De Oud Rotterdammer Week 28 - page 9

Kijk, Aad, Jan en ik zaten in dezelfde
klas. Aad en ik zaten samen in een
bank, waren schoolvrienden derhalve.
Met Jan was Aad nog lang bevriend.
Maar in 1953 zijn we dus met z’n drie-
ën op avontuur gegaan. Aad woonde
op de Kortekade, Jan op de Oudedijk
(ja, dat adres daar was een feestartike-
lenwinkel), ik in de Krekelstraat. Het
adres in Parijs weet ik echt niet meer,
maar het was wel een schoolgebouw.
In een grote zaal, waarschijnlijk de
sportzaal, was een groot aantal stret-
chers neergezet, en die moesten onze
slaapplaatsen voorstellen.
Oranjerode worstjes
De maaltijden genoten wij in de
buitenlucht, op een grote binnen-
plaats, in feite denk ik de speelplaats
van de school. Er waren lange tafels
opgesteld, waaraan wij zaten te eten;
wát weet ik nauwelijks meer. Wel dat
wij een keer bloemkool geserveerd
kregen, vergezeld van twee oranje-
rode worstjes, puur knoflook! Ik heb
een afkeer van louter knoflook. Ik
presenteerde een van mijn worstjes
aan een loslopende hond die de Franse
nationaliteit niet of nauwelijks gehad
moet hebben, want ook hij, of zij,
keerde zich walgend af!
De volgende dag opende ons diner
met bloemkoolsoep!
Mailwisseling
Nogmaals, hoe komt het dat ik dit
wellicht wat warrige verhaal nu opdis?
Nou, een jaar geleden kreeg ik op een
dag in januari een e-mail van Aad
Snelleman. Hij was door een collega,
met wie hij ooit bij de HAL werkzaam
was geweest, getipt over een stukje
in de De Oud-Rotterdammer van een
zekere Bezooijen, die daarin onder
meer verhaalde over wat belevenissen
met Aad.
Dat was een verrassing. Zoals het al
veel meer mensen is overkomen, ont-
stond ook uit dit digitale contact een
‘mailwisseling’. Uiteraard kwam hier-
bij die Parijse vakantieweek aan de
orde. Aad had destijds foto’s gemaakt.
En hij heeft een serietje meegestuurd
met een mail. Ikzelf had in die tijd
geen fototoestel, dus de herinneringen
werden nu als het ware weer zichtbaar.
Ouwe kameraadschap
In een van zijn mailtjes vertelde hij
zijn levensloop zo’n beetje, maar ook
dat hij ernstig ziek was, terminaal. En
zijn vrouw was met Alzheimer in een
verpleeghuis opgenomen. Een zeer
ernstige situatie dus. Maar de ouwe
kameraadschap bracht hem er toch toe
die jeugdherinneringen op te halen. Ik
vond het vooral erg fijn te ontdek-
ken dat er op onze leeftijd nog oude
vriendschap leeft…
Lange tijdspanne
Daar ik soms tamelijk laks ben in het
beantwoorden van mailtjes, is er op
een gegeven moment nogal wat ruimte
gekomen tussen de berichten. Zelfs
zó dat er een wel erg lange tijdspanne
verstreek na het laatste contact in
augustus vorig jaar. Dat contact kwam
overigens niet van Aad zelf, maar van
een vriend van hem. Die beantwoord-
de mijn verontruste laatste mail met
de mededeling dat Aad even in het
ziekenhuis was opgenomen, maar wel
zou antwoorden zodra hij weer thuis
zou zijn.
De tijd vliegt dus echt. Het jaar uit, de
hele feestmaand december… En toen
was het opeens januari 2017 en besefte
ik dat ik in feite erg verontrust was
door het uitblijven van enig bericht.
IJskoude douche
Een mail gestuurd naar het adres van
Aad, ik had niet anders, gericht aan
die vriend van hem. Ik kreeg antwoord
van de vriend. Hij had een tijdlang niet
naar het e-mailadres van Aad gekeken
en las nu dus pas mijn ongeruste vraag
en hij moest mij helaas mededelen
dat Aad op 13 oktober vorig jaar was
overleden.
Ik heb hem uiteraard bedankt voor het
bericht. Uiteindelijk ben ik een wild-
vreemde voor die vriend. Maar voor
mij was het een ijskoude douche en ik
kan mij maar niet losmaken van een
soort schuldgevoel, dat ik niet eerder
heb geïnformeerd naar Aad’s ziekte.
En ik moet denken aan de lunches die
wij, Aad, Jan en ik, gebruikten daar
in dat Parijs van toen. We kochten
elk een stokbrood en samen een fles
witte wijn. In het grote park, het Bois
de Boulogne, zochten wij een bankje
op, plukten stukken brood en aten met
smaak, terwijl wij omstebeurt (ja, dit
is spreektaal) uit de fles wijn lurkten.
We hadden lol, we waren jong en zor-
geloos. We hebben ‘alles’ gezien: de
Eiffeltoren, Dom des Invalides, Arc de
Triomph, enzovoort…We hebben op
een abonnement met de metro gereisd,
alle kanten uit. We hebben de zware
knoflooklucht in die gammele wagons
geroken. We zijn op de Place du Tertre
geweest, al een beetje kunstminnaars.
De Sacré-Coeur betreden na eerst die
eindeloze trappen te hebben bestegen.
En ja, die hand op mijn arm vanuit
een donker portiek waar wij langs
liepen, toebehorend aan een onduide-
lijk vrouwspersoon van wie ik me rot
schrok en vlug doorliep. De boeken-
stalletjes waar we dan ook maar een
wat dubieus blaadje kochten, souvenir
voor niemand.
Als er mensen zijn die denken dat dit
verhaal behalve een avonturenverhaal
ook een soort in memoriamverhaal
is, heeft gelijk… ik móest het van me
afschrijven…
Chris Bezooijen
010 -4705768
Van die jongens die naar Parijs gingen...
We zijn met z’n drieën naar Parijs geweest: Aad Snelleman, Jan
Moret en ik. In 1953. Alledrie met diploma afgeleverd door de
muloschool van de heer Staal, uit de Taxusstraat in Rotterdam
Kralingen. Alledrie achttien jaar oud, met toestemming van thuis
(ja, dat ging toen nog zo, dat wil zeggen in een ‘normaal’ gezin
dan) een week met jongerenreisbureau Roy uit de Pannekoek-
straat. Waarom daar nu gewag van gemaakt? Dat zit zo.
De Oud-Rotterdammer - De krant voor de 50-plusser
Dinsdag 11 juli 2017
pagina 9
Drie Rotterdamse jongens in Bois de Boulogne
Versailles
Brede boulevards in de Franse hoofdstad
De maaltijd was niet bepaald aantrekkelijk
Wandelen langs de bezienswaardigheden van de Lichtstad
Op de slaapzaal
1,2,3,4,5,6,7,8 10,11,12,13,14,15,16,17,18,19,...20
Powered by FlippingBook