De Oud Rotterdammer Week 10 - page 1

schiedenis van Aad Jansen
is zo vreemd nog niet. Het
was door gebrek aan geld in
feite ‘de tering naar de nering
zetten’.
Armoede vierde hoogtij in die
jaren. Pa en ma Jansen verlieten hun
geboortegrond, het Brabantse land,
waar geen stuiver te verdienen was,
terwijl de grote stad waarschijnlijk
meer mogelijkheden bood. Het gezin
Jansen verhuisde kort voor de oorlog
naar Rotterdam, waar pa een oude
vuilnisschuit voor ‘een prikkie’ kocht
van de gemeente. Lekkere start, maar
toen kwam de oorlog.
Gelderse Dorp
Hij knapte de schuit op en koos in
de Rotte een ligplaats naast begraaf-
plaats Crooswijk. Toen in 1941 zoon
Aad werd geboren, barstte het toch al
talrijke gezin bijna uit het bootje en
verhuisde de familie naar de Eerbeek-
straat in het Gelderse Dorp, een nood-
dorp met huisjes die voornamelijk
waren gebouwd met het puin van het
bombardement. In het Gelderse Dorp
maakte broer Leen naam als bokser,
een oersterke knokker die zijn enthou-
siasme voor de bokssport overbracht
op de opgroeiende jeugd in het dorp.
Ook op zijn broertje Aad.
Een goeie impuls voor Aad was dat
zijn broer in 1952 meedeed aan de
Olympische Spelen in Helsinki, waar
hij pas in de kwartfinales door de
latere wereldkampioen bij de profs,
de Amerikaan Floyd Patterson werd
uitgeschakeld. Leen was toen vijfde
van de wereld bij de amateurs. Aad’s
keuze was gemaakt, niet fietsen,
maar boksen. Hij meldde zich op zijn
twaalfde bij de boksschool van Theo
Huizenaar in de Van de Werffstraat.
“Ik trainde drie keer in de week en
moest daarvoor één gulden vijfen-
twintig schuiven”, weet hij nog goed.
“Handschoenen kregen we te leen”,
zegt Aad. Net als broer Leen was hij
een bokstalent. Leen was een oersterke
knokker, Aad moest het van zijn tech-
niek hebben en ook dat bracht hem
ver. Hij bokste zijn eerste wedstrijden
toen hij 16 jaar was, werd kampioen
van Nederland en op zijn 24ste prof.
Maandagavond, boksavond
“Ik had als amateur geen tegenstan-
ders meer en Huizenaar zei: ‘Word
dan prof.’ Ik werkte bij de Gebroeders
Van der Veen, een machinefabriek
in de Schiestraat, naast het Centraal
Station. Daar maakte ik tandwielen,
wormwielen en zo. Ik had op de am-
bachtsschool m’n diploma gehaald.”
Als profbokser nam hij vrijaf op
maandag, de wedstrijddag. “Die dag
werd ik ‘s middags gewogen, daarna
ging ik thuis in de Sophiastraat een
poosje slapen, tot Rietje me wakker
maakte.”
Maandagavond was dé boksavond!
Dan stroomde de Riviérahal of Odeon
vol met het fanatiek meelevende
bokspubliek. Een kaartje was niet
zo duur en meestal was het uitver-
kocht. Daar zagen de sporters elkaar.
Coen Moulijn, Frans van der Heide,
Aad Veerman en niet te vergeten
Bep van Klaveren zaten eerste rang.
“Toeschouwers klommen buiten de
Rivièrahal wel op het dak om door de
ramen de partijen te kunnen volgen.
Zo populair was boksen toen.”
Toch bleef Aad Jansen gewoon zijn
wormwielen maken in de fabriek, om-
dat de status ‘profbokser’ niet genoeg
was voor voldoende inkomen. “Ik
heb wel eens vijfhonderd gulden voor
een wedstrijd gehad van Huizenaar,
maar méér toch niet. En als je dan
hooguit vijf of zes partijen per jaar
bokste, moest je wel blijven werken.
In Nederland kon geen enkele bokser
van zijn sport leven.”
