Het lied van Rotterdam
Onvoorstelbaar hoeveel respons ik heb
gekregen op mijn vraag naar het lied
van Rotterdam. Dik over de honderd.
Te veel om een ieder te bedanken.
Trouwens wil ik De Oud-Rotterdam-
mer bedanken voor het plaatsen van
het oproepje. Het heeft mij heel veel
leesplezier bezorgd. Kijk altijd weer
uit naar de volgende uitgave.
Ineke Bruikman
Belastingkantoor
Ik kwam als loopjongen regelmatig
documenten tonen en afstempelen op
het belastingkantoor. Er wachtten dan
altijd bromfietsjongens van de grote
scheepvaart- en expeditiekantoren
voor de balie op de ingeleverde do-
cumenten. Omdat zij zich nogal ver-
veelden, gingen ze regelmatig op en
neer met de tabernakelliften. Met een
beetje handigheid kon je zo instappen,
maar veel mensen durfden dit niet.
Later kwam er een verbod voor de
loopjongens, omdat zij zich niet netjes
gedroegen tegenover het vrouwelijk
personeel van de belastingdienst, dat
van hun avances niet gediend was. Het
verbaasde mij altijd dat er bij de dienst
waar men belasting moest betalen,
zoveel wachtenden voor het loket
stonden. Omdat ik hier regelmatig met
grote bedragen werd heengestuurd om
wegenbelasting te betalen, kan ik me
die dikke kassier, die de gehele dag
rokend in zijn glazen hok geld stond
te tellen, nog zeer goed herinneren.
Het vreemde vond ik dat ik eerst al dit
geld moest halen bij de Rotterdamse
Bank aan de Coolsingel en daar ook
al in de rij moest staan. Het gebeurde
regelmatig dat je nummer 130 had en
dan kon je wel een boek gaan lezen
voordat je aan de beurt was. Op vrij-
dag, als alle lonen werden uitbetaald,
moest er regelmatig een grote berg
geld gehaald worden. Met een enve-
loppe in mijn zak ging ik nadien koffie
drinken bij de Bijenkorf voordat ik de
hele Hoogstraat afliep naar nummer
111, waar ons kantoor was gevestigd.
Op een zaterdagochtend waren enige
chauffeurs het oneens over de betaling
met de boekhouder. Zij besloten de
brandkast mee te nemen naar beneden.
Het was een vreemd gezicht voor oom
agent, die op de markt tegenover het
gebouw aanwezig was, twee mensen
met een brandkast naar buiten zien te
komen met daarachter een boekhouder
die de aandacht op de twee vestigde.
Onder welwillende invloed van de
gewapende arm kwam de brandkast
weer boven en werd besloten bij het
café van Ge Slieker aan de Panne-
koekstraat verder uit te huilen.
Rinus Anker
Kapperszaak
In De Oud-Rotterdammer van 23
juni staat een foto van een straat op
het Noordereiland, op de hoek van
de Tulpstraat en het Burgemeester
Hofmanplein. Hier heb je een vol-
ledig zicht op de kapperszaak van
kapper Jan v.d. Velden. Vanaf mijn
veertiende, in 1948, kwam ik daar tot
hij ermee ophield. Er schoot mij een
leuk voorval te binnen uit die tijd.
Begin jaren vijftig zaten wij op een
zaterdagmiddag weer op onze beurt te
wachten, terwijl een jonge vent met
heel lang haar gekortwiekt werd. Nu
wilde het nogal eens dat de vrouw van
kapper Jan het trapje op kwam om te
zeggen dat er telefoon was.
“Heren, heel even wachten”, zei
hij dan. Wij wisten dat er dan weer
iemand was om een auto te kopen of
verkopen, want Jan handelde ook in
auto’s. Even later kwam hij het trapje
weer op en deelde mee dat hij weg
moest. Doodgemoedereerd haalde hij
de cape van de half geknipte klant af
en deelde hem mee dat hij dinsdag
terug kon komen voor de andere helft.
