De Oud Rotterdammer Week 14 - page 7

Na het overlijden van mijn
moeder blijkt er een en/of-
rekening te zijn, die zij samen
met mijn broer had. Mijn
broer beweert nu dat het sal-
do op die rekening van hem
is. Hoe komen we erachter of
hij gelijk heeft?
Het antwoord op die vraag is tamelijk
eenvoudig te vinden als zowel moeder
als uw broer meer vermogen hebben
(gehad) dan de vrijstelling in box 3.
U kunt dan bekijken wie het saldo bij
de aangifte inkomstenbelasting heeft
opgegeven als zijnde zijn of haar be-
zit. Heeft moeder het saldo van de en/
of-rekening volledig opgegeven, dan
is het haar bezit. Heeft uw broer dat
gedaan, dan is hij de eigenaar. Ook is
het mogelijk dat beiden een deel van
het saldo hebben opgegeven. Het deel
dat uw broer dan heeft aangegeven is
dan van hem en de rest van uw moe-
der. Zonder nadere vastlegging zal
men er in het algemeen vanuit mogen
gaan dat bij een en/of rekening ieder
voor de helft eigenaar is; dit vindt ook
de fiscus.
In de praktijk ligt het vaak een stuk
gecompliceerder. Moeder en broer
hebben niet altijd voldoende ver-
mogen om aangifte te moeten doen,
waardoor het saldo en de toerekening
daarvan buiten beeld blijft.
Omdat uw broer stelt dat hij de
eigenaar van het volledige saldo is,
zal hij dat ook moeten bewijzen. De
algemene regel is immers: Wie eist,
bewijst. Hij kan dat bijvoorbeeld doen
door aan te tonen dat de rekening
eerst op zijn naam stond en pas later
ook op die van moeder. Of door aan te
tonen dat hij het saldo op de rekening
gestort heeft. Een andere mogelijk-
heid is dat uw broer geld aan moeder
leende zodat ze wat ruimer kon leven.
Moeder nam dan steeds een beetje
van het saldo dat uw broer als een
soort lening op de en/of-rekening aan
moeder ter beschikking stelde. Ook in
dat geval zal hij moeten aantonen dat
moeder met hem een lening overeen-
gekomen is.
Binnen families gebeurt veel infor-
meel; het is immers familie en je
vertrouwt elkaar meestal. Rondom
de afwikkeling van nalatenschappen
blijkt, dat wat informeel en met de
beste bedoelingen is gebeurd, vaak
tot problemen leidt omdat niet kan
worden aangetoond wat mondeling is
afgesproken.
U kunt de bewering van uw broer
wantrouwen. Maar als aannemelijk
is dat moeder financieel geholpen
werd door uw broer, zult u misschien
toch genoegen moeten nemen met
zijn claim, ook al is de geschiedenis
van de en/of-rekening niet helemaal
duidelijk. Heeft moeder een klein
inkomen, maar veel vaste lasten, dan
is financiële ondersteuning bijvoor-
beeld aannemelijk. Beter zou het
zijn geweest als alles formeel was
vastgelegd. Bluft uw broer en is het
saldo van moeder, dan zal hij moeten
inbinden.
Broer en moeder hadden en/of rekening
Van wie is het geld?
De Oud-Rotterdammer - Voorjaarsspecial
Dinsdag 3 april 2018
pagina 7
Bewindvoerder schenkt
Is iemand onder bewind gesteld,
dan mag een bewindvoerder niet
schenken als er door de onder bewind
gestelde geen traditie was in het
schenken; ook niet als het vermogen
groot is. Een tijd geleden is er een
rechtszaak geweest waarin een fami-
lie (uit hoofde van bewindvoering) de
rechter heeft gevraagd een bedrag ter
grootte van de jaarlijkse vrijstelling
(€ 5.363) te mogen schenken. Dit
werd toegestaan als de financiële
positie van de onder bewind gestelde
daardoor niet in gevaar kwam. De on-
der bewind gestelde moest tenminste
de vrijstelling box 3 behouden. Een
vervolg-rechtszaak om dit jaarlijks te
mogen doen, werd niet gehonoreerd.
Een verborgen gebrek
Koopt u een woning, laat dan altijd
een bouwkundig onderzoek uitvoe-
ren, zodat u weet wat u koopt. De
verkoper heeft de plicht alles over
de woning te vertellen wat hij weet
(informatieplicht); dus ook oude
gebreken en hoe die hersteld zijn. Als
koper moet u zelf ook onderzoeken
of de woning in goede staat is en wat
er eventueel hersteld moet worden
(onderzoeksplicht). Blijkt na de koop
toch een gebrek dat normaal gebruik
van de woning in de weg staat, dan is
er sprake van een verborgen gebrek.
