De Oud Rotterdammer Week 28 - page 19

Bij aankomst in Buenos Aires, werd
het schip aan de ketting gelegd. De
bemanning moest aan boord blijven
tot het einde van de oorlog. Uit die tijd
heb ik een paar brieven van hem ge-
vonden. Het schip kwam uiteindelijk
8 juli 1918 weer in Amsterdam aan.
Mijn vader schreef onderstaande brief
aan mijn moeder:
Narrig
“Nu vrouwtje, ik zit hier in mijn eentje
op wacht. We zijn nu al vijf maanden
in Buenos Aires en wie weet hoe lang
nog. Je begrijpt hoe de toestand hier
aan boord is, iedereen moppert en is
narrig, van de hoogste tot de laagste
rang. Het wordt er niet beter op en
toch moeten wij erin berusten. Er zijn
reeds veertien bemanningsleden gede-
serteerd. Ze varen nu op andere boten,
maar kunnen, zolang de oorlog duurt,
niet naar Holland. Het zijn enkele
stokers, een paar matrozen, een sa-
lonbediende en vier van de algemene
diensten. Als ze in Holland komen,
worden ze gestraft (Dat moet je Oom
Piet maar eens vragen). En toch kan ik
ze geen ongelijk geven.
Geertje, wanneer schrijf jij mij eens,
al zijn het maar een paar woordjes.
Ik ben zo nieuwsgierig of jij al goed
kunt lezen. Ja toch hoop ik, nog met
de vele zoentjes van je vader. Geertje,
geef moeke er maar een heleboel en
zeg: “Die zijn van vader” en ook aan
Syzolientje, dag meid.
Tegenwoordig krijg ik met anderen
Spaanse les, reeds twee maanden
tweemaal per week. We krijgen een
massa huiswerk op. Dat is blokken
hoor en dat op mijn oude dag. Ziezo,
nu weet je zo’n beetje waarmee ik
mijn tijd doorbreng. Ook ga ik wel
een enkele keer naar de wal, soms
wel driemaal in de week. Maar soms
heb ik kuren en blijf ik twee of drie
weken aan boord hangen. Als dan mijn
huiswerk klaar is, zitten wij te kaarten
of te schaken en alles om de keizer
zijn baard, want geld hebben we niet,
maar daar kan ik gelukkig buiten, dat
weet je ook wel. Ik heb er nu spijt van
dat ik zo veel inkopen voor jou heb
gedaan. De bleekpoeder begint nat te
worden. Dan heb ik nog tien blikken
vet, wat jammer toch hé, dat zou je zo
mooi van pas komen. Enfin, vet zit in
bussen, dus ik hoop maar dat het goed
blijft, het kostte mij 25 gulden.
Harde zeep
Dan heb ik nog twee staven zeep,
ongeveer 6,5 pond. Harde zeep, je
kent ze wel van de vorige reis. Ik heb
dus aardig ingeslagen. Het geld dat
ik tweemaal heb gestuurd, 40 en 75
gulden, heb je nu toch zeker wel ont-
vangen hè? Wij hebben er een poosje
geleden naar geïnformeerd bij de
kapitein en die heeft dan ook bericht
ontvangen van ‘t kantoor dat het daar
aangekomen is. Ik krijg daar zeker wel
bericht van, van jou hè, vrouwtje?
Tot heden heb ik pas één brief van je,
die van 4 december uit Amsterdam.
Het is nu 4 maart, dus de brief heeft
er precies drie maanden over gedaan.
Het is treurig hier in ‘t algemeen met
de brieven. Er zijn nog verscheidene
opvarenden die nog niets ontvangen
hebben. Het is best mogelijk dat er
post verloren gegaan is bij torpederen
van boten die post aan boord hadden,
ik zal maar moed houden. Er zit toch
niets anders op. Een paar keer was er
sprake van dat wij mochten vertrek-
ken, maar dan kwam er telkens weer
iets tussen, dan dit weer en dan dat
weer. Varen, ho maar. Laat ik er maar
over uitscheiden.
Koningin
De toestand zal bij jou ook wel niet
florissant wezen stumpert, want
dagelijks lezen wij berichten uit
Holland onder andere vandaag weer
over relletjes bij de bakkerswinkels.
De koningin is ook in Amsterdam
geweest hè, ze zouden haar hebben
toegeroepen: ‘geef ons brood.’ Nu
laat ik maar eindigen, want met al dat
geklaag komen wij toch niet verder.
Maar hopend en wensend dat deze
brief door jullie in goede gezondheid
ontvangen wordt. Pak de kinderen
namens mij maar lekker op en geef
ze vele zoentjes. In gedachten krijg ik
van jou een pakkerd.
Dag jongens, tot ziens je papa.
P/s Stuur de brieven nog maar steeds
via New York met vermelding van
doorzending. Er is helaas nog geen
sprake van vertrek. Er zijn steeds
geruchten en dat al vijf maanden lang.
Dus wat dat betreft zit mijn moed
onder mijn schoenen, laat eens wat
horen, zo eens in de maand, al is het
desnoods een briefkaart. Nogmaals
vele groeten van je liefhebbende man
en vader.
P/s Gerard, dank je vriendelijk voor je
briefje, krijg ik weer eens wat van je
te horen?
Braaf leren hoor jongen, als je groot
bent komt je dat goed te pas. Dag Ge-
rard, vele zoentjes van je vader, geef
moeder er maar een paar voor mij.
Frans van Kooperen
‘Geertje, geef moeke maar veel zoentjes’
Mijn overleden (1993) vader Gerard van Kooperen werkte, na
een korte periode gevaren te hebben, zijn verdere leven bij R.S.
Stokvis en zonen in het magazijn gereedschappen. Hij was een
begenadigd schilder en tekenaar in zijn vrije tijd. Tijdens de Eer-
ste Wereldoorlog voer hij op het ss Hollandia.
De Oud-Rotterdammer - De krant voor de 50-plusser
Dinsdag 7 juli 2015
pagina 19
Het ss Hollandia
Door de lens van Hartog (99-100)
De crisis heeft ook toegeslagen in boekenland en dat is de
reden dat ‘Hartog 3 - Rotterdam Gefotografeerd 1980-1990’
nog niet kan worden gedrukt. Uitgeverij Voet komt de lezers
tegemoet door deze uitgave in a everingen van telkens twee
foto’s van Henk Hartog (1939-2002) in De Oud-Rotterdammer
te laten verschijnen.
Eerder verscheen in 2009 bij uitgeverij Voet ‘Rotterdam
gefotografeerd 1960-1970’, als eerste deel van een serie met
bijzondere en treffende foto’s, die Henk Hartog in Rotterdam
schoot. Deel 2 van de jaren 1970-1980 kwam op 23 april
2011 van de pers.
Foto’s van Hartog kunnen worden bekeken en besteld
via
of
of
0647-775893.Als speciale aanbieding voor lezers van De
Oud-Rotterdammer geldt dat de delen 1 en/of 2 (elk 168
pagina’s met 180 foto’s) voor 12,50 euro (beide voor 24,00
euro) inclusief verzendkosten te bestellen zijn.
Reacties op de foto’s in deze rubriek zijn welkom.
Banenmarkt voor mensen in de ge-
zondheidszorg op het Schouwburg-
plein en in De Doelen op 1 november
1990.
Bijeenkomst in de Burgerzaal van het stadhuis op 10 augustus 1992.Waarom en met wie is
onbekend.Wie herkent wie? Reacties en herinneringen zijn welkom via
1...,9,10,11,12,13,14,15,16,17,18 20,21,22,23,24
Powered by FlippingBook