De Oud Rotterdammer Week 8 - page 19

De Oud-Rotterdammer - De krant voor de 50-plusser
Dinsdag 20 februari 2018
pagina 19
meester Karel Schot zo’n zestig
jaar geleden een stevige basis legde
voor het gelijknamige vogelasiel.
Ik wist ook niet dat ik zijn naam
nog honderden keren zou neerpen-
nen in artikelen over gewonde of
zieke vogels die zijn handen of die
van zijn volgelingen zouden passe-
ren. Ik had zestig jaar geleden niet
durven dromen dat ik als journalist
en bovenal als sympathisant het
vrijwilligerswerk van de Vogelklas
zou gaan volgen en waar mogelijk
ondersteunen. In het prille begin
deed ik dat als wijkcorrespondent
van Het Vrije Volk. Toen was er
nog niet veel te beschrijven, want
Karel Schot had een regelmatig te-
rugkerende rubriek over gevederde
vrienden in zowel het Rotterdams
Nieuwsblad als Het Vrije Volk. In
1950 begon hij zijn Vogelklas in de
vierde klas van de Ericaschool aan
het Ericaplein in Bloemhof en zijn
leerlingen droegen hem op handen.
Van hem leerden ze niet alleen taal,
rekenen, schrijven en lezen, maar
hij ontpopte zich ook nog eens als
vriend
Natuurstudieclub
Na drie jaar Ericaschool kreeg
Karel in de Ploegstraat in Vreewijk
leerlingen van het voortgezet on-
derwijs onder zich. Hij richtte een
natuurstudieclub op en de opvang
van zieke en gewonde vogels
kwam op gang. In 1970 verhuisde
de Vogelklas naar de Hillevliet-
school. Tot een paar maanden voor
zijn dood in 1980 bleef het werk
van Karel Schot en zijn leerlin-
gen doorgaan. Mede dankzij een
jaarlijkse donatie van Shell, die ook
elke maand een autobus beschik-
baar stelde voor excursies. Het
staat allemaal in het 180 pagina’s
en enige honderden foto’s tellende
boek ‘In zwanenvlucht - Vogelklas
Karel Schot 1950-2005’ dat ik met
grandioze hulp van vogelklasme-
dewerkster Annette de Bus schreef.
Doordat destijds enkele duizenden
exemplaren extra zijn gedrukt, is
het fraaie boek nog steeds verkrijg-
baar bij de Vogelklas.
Reünie
Dit vernam ik op een zeer geslaag-
de reünie op zaterdag 20 januari in
Theater Walhalla aan de Veerlaan
op Katendrecht, waar ruim honderd
vogelklassers uit verleden en heden
op afkwamen. Het werd een prach-
tige happening waar herinneringen
over en weer vlogen. Koos van
Donk (ex-elektricien) zette na het
overlijden van Karel Schot samen
met andere vrijwilligers van het
eerste uur als Jan van der Mussele
(gepensioneerd zeesleepbootkapi-
tein) en Annette de Bus (ex-poli-
tiemedewerker) het werk voort. Zij
stonden aan de wieg van de huidige
Vogelklas op het Afrikaanderplein,
waar nu jaarlijks zo’n tienduizend
vogels en kleine dieren worden
verzorgd om te worden teruggezet
in de natuur. Het is een modern
instituut dat vrijwel geheel drijft
op goed gemotiveerde vrijwil-
ligers. De leiding is in handen van
voorzitter André de Baerdemaker
en beheerder Monique de Vrijer.
Beiden een product van de cultuur
die Vogelklas Karel Schot nastreeft.
Belastingdienst
Toen ik in 1977 in vaste dienst
kwam van de ‘rooie’ krant werd
mijn band met Karel Schot inniger.
Die verstandhouding is door de ja-
ren heen prima gebleven. Koos van
Donk wist mij altijd te bereiken als
er iets belangrijks was. Zo herinner
ik me dat hij eens in paniek belde
dat de belastingdienst een forse
heffing had opgelegd vanwege
inkomsten uit vrije giften van parti-
culieren en bedrijven. Ik werd pis-
sig en schreef er bozig over, want
ook andere organisaties zouden
ermee te maken krijgen. Uiteinde-
lijk liep het uit op kwijtschelding.
Regelmatig stapte ik het asiel
binnen of belde ik op of er nog
nieuwtjes waren. Dat deed ik ook
bij Koos van Donk, die beheerder
van de klas was geworden. Koos
en ik hadden nog een andere band;
die van het Rotterdamse carnaval.
Geldgebrek was vaak onderwerp
van onze gesprekken. Met acties,
redactioneel ook gesteund door
de krant, ging de financiële kraan
soms open of leverde materiaal op
voor nieuwe kooien of anderszins.
