De Oud Rotterdammer Week 28 - page 11

De Oud-Rotterdammer - De krant voor de 50-plusser
Dinsdag 7 juli 2015
pagina 11
Heeft u ook een mooi verhaal of goede herinneringen aan de Doelen?
Mail het ons via
of per post via Postbus 972, 3000 AZ Rotterdam, o.v.v. Het Muziekgeheugen. Wie weet komt uw verhaal de volgende keer in De Oud-Rotterdammer.
Een ongebruikelijk verzoek
Op een zondagmiddag in 1992 zit Eliora Klijnsmit-Vonk met haar collega’s van het Havenziekenhuis aan de
lunch, als er een patiënt binnenwandelt met een ongebruikelijk verzoek.
MUZIEK
“Hij lag op de klasse-afdeling, dat had je toen nog”,
vertelt Eliora, die tussen 1990 en 2002 als verpleegkun-
dige in het Havenziekenhuis werkte. “Daar lagen de
welgestelden. Belezen, bereisde, cultuurminnende types.
Zo ook die meneer, die met twee kaartjes in zijn hand
onze lunchruimte binnenliep. Of iemand van ons zin had
met hem naar een middagconcert in de Doelen te gaan.
Meneer was net geopereerd, maar de chirurg had hem
toestemming gegeven. Alle collega’s keken naar mij:
Eliora, jíj bent zo gek op klassieke muziek, ga jij maar
mee! Eigenlijk moest ik tot 16.00 uur werken, maar mijn
collega’s beloofden mijn werkzaamheden over te nemen.”
Voor Eliora het wist, zat ze in de taxi naar de Doelen.
“Meneer had zijn pyjama verruild voor een strak, donker
pak. Ik wist dat hij daaronder een donkergroene boxer-
short droeg met teddyberen erop - ik had hem die ochtend
nog onder de douche geholpen. We gingen naar de opera
Boris Godoenov van Modest Moessorgski, een bombas-
tisch werk dat ik zelf nooit uitgekozen zou hebben. Maar
wat heb ik genoten!
Het werd prachtig uitgevoerd door het Kirov Operakoor
onder leiding van Valery Gergiev, erg indrukwekkend.
Ook meneer genoot zichtbaar van het concert en ik geloof
dat het hem extra plezier gaf dat zijn extra kaartje aan mij
goed besteed was. Na het concert gingen we meteen terug
naar het ziekenhuis, meneer moest nodig zijn bed weer in.
Daarna is hij snel hersteld en uit het ziekenhuis ontslagen.
Hoe het nu met hem gaat, en of hij nog leeft, weet ik niet.
Hij was destijds al tachtig. Misschien leest hij dit verhaal
in De Oud-Rotterdammer en denkt hij: hé, die groene ted-
dyberenboxershort komt mij bekend voor.”
Hij stond aan het aanrecht in de
keuken koekjes te maken en vertelde
mij dat dit zijn huiswerk voor school
was. Mijn beroepskeuze stond direct
vast, vooral vanwege dit leuke huis-
werk. De Vakschool voor Bakkerij en
Hotelpersoneel was gevestigd aan het
Rauwenhofplein. Na twee jaar dagop-
leiding moest je gaan werken.
Juliana
Nauwelijks veertien jaar oud en op
zoek naar werk. Mijn eerste warme
bakker was gevestigd in de Jacob
Loisstraat. Brood en banketbakker
Degenkamp zorgde al jaren voor
brood in de Provenierswijk. Hij kon
wel een leerling gebruiken. Veel hotels
en broodjeszaken in het centrum van
Rotterdam werden iedere dag voorzien
van verse waar. Ik had op school met
brooddeeg leren “knutselen” en zorgde
dus voor een gevarieerd aanbod van
luxe broodjes. Toen vorstin Juliana in
Rotterdam op bezoek kwam, gebruikte
zij de lunch bij restaurant Erasmus op
het Stadhuisplein. Ik mocht voor deze
gelegenheid de luxe broodjes maken.
Natuurlijk was ik trots dat Hare Ma-
jesteit en de burgemeester de door mij
gemaakte broodjes tijdens de lunch
zouden nuttigen.
Er werd ook brood gebakken voor de
Joodse gemeenschap en op vrijdag
aan het eind van de morgen kwam een
rabbi kijken of ik het brooddeeg wel
met de hand kneedde. Een keer was ik
vergeten zout in het broodjesdeeg te
doen. In het weekend moest mijn baas
alle broodjes bij hotel Regina aan de
Spoorsingel terughalen en op zijn vrije
zondag nieuwe broodjes maken. Op
maandagmorgen vroeg bakker Degen-
kamp of ik mijn portemonnee bij mij
had om de schade te betalen. Ik dacht
dat het mijn laatste werkdag was, maar
het liep met een sisser af. Broodbezor-
ger Herman kreeg kort daarna wel zijn
ontslag. Hij kwam vaak heel laat in
de middag terug van zijn bezorgwijk.