Meld dit gebrek bij de verkopende
partij en probeer er samen uit te
komen. Vaak betekent dit dat de ver-
koper herstelkosten (deels) betaalt.
Plaatsvervulling
Is een kind vooroverleden, dan treden
zijn/haar kinderen automatisch in de
plaats van deze vooroverleden ouder
en erven gezamenlijk het erfdeel wat
hun overleden vader of moeder zou
hebben geërfd; dit heet plaatsver-
vulling. Dit geldt als de overledene
geen testament heeft gemaakt. Wijkt
een erflater per testament af van het
wettelijk erfrecht, dan moet het recht
op plaatsvervulling zijn opgenomen
in het testament. Zo niet, dan vervalt
het erfrecht. Wel kunnen de hierdoor
indirect onterfde kleinkinderen hun
legitieme portie opeisen. Anderen dan
(klein)kinderen kunnen dat niet.
Erfenis opgeven
Een erfenis heeft op het moment van
overlijden een zekere waarde. Die
krijgt u zelden volledig uitgekeerd.
Vaak moet nog erfbelasting worden
betaald of moeten nog posten, die
ontvangen en betaald zijn, worden
verrekend. Als we niet te maken heb-
ben met een langstlevende, moeten
erfgenamen de erfenis die zij nog niet
ontvangen hebben opgeven in box 3
als onverdeelde boedel. Aangezien u
bij de aangifte box 3 de waarde van
bezittingen op 1 januari 2017 moet
opgeven, telt ook een onverdeelde
erfenis uit 2016 (of eerder) mee. Is
de waarde die u netto gaat ontvangen
nog niet bekend, dan moet u er dus
maar een slag naar slaan. Is al wel be-
kend om welk bedrag het netto gaat,
dan kunt u bij de overige bezittingen
in box 3 dit bedrag opgeven.
Uit de praktijk
Een instrument om erfbelasting te
besparen, is ‘spelen’ met de rente over
de erfdelen die de kinderen erven
volgens het wettelijk erfrecht of bij een
langstlevende testament met vordering.
Zij krijgen een vordering op de langstle-
vende; deze vormt een schuld in de na-
latenschap van deze langstlevende. Hoe
hoger de rente, hoe groter de schuld bij
overlijden van de langstlevende. Geen
of een lage rente verlaagt juist de erfde-
len voor de erfbelasting van de kinderen
bij het eerste overlijden.
Het rentepercentage dat u kiest is vrij,
maar dit mag zonder fiscale problemen
maximaal 6 procent samengesteld zijn.
Bovendien moet een eventuele aanpas-
sing of vaststelling van deze rente stan-
daard gebeuren binnen acht maanden na
overlijden.
De keuze voor het te hanteren renteper-
centage is soms een lastige. Niet alleen
erfbelastingaspecten spelen daarbij een
rol. Als bijvoorbeeld de langstlevende
nog jong is, eigen erfgenamen heeft
of misschien nog krijgt (denk daarbij
aan een nieuwe partner) kan die rente
de erfenis van de langstlevende in de
wielen rijden. In het ergste geval erven
deze erfgenamen van de langstlevende
hierdoor uiteindelijk niets. Hoewel
fiscaal misschien niet gunstig, is hier
wel iets aan te doen.
Ik denk aan de jonge weduwnaar die
er uiteindelijk voor koos om over de
vordering geen rente te laten bijtellen,
zodat zijn eventuele toekomstige part-
ner geen last heeft van de erfdelen die
de kinderen van zijn partner nog tegoed
hebben. Die kinderen waren boos, om-
dat ze vreesden lang te moeten wachten
op hun erfenis die door inflatie mogelijk
dus minder waard wordt.
?
l
uw erfcoach en meer
l
Online shoppen goedkoper
Volgens onderzoek waren con-
sumenten met hun webaankopen
afgelopen jaar gemiddeld 6,5 %
goedkoper uit ten opzichte van
fysieke winkels. Dat zit ‘m vooral
in het gemakkelijker vergelijken
van de prijzen.
Stel een aankoop uit
Is de aankoop die u wilt doen
wel echt nodig? Door er nog een
nachtje over te slapen verdwijnt de
absolute noodzaak vaak en houdt
u uw geld in uw zak. Uitstellen
voorkomt veel impulsaankopen.
Betaal contant
Winkeliers en overheid stimuleren
ons minder aankopen contant te
doen. We kunnen pinnen, con-
tactloos betalen en boodschappen
afrekenen zonder kassière. Toch
kunt u beter contant betalen. Dan
heeft en houdt u meer overzicht
over uw financiën.
1,2,3,4,5,6 8,9,10,11,12,13,14,15,16,17,...24
Powered by FlippingBook