De Oud Rotterdammer Week 52 - page 5

Ook al ben je niet godsdienstig, dan nog vraag je je af of het wel nodig was zoveel van deze gebouwen
te slopen. Waren ze daarvoor niet te mooi? Afijn, dit keer een doorgaande straat, waarvan de bebouwing
behoorlijk is veranderd. De kerk, zoals u al begrepen heeft, is er niet meer. Ze had een bijzondere naam,
die aan een beroemde vrouw doet denken. Waarbij moet worden aangetekend dat in dezelfde straat nog
een gebouw dezelfde naam droeg. Hadden die gebouwen dan iets met elkaar te maken? Zo ja, wat dan?
Natuurlijk is er veel over deze kerk te vertellen. De dag dat u er zelf werd gedoopt, zult u zich niet
herinneren, maar wellicht wel toen uw (klein)kind aan de beurt was. En wie weet, vierde u er een van de
belangrijkste dagen van uw leven, toen u in het huwelijksbootje stapte.
Haal uw herinneringen op aan de kerk en ook aan dat andere gebouw met dezelfde naam. Om dat allemaal
te kunnen, moet natuurlijk eerst even worden uitgeplozen waar deze foto is genomen.
Maak de lezers deelgenoot van uw ervaringen. Stuur uw reactie naar De Oud-Rotterdammer, Postbus 113,
2910 AC Nieuwerkerk aan den IJssel of beter nog mail naar
Ria Borsje-de Wegeris is zo iemand die er begin
jaren vijftig met een voor die tijd typerend zwem-
pak letterlijk probeerde het hoofd boven water te
houden.
“In zesde klas van de H.J. van Wijlenschool
Buitenhofstraat-Veeluststraat gingen we met lijn
16 naar de Oudedijk. Vandaar gingen we lopend
verder. Wij kregen er zwemles, maar waren bang
voor ratten in het water. Zonder zwembandjes en
vasthoudend aan een houten plankier moesten we
de beenslag oefenen. Het zwempak, door mijn
moeder gebreid, paste prima. Maar even later, uit
het water komend, was het zwempak twee keer zo
groot geworden. Wat een blamage. Ik vloog naar
de paar kleedhokjes en deed gauw m’n hemd,
broek en jurk aan. Met de tram weer naar huis,
waar mijn moeder zei: ‘hoe kan dat nou? Het was
dure wol, het kon niet krimpen.’ Maar helaas wel
lubberen. Zwemmen heb ik daar echt niet geleerd.
In het Oostelijk zwembad gingen mijn broer en
zus op zwemles. Daar heb ik de kunst afgeke-
ken. Nu, na ruim 60 jaar, zwem ik twee keer per
week 20 baantjes van 50 meter in de morgen
om half acht, Gelukkig met een goed zwempak.
Wij doen dat met z’n vieren. Ze noemen ons dan
ook Klavertje Vier. Ik ben de oudste - 74jaar - en
ze blijven meegaan onder het motto ‘zolang jij
zwemt, gaan wij mee.”
Jannie Schippers-Mitgenberg kwam er veel. Haar
ouders verdienden er hun geld.
“Mijn vader Ferry Mitgenberg en mijn moeder
hadden er een garderobe. Ze verhuurden er ook
ligstoelen. Mijn moeder ging over de toiletten en
mijn vader runde daarnaast de tenten. Die werden
netjes op rij gezet voor een hele zomer en werden
in zelfgemaakte karretjes in de garderobe gestald
voor de hele winter. Mijn zussen en ik hebben een
geweldige tijd gehad aan het Kralingse Strand-
bad. Met veel weemoed denken wij eraan terug,
de ontspannen, eenvoudige sfeer die er heerste.
Een heerlijke tijd!”
Lidy van Dop-Griffioen was er vaak op warme
dagen, maar Lidy had nog een reden om verbaasd
naar de raadplaat te kijken.
“Wij woonden in de Wiekstraat en liepen op
warme zomerdagen naar de Kralingse Plas.
Minstens een half uur heen, maar ook terug over
het Schuttersveld, dat in die tijd meer weg had
van een duinpartij. Allemaal kuilen en gaten waar
in de oorlog de mensen groeven. ik denk voor wat
kolengruis. Een vraag: weet u wie de mensen op
de foto zijn en in welk jaar deze foto gemaakt is?
Want met een beetje fantasie herken ik mij moe-
der en zusjes.” Antwoord van de redactie: de foto
is afkomstig van uitgeverij Voet in Rotterdam.
Frieda van der Leer-Munstermann genoot niet
alleen van de omgeving. Zij was vaak vergezeld
van haar op een wolf lijkende hond.
“Nou, of ik dit nog ken! Fietsend van Schiedam
naar de Kralingse Plas. Daar heerlijk luieren en
zonnen. Af en toe een afkoeling in het water en
dan even naar het eilandje of de overkant zwem-
men. Of met de hond, per tram, naar de plas. Er
dan omheen lopen en dan met een kletsnatte hond
weer terug. Lopend, want met zo een nat beest
kan je niet in de tram. Was een forse wandeling.