Mede hierdoor is Vogelklas Karel
Schot (ook) wereldwijd bekend ge-
worden. Koos van Donk leidde een
groot oliereinigingsprogramma in
Saoedi-Arabië na het uitbreken van
de Golfoorlog in 1990. Zijn hulp
ter plaatste was aanleiding voor ge-
sprekken op mondiaal niveau voor
de hulp aan vogels na een olieramp.
Reageren:
Sinds mijn jonge jaren heb ik iets positiefs met natuur en vogels. Echter niet op het moment
dat een meeuw zijn smerige flats op mijn hoofd laat landen, zoals mij meer dan eens is
overkomen. Ik zal een jaar of twaalf zijn geweest toen ik een gewonde duif - verpakt in een
schoenendoos met luchtgaatjes - achterliet op het stoepje bij de voordeur van meester Karel
Schot aan de Lede in Rotterdam-Vreewijk.
Mijn zwak voor vogels liet niet toe
dat ik het beestje liet creperen tussen
de spoor- en tramrails in de midden-
berm van de Putselaan. Waarschijnlijk
was de ‘roekoe’ geraakt door een van
de vele trams of treinen. Of het dier
de crash uiteindelijk heeft overleefd,
weet ik uiteraard niet. Wel dat school-
Neuzen in het boek met vijftig
jaar historie van de Vogelklas.
Foto’s Rein Wolters
Vogelklas
zestig jaar jong
Monique de Vrijer (midden) en André de Baerdemaker (rechts) onder een foto van beiden op de reünie.
Gepensioneerd vogelklasbeheerder Koos van Donk in gesprek met een bezoekster van
de reünie.
Rattenval
Tijdens het lezen van een van
de reacties op mijn verhaal over
het rattenparadijs schoot mij
een anekdote te binnen over het
gebruik van een rattenval. Een
verhaal dat ik heb opgedaan in
mijn toenmalige functie en dat
verteld werd door een bewoner
als remedie tegen rattenoverlast.
Stel u voor een vierverdiepingen flat in een
straat in Rotterdam-Zuid. Op de begane
grond woningen met een kleine tuin plus
schuurtje aan de achterkant. Regelmatig had
de benedenbewoner al eens vriendelijk aan
een van de bovenburen gevraagd om alstu-
blieft geen oud brood meer op de schuur te
gooien. Want had hij gezegd, de vechtende
meeuwen verliezen soms de prooi en die
valt dan in mijn tuin. Met grote kans dat er
rattenoverlast ontstaat. En daar zat hij niet
op te wachten. Daar had de aangesproken
buurvrouw wel begrip voor. Het vogeltjes
voeren hield inderdaad een poosje op.
Maar na enige tijd kwam bij de vogelaars
de liefde voor onze gevederde vrienden
toch weer boven drijven. Men kon het dan
wederom niet nalaten van driehoog het oude
brood van gisteren met wisselend resultaat
op het schuurtje te werpen.
Op een gegeven moment moest de beneden-
bewoner tot zijn grote schrik merken, dat
waar hij voor gewaarschuwd had, werkelijk-
heid was geworden. Hij signaleerde een rat
tussen de planten in zijn tuin.
Het waarschuwen beu heeft hij ten einde
raad een rattenval op de kop getikt. Want
hij wilde dat rattengebroed niet in zijn om-
geving hebben. De val was een langwerpig
houten kistje met tralies aan de bovenkant.
In het midden bevond zich een voerplankje
dat met snoeren verbonden was met valdeu-
ren aan de uiteinden van de kist. De deurtjes
vielen, bij aanraken van het voer op het
scharnierende plankje, in een schuif.
Daarmee ging hij de betreffende vogel-
liefhebbers op de volgende wijze confron-
teren. Hij ging met het hele geval over het
trappenhuis naar boven, belde aan en zei:
“Buurvrouw; ondanks alle verzoeken geen
voedsel meer naar beneden te gooien, is het
toch weer gebeurd, met als resultaat dat ik
nu een rat in de tuin heb gezien. Zoals u ziet
heb ik een rattenval aangeschaft. Die zet ik
in de tuin. En als ik de rat heb gevangen,
kom ik weer bij u aanbellen. En als de voor-
deur maar even openstaat licht ik het deurtje
en krijgt u uw eigen rat in huis. Ik moet
hem niet hebben. Want laten we eerlijk zijn,
ondanks waarschuwingen hebt u hem door
steeds te voeren, in mijn tuin gelokt.”
“Maar buurman zei de verschrikte buur-
vrouw, dat doe je toch zeker niet?” “Jawel”,
zei hij op zekere toon, “als het voeren niet
ophoudt, doet de buurman dat wel.”
Onder de indruk van dat stellige antwoord
beloofde ze beterschap. Zij zou voortaan het
overgebleven voedsel aan de eendjes gaan
voeren in het nabij gelegen park.
M. Zuijdweg
0180-512088
1...,9,10,11,12,13,14,15,16,17,18 20,21,22,23,24
Powered by FlippingBook