De Oud Rotterdammer Week 12 - page 7

De Oud-Rotterdammer - De krant voor de 50-plusser
Mijn alleenstaande dochter denkt aan
voogdij voor haar dochter. Wat moet ze
daarvoor doen?
Een voogdij regelen houdt in dat zij
zelf bepaalt wie er voor haar minderja-
rige dochter gaat zorgen als er iets met
haar gebeurt. Zonder zo’n regeling
komt het lot van het ouderloze kind in
handen van Jeugdzorg en de rechter.
Meestal gaat dat goed, maar wie geen
risico wil nemen, moet een voogd
aanwijzen. De voogdij blijft in stand
totdat het kind meerderjarig wordt.
Om een voogd te kunnen aanwijzen is
het belangrijk dat de vader of moeder
het ouderlijk gezag heeft. Moeders
mogen altijd een voogd aanwijzen,
maar de vader moet daarvoor het
ouderlijk gezag hebben, ook al heeft
hij het kind erkend.
IWanneer uw dochter zelfstandig haar
keuze wil maken en geen bemoeie-
nis van de vader wenst, kan zij twee
dingen doen: 1) Zij kan een aanteke-
ning laten maken in het gezagsregister.
Bij de Rechtbank staat dan genoteerd,
wie de gewenste voogd moet worden.
2) Ze kan bij de notaris een testamen-
tregeling laten opstellen met daarin
enkel een voogdijaanwijzing. Dat is
iets duurder, maar zij kan daarin meer
voogden aanwijzen. Het is immers
niet altijd zo dat wanneer de nood aan
de man is, de gewenste voogd het kind
onder diens hoede wil/kan nemen.
De zoon van mijn vriend wil trouwen met
zijn Servische vriendin en gaat dit doen
op basis van huwelijkse voorwaarden.
Moet daar een tolk bij?
Niet per se als zij de Nederlandse
taal goed beheerst. Bij de notaris gaat
het er vooral om dat beide huwe-
lijkspartners goed de inhoud van de
voorwaarden begrijpen en de gevolgen
ervan kennen. De notaris is hiervoor
verantwoordelijk. In het voorgesprek
zal hij daarom proberen haar zoveel
mogelijk voor te lichten in het Engels
of Nederlands en te peilen in welke
mate een en ander begrepen is.
Beëdigd
Als hij reden heeft te twijfelen, moet
de hulp van een tolk ingeroepen
worden. Die tolk mag niet toevallig
iemand zijn die het Servisch en Ne-
derlands machtig is, maar een officieel
voor de rechtbank beëdigde tolk/verta-
ler, thuis in de juridische materie.
Laatst hoorde ik dat mijn kinderen straks
veel erfbelasting gaan betalen en daar-
voor ons huis moeten verkopen. Mijn
vrouw wordt toch niet dakloos?
U gaat iets te hard van stapel. Het is
inderdaad zo dat uw ervende kinderen,
dankzij een relatief lage vrijstelling,
eerder de buidel mogen trekken voor
een forse aanslag. In 2017 bedraagt
die vrijstelling € 20.209 per kind, ter-
wijl die van de langstlevende partner
€ 639.089 bedraagt. Een goede reden
voor veel mensen daar maximaal
gebruik van te maken door (o.a.) een
testament op te laten stellen, door te
gaan schenken op papier en (ook) de
vrijstelling van de kleinkinderen (ook
€ 20.209) te benutten. De sleutel tot
lagere erfbelasting is vooral uw nala-
tenschap rekenkundig terug te brengen
tot het minimum.
Minder juist is uw veronderstelling
over de verkoop van uw woning. Vóór
2003 kon het gebeuren dat woningen
verkocht moesten worden na het
eerste overlijden. Maar dat kwam
doordat de kinderen de langstlevende
partner daartoe dwongen, doordat
ze direct hun erfdeel opeisten. Met
alle desastreuze gevolgen van dien
en soms een zware verarming van de
langstlevende. Een scenario dat alleen
voorkomen kon worden wanneer men
een testament had laten opstellen.
Wettelijke verdeling
Sinds 2003 liggen de kaarten iets
anders. Uw gehele nalatenschap komt
bij uw overlijden in handen van uw
vrouw, terwijl de kinderen het moeten
doen met een rentedragende vordering
ter grootte van hun erfdeel. Uw
partner mag vrijelijk over alle erfdelen
beschikken en desnoods alles opma-
ken. Wel zal zij uit uw nalatenschap de
erfbelasting van de kinderen moeten
voorschieten. Stel dat uw beider vol-
ledige vermogen (inclusief woning)
€ 180.000 bedraagt. Uw nalatenschap
(indien getrouwd in gemeenschap van
goederen) bedraagt de helft: € 90.000.
Met twee kinderen wordt dat dus €
30.000 voor een ieder. Het erfdeel van
uw partner blijft buiten schot, terwijl
over de erfdelen van uw kinderen uw
partner per kind (maximaal) € 958 aan
erfbelasting moet betalen. Woning-
verkoop is dus niet aan de orde. Dat
speelt pas wanneer uw partner gaat
verhuizen of ook komt te overlijden.
Ook een vraag voor de notaris? Stel
uw vraag en krijg direct antwoord.
Gratis en vrijblijvend. Mail naar
of bel 010-
7671700.