Aad Jansen werd Nederlands kam-
pioen in het weltergewicht bij de
amateurs en de profs en in militaire
dienst werd hij militair kampioen. Hij
bokste 76 amateur- en 34 profpartijen,
veel gewonnen wedstrijden, maar
natuurlijk ook een enkele verliespartij.
Kinnesinne
“Ik heb in de school nooit tegen Leen
mogen sparren van Huizenaar. Dat
wilde hij niet hebben. Hij wilde ook
niet dat een vader tegen zijn zoon
bokste. Je krijgt al gauw iets van: ik
zal hem eens laten zien wie de sterkste
is. Kinnesinne is dat vaak. Huizenaar
had wel gelijk. Dat is, denk ik, ook
de reden dat ik nooit tegen Bep stond.
Die zei op hoge leeftijd nog dat ‘ie
Tuur effe de pleuris zou slaan.”
In militaire dienst gaf hij boksdemo’s,
samen met Leen, onder leiding van
trainer Rinus Krijger. “Stoten zetten,
en dat deden we op alle kazernes.
Huizenaar had dat geregeld. Op zo’n
dag werden dan nog veel meer sporten
gedemonstreerd. Leuke tijd hoor.”
Aad Jansen werd in 1963 bij de ama-
teurs welterkampioen van Nederland,
was topfit, maar werd niet geselec-
teerd voor de Olympische spelen van
1964 in Tokio. Waarom niet? Hij:
“Ach, laten we dit verleden maar laten
rusten. Leen was bij de spelen geweest
in 1952 en ik had graag en alle recht
om in 1964 naar Tokio te gaan, maar
werd niet gekozen. ‘t Was echt een
rotstreek.”
Strijdbaar
Hij, de bokser die eigenlijk wielren-
ner wilde worden, is deze zomer 50
jaar getrouwd met Rietje, dochter van
Piet Bot.
Aad is nog dagelijks met boksen bezig
in Leon’s boxing gym van zijn zoon
Leon, die ook geen onverdienstelijk
bokser was. De school in de Folkert
Elsingastraat is ontstaan door de
overname van boksschool Hoboken
van Aad Westerlaken. Lichamelijk
ongemak verhindert dat Aad in de ring
kan voordoen hoe het moet. “Maar
m’n stem is nog goed en daarmee kan
ik het uitleggen”, zegt hij, nog steeds
strijdbaar.
Nico Tempelman
Aad Jansen: niet fietsen, maar knokken
De Oud
Dinsdag 3 maart 2015 . Jaargang 11, nr 5
Deze week o.a.:
Kunstwerk
Bijenkorf
Pag. 3
Verhalen Noor-
dereiland
Pag. 7
Noodleidingen
in 1963
Pag. 11
Vleugelmoer
op een ezel
Pag. 21
Theo Huizenaar (links) trots op zijn pupil Aad Jansen na diens tweede overwinning op knock out op Palmer Palrem in de Rivièrahal (1969)
Oplage: 122.000 ex.
T 010 418 23 33 (dag en nacht) |
ROTTERDAM AHOY
Ahoyweg 10
3084 BA Rotterdam
Openingstijden Paraview:
zaterdag: 12.00 - 17.30 uur
zondag: 11.00 - 17.30 uur
Bij inlevering van deze
advertentie ontvangt u
€1,
50
korting
op de entreeprijs.
14 + 15 maart 2015
20ct korting
op LPG
11ct korting
op benzine
10ct korting
op diesel
Servicestation D.B. Baris, Charloisse Lagedijk 638
Service aan de pomp
vanaf 10.00 uur
PC HULP-
ZUIDHOLLAND.NL
uw computer in vertrouwde handen
Computer reparatie
tegen voordelig tarief
voor senioren
24-uur service
Tel. 06-41745841 / 078-8447832
Een grote sportcarrière kan
door vele factoren tot stand
komen. Ook onverwachte.
Neem bijvoorbeeld de ex-
Nederlands bokskampioen
in het weltergewicht Aad
Jansen, die zegt nu: “Ik had
eigenlijk wielrenner willen
worden. Maar ja, we hadden
thuis geen geld voor zo’n dure
racefiets. Mijn broer Leen, die
tien jaar ouder was, bokste
en dat leek mij ook wel wat.”
Dus de start van de boksge-
1 2,3,4,5,6,7,8,9,10,11,...32
Powered by FlippingBook