De Oud Rotterdammer Week 42 - page 9

Het hoofd van de glo-school advi-
seerde ouders meestal welk schooltype
het best voor de leerling was, de
Cito-toets bestond nog niet. Som-
mige middelbare scholen hadden hun
eigen toelatingsexamen ingevoerd.
Als je daar voor zakte, kwam je niet
op die school. Het hoofd van de glo
Van Wijlenschool gaf mijn ouders
het advies mij naar de mulo te sturen
en dat werd dan de christelijke AWF
van Idenburgschool in de Korfmaker-
straat in Rotterdam-west. Het was een
goede, maar ook strenge school. Die
drie jaren duurden dan ook lang. Het
was oorlog en bij luchtalarm moesten
we onder onze banken kruipen. De
leerkracht ging dan in een hoek van
het lokaal staan, zover mogelijk van de
ramen vandaan. Dat gebeurde wel een
paar keer per week, want de havens
waren dichtbij en die waren het doel-
wit van de Amerikaanse en Engelse
bommenwerpers. Wij maakten dan
met z’n allen zo’n vreselijke pestherrie
dat je het signaal veilig in de meeste
gevallen niet eens hoorde.
Eind 1944, halverwege de opleiding,
vertrok ik voor zeven maanden naar
Stadskanaal als gevolg van een anti-
honger-beleid. Daar zat ik ook op de
mulo. Toen het vrede was, vertrok
ik weer naar Rotterdam en kwam
meteen in de examenklas, ofschoon
de opleiding onvoldoende was. Als
voorproefje werd eerst een tentamen
afgenomen.
Slecht gemaakt
De wiskundeleraar heette Kemel. Hij
had een paar venijnige vraagstukken
opgegeven. In de klas zaten onder
meer Willy de Kwaadsteniet, Amy
Vos, Willy Dee, Koos de Jager, Jan
Foppen, Koen van der Kooi, Kees
Rappoldt en Wim Langendam, die
een kei in wiskunde was! Een paar
dagen na het tentamen wiskunde
stapte Kemel met een nors gezicht de
klas binnen. Hij begon meteen al met:
“slecht gemaakt, mensen, heel slecht.
Ik heb al die tijd aan een stelletje grote
sufferds lesgegeven.” Hij deelde de
blaadjes uit en ik zag dat Wim een
2 had. Even later liep hij langs mijn
bank en ik zag met grote cijfers 3/4
staan. Meteen veerde ik overeind,
grijnsde naar Wim Langendam met
de woorden: “ik ben eindelijk beter
dan jij!!”
Toch vertrouwde ik het niet helemaal
en ik stak m’n vinger op met de vraag:
“meneer, heb ik nou een 3 of een 4?”
In twee stappen stond de leraar naast
me, gaf me een fikse draai om m’n
oren en beet me toe: “uilskuiken, zie
je dat niet, je hebt een driekwart, dus
minder dan een 1! Je verdient een pak
voor je pantalon!” Dit was zijn vaste
uitdrukking als hij niet meer wist wat
hij moest zeggen. Het is op den duur
toch meegevallen: Wim ging naar de
MTS en studeerde in Delft elektro-
techniek: hij werd ingenieur. Ik werkte
een paar jaar bij Unilever, waarna ik
de studie aan de Rotterdamse Avond-
kweekschool volgde en onderwijzer
werd. Ik heb ook heel wat cijfers
gegeven, maar nooit een ¾…!
‘Eindelijk ben ik beter dan jij’
Het onderwijs was in de jaren veertig anders geregeld dan nu.
Voor de knappe leerlingen was na het glo (gewoon lager onder-
wijs) de hbs (hogere burger school) een logische voortzetting,
terwijl de minder bedeelden naar de mulo (meer uitgebreid lager
onderwijs) gingen. De derde mogelijkheid was de ambachts-
school, waar je meteen een beroep leerde. Die mulo was ver-
deeld in een A-kant met talen en een B-kant met wiskunde. Deze
opleiding duurde vier of drie jaar.
De Oud-Rotterdammer - De krant voor de 50-plusser
Dinsdag 14 oktober 2014
pagina 9
De Buitenhofstraat,waar de Van Wijlenschool was gevestigd
Café De Nichtlamp is dicht. Bestaat
niet meer. Al meer dan honderd
jaar. Sinds in het pand ernaast een
politiepost kwam. Is de naam ontstaan
uit een schrijffout - had het eigenlijk
‘Nachtlamp’ moeten zijn? Dat zou
heel goed kunnen, want het logement
was bijna elke nacht open. Waar-
schijnlijk is de naam te wijten aan de
verkeerde schrijfwijze van het Engelse
‘Nightlamp’. In die tijd en zeker in
die buurt sprak niet iedereen Engels.
Een begrijpelijk vergissing dus. Tenzij
iemand ‘Nichtlamp’ veel leuker vond
klinken dan ‘Naijtlamp’ en dat zwierig
op de ramen schilderde.
Café De Nichtlamp was een van de
beruchtste nachthuizen. Ingeschre-
ven als logement was het tevens een
‘rendez-vous’. In de winter werd er
‘s nachts erwtensoep verkocht. Het
huisje, met het adres Zandstraat 51,
had - handig - ook een uitgang aan
de Schavensteeg. Kamers waren
verhuurd aan publieke vrouwen. De
gehele nacht was het krot gevuld met
alle soorten slag volk. In rijtuigen
en auto’s werden de bezoekers vaak
aangevoerd. Twee grote Duitse
doghonden dienden om respect in
te boezemen aan lastige bezoekers.
Ondanks dat het een van de beruchtste
nachthuizen was, hoorde men er nooit
van diefstal.