De NBP steunt overigens dit huidige
verplichte systeem, omdat daardoor de
werknemer als deelnemer veelal een
adequaat pensioen opbouwt. Onterecht
is volgens de NBP dat de deelnemer
een zwakkere juridische positie heeft
dan de pensioenuitvoerder.
Het volgende voorbeeld uit de praktijk
als toelichting. Een werknemer, stel
een ingenieur, verdient bij een groot
bedrijf een goed salaris. Hij bouwt
daarmee ook een goed pensioen op.
Gedurende zijn 40-jarige loopbaan
bij dat bedrijf heeft zijn werkgever in
samenspraak met de vakbonden enige
keren zijn pensioenregeling veranderd.
Het pensioenfonds van dat bedrijf
heeft na elke verandering zijn aanspra-
ken opnieuw berekend.
Zodra deze werknemer op 65-jarige
leeftijd met pensioen gaat, stuurt dat
pensioenfonds hem een brief, waarin
zijn opgebouwd pensioen wordt ver-
meld. Elke maand betaalt het pensi-
oenfonds aan hem zijn pensioen, zoals
vermeld in die eerdere brief. Wanneer
hij 78 is, overlijdt hij. Het fonds heeft
hem dan dertien jaar pensioen betaald.
Zijn vrouw, zes jaar jonger, ontvangt
na zijn overlijden haar partnerpen-
sioen. Na vier jaar komt dat fonds
erachter dat het 25 jaar geleden een
fout heeft gemaakt, bijvoorbeeld bij
vervanging van de eindloonregeling
door een pensioenregeling, gebaseerd
op middelloon. Indien het fonds dan
een vordering indient bij de weduwe,
kan die vordering uit de volgende
onderdelen bestaan.
De eerste vordering is dat het pensi-
oenfonds het toekomstig partnerpen-
sioen voor de weduwe verlaagt met
het bedrag dat zij teveel zou hebben
ontvangen. Daarna vordert het fonds
dat deel van het eerder betaalde
partnerpensioen terug, dat volgens de
nieuwe berekening in die vier jaren
te veel was betaald. De weduwe moet
dan het teveel ontvangen bedrag van
die periode terugbetalen.
Ter afronding vordert het pensioen-
fonds ook dat deel van het ouderdoms-
pensioen terug, dat volgens dat fonds
teveel aan haar overleden echtgenoot
over die eerdere periode van dertien
jaar is betaald.
Stel dat de weduwe het niet eens is
met het besluit van het fonds. Zij
moet dan als particulier een juridische
procedure bij een rechtbank beginnen
en zelf deskundigen inhuren om aan
te tonen dat het fonds een fout heeft
gemaakt. In veel landen in Europa en
in de VS moet het fonds aantonen bij
de rechter op welke wijze de nieuwe
berekeningen zijn uitgevoerd. Het
fonds moet in die landen de rechter
overtuigen dat de uitkomsten van de
nieuwe berekeningen nu goed zijn. In
Nederland moet de weduwe aantonen
dat het fonds een fout heeft gemaakt.
Uit diverse vonnissen blijkt dat een
werknemer/gepensioneerde jaarlijks
zelf alle informatie, die hij van het
fonds ontvangt, moet controleren
met zijn eigen pensioenregelingen
en de jaaropgave van zijn werkgever.
Eigenlijk moet hij over een periode
van 40 jaar alle informatie bewaren.
Hij moet ook de jaarlijkse opgave van
het pensioenfonds controleren. De
bewijslast wordt, zoals gebruikelijk in
Nederland bij civiele procedures bij de
zwakkere partij gelegd.
In deze procedure had de rechter nog
de volgende bijzondere toevoeging.
Volgens de rechter had de overleden
echtgenoot wegens zijn opleiding als
ingenieur, gemakkelijk de jaarop-
gave van het pensioenfonds kunnen
controleren. Want, aldus de rechter, is
pensioen voor een werknemer belang-
rijk, het fonds heeft veel deelnemers
en de overleden echtgenoot nam deel
in maar één regeling. Oftewel, het be-
stuur van een fonds mag fouten maken
en de deelnemer heeft tot plicht deze
fouten te vinden.
Als een fonds een fout in het nadeel
van een deelnemer heeft gemaakt,
dan mag de deelnemer dit bedrag
ook terugvorderen. Alleen weinig
deelnemers beschikken over de kennis
om deze berekeningen te controleren.
Stel, een deelnemer ontdekt zo´n fout,
die in zijn nadeel is. Veelal stelt een
fonds dan dat de deelnemer dit bedrag
kan krijgen, onder voorwaarde dat
hij andere deelnemers niet informeert
over de ontdekte fout. Elk land krijgt
de politici en rechtspraak die het
verdient. Dat bleek weer bij de laatste
verkiezingen.
Wilt u reageren op deze bijdrage? Mail
naar
Voor meer informatie zie ook: www.
nbp.nl
Dinsdag 21 maart 2017
pagina 7
Deze bijdrage van de Nederlandse Bond voor Pensioenbelangen gaat over het systeem van juridische
procedures voor klachten over uitvoering van een pensioenregeling. In eerdere bijdragen wezen we al
op de zwakke positie van een deelnemer ten opzichte van een pensioenuitvoerder, pensioenfonds of
levensverzekeraar. De werknemer mag niet kiezen of hij deelneemt in een pensioenregeling.
1,2,3,4,5,6 8,9,10,11,12,13,14,15,16,17,...24
Powered by FlippingBook