Hij had het dan heel druk gehad, maar
vertelde niet waarmee. Maar hij werd
verlinkt door bewoners, die vertelden
dat hij regelmatig langere tijd bij een
vrouw doorbracht.
Ratten
Na twee jaar wisselde ik van bakkerij
om andere dingen te leren. In de
Agniesestraat, bij bakker Van de Bos,
leerde ik verder. Hier begon de dag
met het aanmaken van de met kolen
gestookte oven. Dan ging de radio
aan en werd het wit- en bruinbrood
gemaakt. Tegen acht uur in de
morgen werd het gebak gemaakt en
later andere lekkere dingen. Voor de
kerkgemeenschap van de Noorderkerk
bakte ik het avondmaalbrood in een
gesloten casinobroodblik.
Kakkerlakken, ratten en muizen waren
mijn vijanden, die ik met alle moge-
lijke middelen probeerde te bestrijden.
Toen de bakkerij werd gerenoveerd
en er gewoon doorgewerkt werd, was
er leuk contact met de bouwvakkers.
Iedere morgen om half tien gingen zij
in een café op de hoek Herlaerstraat
en de Noordsingel koffie drinken. Ik
zorgde dat er in een speciaal doosje
enkele gevulde koeken zaten. Maar
toen ik twee ratten vroeg in de morgen
uit de klemmen haalde, besloot ik deze
in het doosje te doen. Bij de koffie
werd het doosje open gemaakt en de
grap was geslaagd. Maar toen zij terug
kwamen, werd ik door hen vastgepakt
en werd een rat aan zijn staart voor
mijn mond gehouden. Mijn afkeer van
ratten bereikte toen een hoogtepunt..
Nachtwerk
Tijdens mijn militaire diensttijd
werkte ik elke vrijdagavond bij bakker
Van Linschoten aan de Oostzeedijk.
Aan de achterkant was het Boerengat,
nu is er de gezellige zaak van Kaatje
Mossel. Van tien uur in de avond tot
acht uur in de morgen was het keihard
werken op de broodafdeling. Meestal
werd er in de late avond een kratje met
koud bier langs gebracht, omdat het
in de werkruimte soms veertig graden
was. In die werkruimte werkte maar
één man, die ervoor zorgde dat alles
in de diverse ovens werd gebakken.
Bloedheet werk.
Zijn dorst was groot, het bezorgde bier
was altijd snel op. Daarna begon hij
onbedaarlijk te lachen als de broodjes
zwart uit de oven kwamen. Hij werd
dan naar de eerste etage gestuurd
om op de meelzakken zijn roes uit te
slapen. Diverse keren kwam de politie
langs om controle uit te voeren op
de Arbeidswet. Door het bonzen op
de deur was er tijd genoeg je in een
koelcel te verstoppen, waar heerlijke
gebakjes stonden. Er was een verbin-
ding met een diepvriescel met een
temperatuur van veertig graden onder
het vriespunt. Geen agent controleerde
de diepvriescel. Na het opeten van
twee gebakjes was de controle voorbij.
Nieuw begin
Nog even heb ik aan de Lusthofstraat
bij warme bakker Van Duijn gewerkt
waar tijdens een regenachtige dag een
politieagent van politiebureau Hoflaan
kwam schuilen bij de warme oven. Hij
vertelde dat een goede agent nooit nat
werd. Van hem kreeg ik advies politie-
agent te worden. Binnen drie maanden
volgde ik de politieopleiding aan de
Boezemdwarsstraat 1 in Crooswijk.
Han Karels,
Gevulde koeken waren ratten
Eind jaren vijftig nam ik afscheid van de lagere school. Je moest een keuze maken: een beroep
leren of een hogere opleiding volgen. Ik wist dat ik meer een doener dan een denker was, dus kreeg
ik in de zesde klas geen bijles voor een hogere opleiding. Ik had geen idee wat ik wilde worden,
totdat ik bij neef Teun in Rotterdam-West op bezoek was. Hij was jarig.
Tegen acht uur werd het gebak gemaakt
1...,2,3,4,5,6,7,8,9,10 12,13,14,15,16,17,18,19,20,21,...24
Powered by FlippingBook