Dat er toen een ‘zeetje’ van wind-
kracht 11 ontstond, was wel te begrij-
pen. Jan zag dat het uit de hand liep en
knipte natuurlijk vlug de andere helft.
Dat was een grap van hem waar hij bij
ons mee weg zou komen, maar niet
bij die man. Ik heb van 1948 tot 1979
op het eiland gewoond en veel met
de jongens in de buurt meegemaakt.
Maar wat is er veel veranderd in de
loop der jaren. Veel is mij ontschoten,
maar toch zijn er nog namen van jon-
gens en winkels die weer naar boven
komen. Maar zo’n kappertje vergeet
je nooit. Ook Mientjes en Breemer
niet en tal van andere zaken waar je
je boodschappen deed. En natuurlijk
Proeflokaal Lelieveld waar ik biljarten
leerde met mijn vrienden. Leuke tijd.
Nico Breedveld
Unitas
Ik werkte bij Unitas aan de Valks-
traat, waar nu het Vasteland is. Voluit
Unitas, Rotterdamse Agentuur, Com-
missie en Goederenhandel. Unitas was
een classificeerbedrijf, met daarnaast
als nevenactiviteiten shipchandler
en vertegenwoordiging van Castrol
Scheeps Motorolie. Het classificeerbe-
drijf ging dag en nacht door. De man-
nen die in de nacht werkten, kwamen
vrijdagmiddag hun loon aan het loket
afhalen en gelijk hun orders voor de
volgende week ontvangen, als die er
al waren. Voor wie overdag werkte,
werd het loon vrijdagmiddag naar
hun werkplek gebracht. In november
1958, vlak voordat ik in militaire
dienst moest, verving ik twee weken
een zieke collega en bracht ik de lonen
bij de dagploegen. Beide weken reed
ik op een Solex over de Maasbruggen
naar Piet Smit, tegenover de Kuip.
Dan naar de Rotterdamse Droogdok
Maatschappij, daarna met een sleep-
bootje naar de overkant naar Wilton
Fijenoord en vervolgens naar Ha-
venbedrijf Vlaardingen Oost. Daarna
weer opgepikt met een sleepbootje
naar een schip op stroom, ergens in
de Waalhaven en vandaar weer terug
naar kantoor. De gewerkte uren van
de classificeerders moesten maandag-
ochtend bekend zijn en werden dan
door de loon-administrateurs per man
uitgerekend en op grote tabellen ver-
werkt. Op donderdagmiddag telde de
boekhouder hoeveel geld wij vrijdag
nodig hadden om de loonzakjes te
vullen. Wekelijks werd er bijna 30.000
gulden bij het bijkantoor van de bank
op het Westplein gehaald. Gewoon
met een koffertje over straat. Ik heb
daar een geweldige tijd gehad.
Brand op Noordereiland
Graag wil ik reageren op het verhaal
“Kat oorzaak van de brand” in De
Oud-Rotterdammer van 26 mei. Een
wel heel mooi verhaal over die brand
op de Prins Hendrikkade 74, 75 en
76. Volgens de brandweerofficier
woedde de brand in het hoekpand
Prins Hendrikkade - Van der Takstraat.
De brand ontstond op de eerste etage
van nummer 75 en sloeg al snel over
naar 74. Wij woonden op 76 en waren
pas getrouwd. Binnen een uur was
het grootste deel van onze inboedel
door via de zolder binnengespoten
bluswater vernield. Dat er zolders
met elkaar in verbinding stonden en
werden bewoond door gastarbeiders
in stapelbedden is mij niet bekend.
Dat de kat een petroleumkachel zou
hebben omgestoten (midden in de
zomer?) was in werkelijkheid een fles
wasbenzine, die, in combinatie met de
geiser, een ontploffing en de daarop
volgende brand veroorzaakte.
M.Norez
Laan op Zuid 560
3071 AB Rotterdam
Booy maakt alles mooi
In 1962 werkte ik bij de firma Booy
Tank- en Scheepsschoonmaakbedrijf
op het Noordereiland. Bij dat bedrijf
kon je verdienen wat je wilde; je
moest het echter niet zo nauw nemen
wat betreft het milieu en je eigen
gezondheid. Tanks werden schoonge-
maakt zonder beschermingsmiddelen;
men keek in die tijd niet op van een
vreemd luchtje.
