen en cadeautjes bij. In
de oorlog kon dat gewoon niet. Alles
was op, tenminste voor de gewone
mensen.
Jamin
Maar de meesters en de juffrouwen
van de zondagschool, hadden toch
wat gevonden om aan de kinderen te
geven. Het was wel anders dan anders,
maar toch lekker. Iemand van de
leiding had bij de bakkerij van Jamin
een heleboel kantkoek kunnen krijgen.
Wat dat is? Het is het snijafval van de
ontbijtkoeken en de taai taai.
Ook was er voor de kinderen een
lekker sterappeltje en een schuimpje,
ook van Jamin, denk ik. Ieder kind
was reuze blij en kreeg ook nog wat
te lezen cadeau. Een oud schoolboek
dat niet meer werd gebruikt. Het is het
dikste boek dat ik ooit kreeg. Nu nog
weet ik de verhalen die erin stonden.
Over Louis Pasteur, madam Curie,
Edison, Marconi en ook over een
Japanse zendeling.
Na het zingen van het Ere zij God,
was het kerstfeest afgelopen en liepen
we door de donkere straten naar huis.
Het was echt donker; er brandde geen
straatlantaarn. Ook waren alle ramen
van de huizen verduisterd. Op de
bomen waren witte banden geverfd,
zodat ze toch een beetje zichtbaar
waren. Thuis kropen we weer gauw
onder de dekens, dan had je geen last
van de kou. Naar school hoefden we
niet, er was geen verwarming.
Wij woonden vlakbij het Feijenoord-
stadion. Op het grote rangeerterrein
nabij het stadion lagen veel houten
bielzen onder het spoor. Die haalden
de mensen weg. Daar konden ze de
kachel mee stoken en dus ook koken.
Bij de gaarkeuken kon je een paar
keer per week een prak of soep halen.
Het was vaak aardappelsoep met een
smaakje en wat er verder in zat, kon
je niks schelen. Als je echt honger
hebt, eet je alles. Ook suikerbieten en
bloembollen. Wij hadden gelukkig
nog een zak erwtenmeel in huis, het
was eigenlijk varkensvoer, maar wij
waren er erg blij mee. De erwten-
soep, die mijn moeder ervan maakte,
smaakte best, al zaten er alleen maar
uienringen in. Sinds die tijd vind ik
uien lekker.
Soldatenbrood
Op den duur raakten de erwtenmeel en
de tarwe op. De nood steeg. Moeder
had het zwaar. Op een dag was ze
teneinde raad. Ze is met mij en mijn
broer Gerrit naar onze bakker gelopen
en smeekte hem om brood. Ze liet de
bankbiljetten zien, want ze wilde wel
betalen. Maar de bakker had niets. Hij
was trouwens de broodbezorger van
bakkerij Lakeman op de Putsebocht.
De tranen liepen over haar wangen en
als jochies van zes en acht jaar konden
we er ook niets aan doen. Dat was
allemaal heel moeilijk. Op de een of
andere manier kwam er toch nog wat
te eten die avond.
De volgende morgen werd er al heel
vroeg op het raam van de slaapkamer
getikt. Wij liepen het trapje af naar de
schoenmakerij en keken voorzichtig
langs het raamscherm naar buiten. We
konden onze ogen niet geloven. Het
was Pa.
Hij was afgekeurd vanwege zijn
gezondheid en mocht weg uit Duits-
land. Met een kolentrein was hij naar
Zwolle gereisd en toen weer verder
naar Rotterdam. Wat waren we blij.
Hij bracht ook nog een zak vol Duits
soldatenbrood mee, Nou ja, echt smul-
len zal het niet geweest zijn, maar de
ergste honger was over.
Simon Fousert sr
Aarlanderveen 2013
Een ijskoude hongerige kerst
De Oud
Dinsdag 24 december 2013 . Jaargang 9, nr. 26
Deze week o.a.:
Faber terug in
Rotterdam
Pag. 3
Oude brieven
van zeelieden
Pag. 9
Liftboy op de
Nieuw Am-
sterdam
Pag. 13
Leuke mei-
den werden
ouvreuse
Pag. 17
Soep uit de gaarkeuken in de hongerwinter, foto uit boek Rotterdam in barbaarse jaren van Herman Romer
Oplage: 122.000 ex.
         
DOR13
Het beste wat ú nog kunt geven!
        
Zie onZe
advertentie op pagina 6
voor acties en overige
informatie.
Coolsingel 215, Rotterdam (direct aan
metrohalte Beurs),
tel. 010 - 41 42 666
ALLE MERKEN VERGOED DOOR ELKE ZORGVERLENER.
UW OUDE HOORTOESTEL
IS NU
50,-
WAARD BIJ
AANSCHAF VAN EEN NIEUWE.
1 2,3,4,5,6,7,8,9,10,11,...28
Powered by FlippingBook