De Oud Rotterdammer Week 12 - page 7

- dat is langer dan Landman heeft
geleefd - verleent journalist Jan D.
Swart postume assistentie aan een van
de mooiste keepers van Nederland met
een reconstructie van een schimmige
zaak, die hij in zijn bijna 400 pagina’s
tellende boek omschrijft als ‘een slag-
veld’. Er vallen drie doden. Bovendien
staat in het vonnis dat nooit bewezen
is dat Landman is omgekocht. Er staat
iets anders.
Geschorst
Landman wordt als doelman van
SHS (Scheveningen Holland Sport)
geschorst, omdat hij het bezoek van
vier supporters van BVV (Bossche
Voetbalvereniging), aan de vooravond
van de op 26 mei 1956 gespeelde
competitiewedstrijd SHS-BVV (1-5),
drie jaar lang verzwijgt en in eerste
instantie zou zijn ingegaan op het bod.
Maar hij vindt een enveloppe met geld
op zijn deurmat en geeft het terug.
Het heeft er alle schijn van dat de
huisrechters van de KNVB in 1959 -
wanneer alles door een binnenbrand
bij BVV uitlekt - door onervarenheid
kiezen voor een petitio principii: het
aannemen van een onbewezen stelling.
Haast
De onderzoekers hebben haast.
Er worden in een maand tijd tien
bestuursleden van BVV ondervraagd,
verder het complete elftal van BVV,
een klokkenluider, Landman en drie
van de vier omkopers. Het is een
kleine dertig man bij elkaar en die
getuigenverhoren worden afgenomen
door drie man, die maatschappelijk tot
over hun oren in het werk zitten. Swart
preciseert of dat wel kon. Te meer
omdat het een tombola van tegenstrij-
dige verklaringen is geweest, in een
sfeer van ruzie en verdachtmakingen.
Er worden twaalf man geschorst.
Het is het omkoopverhaal van een bin-
nenschipper, een militair, een drukker,
een kroegbaas en een klokkenluider.
Alle vier uit Den Bosch. Ze beramen
een plan in het kleinste kroegje op het
kleinste pleintje in de Hertogstad en de
auteur neemt de lezer ermee naartoe.
Poging
Bovendien rechercheert de Onder-
zoekscommissie twee verschillende
zaken: een zwartgeldaffaire bij BVV
en een poging tot omkoping. Overal
in de publicaties staat in relatie tot
matchfixing: poging. Bewijs is er
niet. Het sloopt het verdere leven van
Wim Landman. Zijn eerste huwelijk
ontspoort, daarna zijn tweede, hij raakt
zijn baan kwijt en beëindigt in 1975
op dramatische wijze zijn leven.
Op de cover van het op 12 maart
verschijnende boek staat dat de keeper
‘het slachtoffer’ was van matchfixing
en dat is het tegenovergestelde van wat
Nederland altijd in zijn langetermijn-
geheugen heeft opgeslagen. Ook blijkt
dat de KNVB de eerste omkoopaffaire
in Nederland laat uitzoeken door een
niet onafhankelijke commissie. Twee
van de drie leden zijn bestuursleden
van de clubs waar Landman eerder
met rumoer is vertrokken: Neptunus
en Sparta. Geen hond die zich er in
1959 druk over maakt. Swart noemt
het onderzoek ‘schaterlachend ama-
teurisme’.
Zelfverrijking
De KNVB volstaat met de publicatie
van het vonnis in haar mededelin-
genblad De Sportkroniek. Vrijwel
alle dagbladen volgen klakkeloos die
inhoud. Elke journalistieke opmerk-
zaamheid blijft uit. ‘Alleen het Bra-
bants Dagblad en Sport & Sportwereld
gaan kritisch vol op het orgel’, schrijft
Swart.
Maar in 1959 weten zij nog niet
wat the inner circle bij BVV in de
Hertogstad verzweeg en wat een zoon
van één omkoper (toen 25 jaar, nu 80)
niet langer voor zich wenst te houden:
het ging twee van de vier mannen
om zelfverrijking. Er rijden vier sup-
porters naar het huis van Landman
en nog geen twee uur later hebben ze
ruzie. De groep splitst zich in tweeën
en ze zullen elkaar tot hun dood niet
meer spreken.
Spookscenario
Landman is in een spookscenario
terecht gekomen, want twee van de
vier keren op de dag van de wed-
strijd terug en hebben maar één doel:
de keeper moet met achtergelaten
geld medeplichtig worden gemaakt.
Hoeveel geld? Alle kranten noemen
andere bedragen, maar duidelijk is dat
wat bij Landman wordt gedeponeerd
niet het bedrag is dat het bestuur van
BVV beschikbaar heeft gesteld om
BVV aan een plaats in de eredivisie te
helpen. Het is niet alleen de versie van
de zoon van één omkoper. Ook die
van de zoon van de in 1959 geschorste
en kort daarna van ellende overleden
BVV-secretaris. Zij zwegen 55 jaar.
