De Oud Rotterdammer Week 4 - page 9

De vraag rees wat we samen konden
gaan doen. Het leek ons leuk een wil-
lekeurig telefoonnummer te draaien
met de vraag of hun zoon thuis was.
Wij hadden al voorpret bij het idee
en prikten in het telefoonboek het
nummer van modewinkel Witteveen
op de Franselaan. Het was gelijk raak,
op onze vraag: “Is uw zoon thuis?”,
antwoordde hij: ‘’Ja, dat ben ik!’’Wij
vertelden hem, dat wij zomaar een
telefoonnummer uit de telefoongids
hadden gedraaid. Er ontspon zich een
leuk gesprek en wij vertelden wie
wij waren en hij vond het interessant.
Hans - zo was zijn naam - vertelde
ook wat over zichzelf.
Gitaar
Wat wij hem allemaal over ons vertel-
den, weet ik niet meer. Ook niet wat
hij allemaal zei. Maar het was heel erg
leuk, vooral toen hij zei dat hij gitaar
speelde. Hij pakte zijn instrument
en ging spelen en zingen door de
telefoon.
‘Ben ik jou vergeten te vertellen ....
Lieveling ik hou zoveel van jou .....
Ben ik jou vergeten te vertellen ....
Oh darling, ik hou zo van jou ....’
Wij stonden daar samen in de ijskoude
winkel, bij de bakelieten zwarte te-
lefoon met een losse verklikker. Hoe
lang dat geduurd heeft weet ik niet
meer, wij waren helemaal in love.
Nadat we de telefoon opgehangen
hadden, gingen we naar bed in de
kelder onder de waterstokerij. Oom
Nico had daar een kamertje voor Leny
getimmerd.
Hoog water
De kelder grensde aan de kelder van
buurvrouw Francheman. Door een
opening in de tussenwand kon je bij
haar komen en zij bij ons. Midden in
de nacht werden wij wakker geschud
door de buurvrouw. “Waarschuw je
vader dat het hoog water wordt en dat
hij beter de kazen en puntzakken uit
de kelder naar boven kan brengen”,
luidde haar boodschap.
Wij naar boven, door de winkel, de
woning in naar de slaapkamer om het
door te geven. Oom Nico mopperde
dat wij zijn rust verstoorden, zei dat
we moesten gaan slapen, draaide zich
om en sliep verder. Wij weer naar be-
neden, wij hadden onze plicht gedaan.
In Odeon was op dat moment het feest
afgelopen. Jan en Nel van Ravestein
gingen lopend naar huis. Het waaide
heel hard en daarom bleven ze dicht
langs de huizen van de Gouvernestraat
lopen. Daarna de Nieuwe Binnenweg
op en via de Lage Erfbrug naar de
Schiedamseweg.
Wind
Bij het Marconiplein moesten ze
elkaar stevig vasthouden, zo hard
stormde het. De hol af, langs het
Witte Dorp, oei, oei, wat een wind.
Eindelijk waren ze in de Engelsestraat
in Nieuw-Mathenesse en konden weer
langs de huizen lopen. Eindelijk waren
ze thuis, waar een kruik werd gevuld
met warm water voor in bed.
Tezelfder tijd was in de Pantserstraat
alles rustig. Henny en Leny sliepen
weer. Plotseling werden ze wakker
geschud. “Kom op, snel naar boven”,
klonk het paniekerig. Dus matras en
dekens mee om er in de woonkamer
een slaapplekje van in te richten. Tante
Sjaan en oom Nico haalden ondertus-
sen alle kazen en papieren zakjes uit
de kelder en waarschijnlijk nog veel
meer. Wij kleedden ons aan en gingen
buiten kijken.
Zwanen
In de Pantserstraat stormde het
verschrikkelijk en in de Slaghekstraat
stroomde het water van de Hillevliet
met zwanen en al door de straat. Het
water kwam net niet in de Pantser-
straat. De volgende morgen hoorden
wij op de radio dat zich in Zeeland een
ramp had voltrokken. In de loop van
de dag begrepen we, dat dit was uitge-
groeid tot een grote ramp. Honderden
mensen waren verdronken of vochten
wanhopig tegen het water. Boeren
probeerden hun koeien te redden door
ze los te maken uit hun stallen. Veel
vee verdronk die nacht en de dagen
daarop. De volgende dag zouden mijn
ouders mij weer in de Pantserstraat
komen ophalen.