Je moest ook een beetje crimineel
zijn (ik ook) om daar te werken op
de schepen of tankwagens van Booy.
Werkdagen van vijftien, zestien uur
waren meer regel dan uitzondering.
Ik verdiende als 20-jarige twee tot
driemaal meer dan mijn vader, een
hardwerkende bakkersknecht met zes
kinderen. Verder werd er nogal eens
een pilsje gedronken (met mate, een
stuk of vijftien) en de volgende dag
weer aan dek. Ook op gewicht werd
niet gelet, men keek niet op een ki-
lootje. Al met al een mooie tijd en een
goed gevulde knip. Ik had net veertien
maanden in dienst gezeten en kon
gelijk aan de slag. Ik zou het zo weer
doen. Waarvan akte.
W. Spitse
Leeuwerikstraat 118
3353 AT Papendrecht
078-6427920
De Oud-Rotterdammer - De krant voor de 50-plusser
Dinsdag 7 juli 2015
pagina 21
In verband met de privacywetgeving wijst De Oud-Rotterdammer de lezers erop dat zij met het insturen van een oproepje akkoord gaan met het
vermelden van hun adresgegevens in de krant en daarmee tevens in het krantenarchief op het internet.
TANTE POST
Middellandplein
In de veelgelezen rubriek Ken je dit
nog? op pagina 5 werden dit keer
reacties gevraagd op het verdwenen
benzinestation op het Middellandplein.
Twee lezers - Ferry van Eeuwen en Fred
van den Bos - stuurden beiden bij hun
reactie ook deze foto op. De afbeelding
is afkomstig uit het boek Rotterdam 40-
45, dat via de webshop van deze krant
te koop is. De tekst bij deze foto luidt:
“In het Rotterdamse straatbeeld waren
de Duitsers duidelijk aanwezig. Soms
was dat wat nadrukkelijker het geval
dan anders, zoals bij dit militaire vertoon op 2 september 1940. Generaal Böhm-Tettelbach en Divisionsgeneraal Mayer-
Rabingen nemen op het Middellandplein een Duitse militaire parade af, ter herdenking van het begin van de oorlog in
Europa, een jaar (plus een dag) tevoren. Het Middellandplein genoot voor dergelijke manifestaties de voorkeur boven
de meer voor de hand liggende Coolsingel, omdat op die plaats de troosteloze kaalslag ten gevolge van het grote Duitse
bombardement van 14 mei 1940 pijnlijk zichtbaar was en dus als decor voor een parade propagandistisch geen gelukkige
keuze geacht werd.”
Ferry van Eeuwen woonde op het Middellandplein en schrijft: “Wij woonden op de tweede verdieping, de ramen achter
de lantaarnpaal. Als je goed kijkt, zie je vaag één of twee silhouetten achter het omhoog geschoven raam. Dat moeten
mijn ouders zijn geweest, zelf was ik vier jaar.”
Fred van den Bos concludeert: “Ik denk dat de benzinepomp er voor of in de oorlog is gekomen, getuige deze foto.”
Mathenesserweg
Lezer J.C. van Houwelingen stuurde bovenstaande foto naar de redactie. Hij
vermoedde dat op deze plek, de Mathenesserweg, het benzinestation stond,
dat echter, zo blijkt uit de antwoorden in de rubriek Ken je dit nog, op het
Middellandplein stond.
Lezer Houwelingen: “Ik denk dat de raadplaat nr. 85 van De Oud-Rotterdam-
mer van 9 juni een foto is van de Mathenesserweg, hoek Willem Beukels-
zoonstraat. Ik heb daar van 1945 tot 1965 gewoond op de Mathenesserweg
157a. Op die hoek stond en staat nog steeds café Statendam. De naam van het
ex-benzinestation was toen: Klingerit. Hopende dat deze gegevens op waar-
heid berusten.
Jan van Houwelingen,