Kleine Koosje
De ‘houdster’ van het nachthuis was
Jacoba Bogers, bijgenaamd ‘Kleine
Koosje’. Dat zal een leuk gezicht
geweest zijn, zo’n klein vrouwtje
naast twee duitse doggen. Koosje was
ongehuwd en leefde in concubinaat
met een zekere ‘Kees de Boef’. Al
werden bezoekers nooit bestolen en
op koude dagen gastvrij onthaald met
erwtensoep, blijkbaar kon De Nicht-
lamp niet concurreren met de nieuwe
buurman die op nummer 53 kwam.
Een politiepost naast een nachthuis,
dat voelde toch niet lekker. Sommige
bezoekers zochten dan liever een
ander logement. Jammer, want het
was een gezellige tent. In de wijk was
keuze genoeg, al waren niet alle loge-
menten even betrouwbaar. Verderop,
op nummer 49, was ook een café, een
‘gewoon’ café’ met vergunning, een
zeer beruchte kroeg van Kees Verduin.
Iets verder, op num-
mer 57 zat café-
chantant Peper. Op 58,
aan de overkant, was
het bordeel van vrouw
‘De Heer’, naast
danszaal ‘Lezul’, waar
uitsluitend zeelie-
den kwamen van de
Balkan en op 64 zat de
nachtzaak van Joseph
Pels.
Uiteindelijk gingen al
deze florerende zaken
ten onder. Niet wegens
gebrek aan klandizie,
maar op last van het
gemeentebestuur. Die
besloot in 1904 om de
Coolvest te dempen en
er een boulevard met
allure van te maken. Aan de nieuwe
Coolsingel zou een imposant stadhuis
verrijzen, die het vijfhonderd jaar
oude ‘Gasthuis’ aan de Hoogstraat
zou vervangen. De sloppenwijk rond
de Zandstraat moest hiervoor wijken.
Zo doofden de walmende lichten der
nachthuizen, zoals twintig jaar eerder
ook De Nichtlamp was uitgegaan.
Kees van Dongen zat er ooit voor de
deur te tekenen.
Marcel Deelen, 06 - 8357 2448
Het beruchte café De Nichtlamp
Niemand komt ooit nog in café De Nichtlamp. Een logement eigenlijk, zo stond het
ingeschreven. Iedere morgen werd keurig een ‘nachtlijst’ ingeleverd met namen van
gasten. U kent de Nichtlamp’ niet? Dan bent u geen uitzondering. Bijna geen Rotter-
dammer kent dit roemruchte café. Hooguit de naam, en dan nog van een prent van
Kees van Dongen.
Het schilderij van Kees van Dongen
Kruidenierswinkel
Mijn ouders hadden, van 1947
tot 1980, een kruidenierswin-
kel in de Hudsonstraat 117
in Rotterdam Bospolder. De
straat liep van de Westzee-
dijk naar het Marconiplein.
Ik was één toen wij er gingen wonen
en heb er samen met mijn zus en twee
broers onze jeugd doorgebracht. De
winkel zat in een echte volksbuurt.
Wij zaten tussen drie cafés. Aan de
overkant was een luchtbrug over
het trein-emplacement en daarover
kwamen ‘s avonds de zeelui naar
de cafés. Het werd bijna elke avond
vechten en de winkelruiten werden
vaak ingegooid. Wij moesten zelfs
houten luiken voor de winkelruiten
plaatsen na sluitingstijd, anders waren
de ruiten niet meer verzekerd.
Mijn moeder was voor de klanten
tante Annie en haar werd altijd alles
verteld over ruzies en dergelijke. Heel
de week werd er gepoft, ‘s zaterdags
werd er betaald en dan gelijk weer
gepoft.
De mensen hadden veel voor elkaar
over. Was er iemand ziek? Dan
stuurde moeder ons met een pannetje
soep naar die klant en moest je kijken
of je iets kon doen. Op oudjaarsavond
stond bij ons altijd de buitendeur open
(wij woonden eerst met zes personen
achter de winkel en later erboven).
De klanten kwamen boven gelukkig
nieuwjaar wensen en dan was het tot
diep in de nacht gezellig. Zondag-
ochtend 1 februari ‘53 stonden onze
winkel en de woning erachter onder
water, maar veel klanten kwamen
helpen de spullen naar boven te dra-
gen of brachten thee omdat wij niet
konden koken.
Er was veel sociale controle met
als middelpunt onze winkel. Helaas
moesten wij door ziekte van mijn
moeder in 1980 de zaak sluiten.
In 1981 is zij op 55-jarige leeftijd
overleden, maar de 33 jaar dat wij er
de zaak hadden, blijft de mooiste tijd
van mijn leven. Inmiddels ben ik 68
en ik zou het leuk vinden als er nog
mensen zijn die zich dit herinneren en
contact zouden willen opnemen. Onze
kruidenierswinkel heette ‘de Bonte
Koe’ en wij heten Ruyzing.
Wil Ruyzing
Diapresentatie
Zondag 19 oktober is er vanaf
14.00 uur een diapresentatie in de
foto-expositiewinkel aan het Slag 7,
hoek Weimansweg. Er worden dia’s
vertoond van de Kerkedijk, Hordijk,
Smeetlandsedijk, Buitendijk, Boven-
dijk, Oostdijk en Zevenbergse Dijkje
in IJsselmonde. De toegang is gratis,
evenals de koffie en thee.
U kunt reserveren bij Tinus en Bep de
Does, 010-4855318 of 06-15668177.
1,2,3,4,5,6,7,8 10,11,12,13,14,15,16,17,18,19,...28
Powered by FlippingBook