Het stormde nog steeds en zij gingen
met tramlijn 8 naar de Coolsingel,
waar zij overstapten op lijn 12 naar
Zuid over de Maasbruggen. Op het
Stieltjesplein stopte de tram, omdat die
niet verder kon. Mijn ouders stapten
uit om dan maar te gaan lopen. Maar
ook dat lukte niet, want de Rosestraat
stond blank en daar woonden mijn
grootouders. Die nacht waren de
treinen op de dijk tussen de Oranje-
boomstraat en Rosestraat al stil gezet.
Toen besefte ik pas hoe geschrokken
mijn vader moest zijn toen hij dit zag.
Hij klom de spoordijk op en liep in de
richting van zijn ouders.
Opluchting
Vanaf de dijk zag hij dat er zeker een
meter water kabbelde in hun huis en
de tuin. Tot zijn grote opluchting ging
de balkondeur van de bovenburen
open en daar stonden mijn grootou-
ders, opgevangen door de buren. Vader
is terug gelopen naar de Rosestraat,
trok zijn sokken en schoenen uit en
ging wadend door het water naar zijn
ouders.
De volgende dag, toen het water
gezakt was, gingen we naar de Ro-
sestraat 96 om de schade te bekijken.
Het water was in de woonkamer
gelukkig niet hoger gekomen dan 89
centimeter. Oma en opa vertelden
dat ze in bed lagen en er toeterende
treinen voorbij kwamen. “Er is iets
aan de hand Hendrik, want de treinen
toeteren”, zei oma. Ze stapten uit de
bedstede en stonden gelijk tot hun
middel in het ijskoude water. Ze
zijn toen naar de voordeur gelopen,
eigenlijk gesjokt. Ze deden die open
en kregen nog eens de volle laag. Ook
het luik bij de voordeur naar de kelder
was omhoog gekomen, maar doordat
de loper met vier koperen roeden aan
de grond vastzat, zijn ze er niet inge-
zakt. De enige dode in Rotterdam was
een mevrouw een paar huizen verder,
waar de mat niet vast zat en die de
kelder werd ingezogen en verdronk.
Longontsteking
Gelukkig stond de bovenbuurman bij
de deur en hij trok mijn grootouders
naar buiten. De rest van die nacht
hebben zij veilig bij deze buurtjes
doorgebracht. Oma en opa zijn de
volgende dag met ons mee naar huis
gegaan. Een aantal dagen later kreeg
opa longontsteking en oma een tijdje
later ook. Ze zijn allebei weer beter
geworden, terug naar de Rosestraat en
hebben er tot hun dood gewoond.
Dit is mijn verhaal van de watersnood-
ramp van 1953. Vergeten doe ik het
nooit, ik denk er elk jaar op 1 februari
aan.
Henny Lubbers-van Ravestein
Zwanen door de straat in Watersnoodnacht
Zaterdag 31 januari 1953 was er een feestavond in gebouw
Odeon in de Gouvernestraat. Mijn ouders gingen daar naar toe.
Gezellig voor hen en ook voor mij, want ik mocht logeren bij mijn
nichtje Leny de Kreij in de Pantserstraat 23-25, een van de vijf
(verdwenen) poortstraatjes in Hillesluis tussen Putselaan en
Slaghekstraat.
De Oud-Rotterdammer - De krant voor de 50-plusser
Dinsdag 24 januari 2017
pagina 9
De Rosestraat stond blank (foto’s: verzameling Rein Wolters)
De Putselaan kreeg veel waterschade
De Oranjeboomstraat stond ook onder water
Het viaduct Strevelsweg en Groene Hilledijk veranderde in een waterbaan
1,2,3,4,5,6,7,8 10,11,12,13,14,15,16,17,18,19,...24
Powered by FlippingBook