Ik heb een keer in een garage een poetsdoek
gevraagd. Kon ik hem droogwrijven en per tram
terug. Op een keer zei de conducteur: “Alleen
schoothonden mogen naar binnen.” Ik zei dat
ik hem dan wel op schoot zou nemen en zo
geschiedde. Ik zie nog het verbaasde gezicht van
de conducteur. Ik had namelijk een op een wolf
lijkende hond, dus een forse ‘schoothond’. Nu
zwem ik niet meer in de plas, maar eromheen
lopen is altijd nog prettig.”
Peter van Oossanen komt er nu nog, maar dan
met zijn eigen gezin.
“Ik ben van 1972 en kwam er als kleine jongen
vaak. Wij liepen dan vanaf ons huis aan de Hoy-
ledestraat langs het kanaal richting de plas. Van
zwemmen is het toen nog niet gekomen, als mijn
teen het water raakte, krijste ik alles bij elkaar.
Nog steeds is dit druk bezocht en geniet ik ook nu
met mijn gezin van die omgeving. Het bos is er
ook zeer fraai. Leuk terug te zien!”
Corry Jansen-Hagens beleefde er op een mooie
zomerdag een heel benauwd moment.
“Het zal zo’n 64 jaar geleden zijn, dat ik daar
in de zomervakantie regelmatig met m’n twee
jongere broertjes vertoefde. Het was steeds weer
een ramp om daar als tiener met dat kleine grut
door moeder uit wandelen te worden gestuurd en
dan bij voorkeur naar dit strandje. Op een dag zag
ik een klein jongetje heftige spartelbewegingen
maken in het water. Ik rende er naartoe om hem
van de verdrinkingsdood te redden. U raadt het al:
het was m’n eigen broertje, drie jaar oud! Het is
nu leuk daaraan terug te denken, maar toen had ik
het stikbenauwd.”
Nel Krug-Trompert, bewaart zoals alle lezers die
reageerden, fijne herinneringen aan het Kralingse
Strandbad. Ook zij ging op een voor die tijd
typerende tijd te water.
“Ik logeerde altijd bij opoe en opa Trompert in
de Rosestraat 100b. Met opoe ging ik ‘s zomers
altijd met de tram vanuit de Oranjeboomstraat
naar de Kralingse Plas en daar ging ik met mijn
onderbroekje het water in. Zo heb ik leren zwem-
men, dat was het mooiste van de logeerpartij.
Later heb ik mijn nichtjes en kleindochters leren
zwemmen tot mijn jongste kleindochter, nu 13
jaar, vroeg hoeveel diploma’s ik had. Toen viel
ik door de mand. “Geen enkele”, zei ik, “vroeger
was er geen geld en leerde je dit gewoon zelf.” Ik
had het voor geen goud willen missen.”
Jan Brox leerde er zwemmen en durfde daarna
naar het eilandje te zwemmen. Daar deed hij
een ervaring op, die meer Rotterdammers zich
herinneren.
“Vanuit Tuindorp gingen we met met lijn 3 tot
aan het Bolwerk bij het Witte Huis. Vandaar
liepen we met het gezin naar De Plas. We hebben
er zwemmen geleerd en toen we dat onder de knie
hadden, zwommen we naar het eilandje. Nogal
wat mensen deden daar hun behoefte. Later had
mijn vader een houten jacht. Wij voeren vanaf
Valkhof bij de Boezem naar De Plas. We zijn toen
opnieuw afgemeerd bij het eilandje, maar zijn
weer vlug vertrokken. De stank was nog erger
dan voorheen.”
Leren zwemmen in een gebreid zwempak
Dat raadplaat 45 in de uitgave van 26 november niet al te moeilijk was, blijkt
uit de reacties van de lezers. Niemand had een foute oplossing. Logisch, zo veel
locaties als deze telt Rotterdam niet. Straten kunnen nogal eens op elkaar lijken,
maar een plek als het Kralingse Strandbad is uniek. Bovendien zijn er maar weinig
wat oudere Rotterdammers die er geen herinneringen aan hebben. Het was dé
plek om op warme dagen een ‘mini’ vakantie te vieren. Veel mensen hebben er
zwemmen geleerd of op z’n minst geprobeerd het te leren. Dat kon zonder gevaar,
want je kon ver de plas in lopen zonder dat het direct diep werd.
De Oud-Rotterdammer - De krant voor de 50-plusser
Dinsdag 24 december 2013
pagina 5
45
Ken je dit nog?
47
Nr.
Nr.
EEN ROTTERDAMS FAMI L I EBEDR I JF S I NDS 1888
Kwaliteit, Zekerheid en Keuzevrijheid, zoals ú het wilt
Begrafenis - Cremat ie
010 - 447 99 00
1,2,3,4 6,7,8,9,10,11,12,13,14,15,...28
Powered by FlippingBook