Wie was Wim Landman? ‘De enige
keeper die ik horizontaal onder de
lat heb zien hangen, echt lijnrecht,
ongekend en dan de bal ook nog
klemmen’, zegt Jules Deelder over de
oud-keeper van Neptunus en Sparta,
die in 1948 bij de Olympische Spelen
in Londen vaandeldrager is van de
Nederlandse ploeg. Hij marcheert als
eerste Wembley binnen. ‘Landman
had een dropkick met stropdasnauw-
keurigheid’, zei ooit Toon Hermans.
Toch keept Landman maar zeven keer
in het Nederlands elftal. Dat kwam
doordat Piet Kraak - zegt Deelder -
‘’beter in het
pulletje paste bij
Karel Lotsy en
die Lotsy was
volkomen fout:
voor, tijdens en
na de oorlog’’.
Wim Landman vals beschuldigd
Matchfixing is een actueel
onderwerp in de voetbalsport,
tegenwoordig zelfs nationaal.
Vrijwel alle publicaties over
nieuwe affaires eindigen
met de herinnering dat in de
geschiedenis van het Neder-
lands profvoetbal één keer
een doelman zich hieraan
heeft schuldig gemaakt, nota
bene de keeper van Oranje:
Wim Landman.
Zesenvijftig jaar na zijn schorsing
De Oud-Rotterdammer - De krant voor de 50-plusser
Dinsdag 17 maart 2015
pagina 7
De allerlaatste foto van Landman als doelman (1973), toen hij trainde voor zijn allerlaatste wedstrijd in oud-Neptunus.Trainer: Gijs Doolaard (l) met de
toenmalige 1e elftalkeeper Ton v.d.Merwe (knielend)
Een jonge Wim Landman op Het Kasteel
Stelen met stuivers
en dubbeltjes
Er waren veel badhuizen in
Rotterdam. Ik herinner mij on-
der meer in de Delfgauwstraat,
Dijkstraat en Tamboerstraat.
Als je binnenkwam, was meestal het
‘kantoor’ van de badmeester naar
rechts. Aan de kant van de wachtruimte,
met banken langs de muren, was het
kaartjesloket. Daar betaalde je en kreeg
je een kaartje waarop stond wat je had
betaald. De in-/uitgang van het kantoor-
tje was direct na de binnendeur, aan het
begin van de gang naar de douches en,
helemaal achterin, de ligbaden.
Na verloop van tijd ontdekte ik dat
het aan het loket bij de ‘badmees-
ter’/’kassier’ gekochte kaartje bij
binnenkomst van de toegang naar de
douches door dezelfde figuur weer
werd ingenomen. Dagelijks konden zo
een aantal al eerder verkochte kaartjes
voor de tweede of zelfs derde maal
worden verkocht. Dit ging jaren goed.
Er kraaide geen haan naar, totdat … een
van deze vaste badmeesters in het zie-
kenhuis belandde en een ‘buitenstaan-
der’ naar dit badhuis werd gestuurd (er
was blijkbaar geen reserve uit de vaste
ploeg die tijdelijk zijn plaats kon in-
nemen). Wist die man veel.
De vaste ploeg vertelde hem ook niet
hoe de kaartjesverkoop in elkaar stak in
dit badhuis. Onder het motto: ‘Het zal
zo’n vaart niet lopen, X is over een paar
dagen terug’ vond men dat kennelijk
niet nodig. Maar dat viel tegen. De dag-
opbrengst van het betreffende badhuis
schoot omhoog en op de Coolsingel
schrok iemand van de Interne Controle
wakker. In de daarop volgende weken
werd iemand verdekt opgesteld bij de
diverse badhuizen. Hij telde het aantal
bezoekers en vergeleek dat aan het eind
van de week met de aantallen verkochte
kaartjes op het weekoverzicht. De uit-
komst laat zich raden. Fraude, diefstal,
oplichting, verduistering !
Toch kreeg de gemeente, tot geluk van
de badmeesters, de pin op de neus. De
rechter oordeelde dat de gemeente in
gebreke was gebleven met de interne
controle, waarmee ze zelf min of meer
de kat op het spek had gebonden.
Eigen schuld, dikke bult. De betref-
fende badmeesters zijn wel ontslagen,
maar (= belangrijk voor een ambtenaar
in die tijd) zonder oplegging van een
strafrechtelijke uitspraak. Dus geen ne-
gatieve kruisjes op hun arbeidsverleden.
Deze affaire heeft in die tijd veelvuldig
in het Rotterdams Nieuwsblad gestaan.
Ja, dat waren nog eens tijden. ‘Stelen’
met stuivertjes en dubbeltjes tegelijk.
Daar zijn ze echt rijk van geworden.
Maar de eer van de Gemeente Rot-
terdam was gered. Zij hadden het toch
maar mooi ontdekt en gerechtelijke
stappen genomen. Dat zal ze leren.
Hans Ruizeveld
1,2,3,4,5,6 8,9,10,11,12,13,14,15,16,17,...32
Powered by FlippingBook