De Utrechter Week 4 - page 10

73 Jaar geleden nu. Vlagen van herin-
neringen vlogen door me heen. Gek
waren wij van die grote biscuitblik-
ken. We maakten er een vlot van door
ze aan elkaar te binden en peddelden
zo de Oude Gracht op. We gebruikten
ze ook als trommels en tijdens het
buurtfeest liepen wij voorop met een
man of vier achter ons, die zeer deftig
voor de muziek en hun buurtgenoten
uit liepen.
Zaklopen
‘s Middags begonnen de wedstrijden.
Mijn tante Mien zag ik fel en lichtelijk
opgewonden voorbij hollen en een
eerste prijs met hardlopen en zelfs een
tweede met zaklopen binnenhalen. Bij
de junioren raakte ik zelf uit de koers
door een overstekende hond. Met
bepleisterde knieën kon ik gelukkig
nog op tijd zijn bij het uitreiken van
de prijzen voor het gekostumeerde
kinderfeest.
Polonaise
‘s Avonds werd de met vlaggetjes en
lampjes versierde 1e Daalsedijk ge-
deeltelijk afgesloten. Zittend voor de
deur, met drankjes en zingende, dan-
sende mensen, alles opgeluisterd met
de muziek van de fanfare. Om twaalf
uur kwam voor iedereen de laatste
polonaise. Met de hele straat gingen
we met de muziek zingend de ene
feestende buurt in en de andere uit. De
dikke slager die tijdens het oversteken
van de straatweg zijn klomp brak en
de delen ervan door de lucht zag vlie-
gen, gooide uit balorigheid, dansend,
zijn overgebleven klomp hoog de
lucht in, grote hilariteit.
Snoepwinkel
De tijd krijgt, naarmate je ouder
wordt, steeds meer belang. Ik was toen
elf jaar. Maar de 1e Daalsedijk is er
nog! In gedachten zie ik het kruide-
nierswinkeltje van de Bollewang en
op de andere hoek de snoepwinkel van
ouwe vrouw Hiele. “Snoepen voor een
cent.” Dan de hoek om en de Vlijt-
straat in. De waterstokerij. Waar mijn
oma gloeiend heet water haalde en
onderweg zolang bleef kletsen dat ik,
vanuit de fietsenwerkplaats van Nerris
Geurtsen, haar het koud geworden
water zag weggooien.
Stroop
En laat ik Donkie (Donkelaar) niet
vergeten. Waar na het wekelijkse geld
beuren de winkel op vrijdagavond al-
tijd stampend vol stond. En ik met een
Delfts blauwe kom stond te wachten,
voor het bankje waar een grote zwarte
kat mij hypnotiserend zat aan te sta-
ren. Angstig bleef ik hem in de gaten
houden. En nog voor er met de grote
pollepel langzaam de stroop in mijn
kom was gedropen, vloog hij vanaf het
bankje in mijn nek en bleef hangen. Ik
sloeg van links naar rechts tot hij van
mij afsprong. “Hoe kan dat nu, hij is
altijd zo lief. Foei! gauw naar binnen
jij”, bromde vrouw Donkelaar. Maar
hij was verdwenen. Oh, maar dan kon
hij wel terug komen?
Aardappelveld
“Hier is je stroop jongen!” “Schrijft u
het maar op”, zei ik snel en vluchtte
de winkel uit. Verderop was er de
groentenwinkel van Hoovie (Hoovi-
us). Een donkere ongezellige winkel
waar je het idee had dat je in de regen
op een aardappelveld stond. Maar…
wel kwaliteit. Achteraan op de Dijk
net nog zichtbaar in de bocht, bak-
kerij Zomer. Waar je na tien uur het
heerlijkste warme brood ging halen.
We aten toen alleen wat lekker en ver-
krijgbaar was. Naast de bakkerij was
een grote ruimte waar op een gegeven
moment ‘s zondags ook een kerkdienst
gehouden werd. Het bleek dat het de
afgescheiden leden van de Bethlehem-
kerk waren.
Wrak
Maar het échte wonder gebeurde
verder op de 1e Daalsedijk. Waar in de
middenberm tussen twee grote bomen
een zwaar gekreukeld wrak lag, met
wat losse onderdelen. Het moet van
een personenauto geweest zijn. En
daar begon, tot mijn verbazing, een
man dat wrak uit elkaar te halen, uit te
deuken en de motor te reviseren. Elke
dag ging ik even kijken. Tot na enkele
weken er een juweel van een gespoten,
rijdende Opel Olympia stond. En zo
volgden er meer auto’s. Dit vond ik,
als Utrechts jochie, een ongelofelijke
straatact.
Allesdurver
Rinie Roekel ontmoette ik in de nu
verdwenen Wilgstraat. Ik ging mee
naar zijn huis en was nog niet bin-
nen of ik kreeg een grote driehoek
kaas met zwarte vingerafdrukken
van zijn vader toegestopt. Ik heb er
maar omheen gegeten. Rinie was een
allesdurver. Toen mijn oom, die aan
de deur de originele Engelse en Ame-
rikaans sigaretten per stuk verkocht,
vertelde, dat ik wat kon bijverdienen
met sigaretten op het parkeerterrein
Smakkelaarsveld en ik van elk pakje
een rijksdaalder kreeg, leek mij dat
wel wat. Ik moest me dan zo onbevan-
gen mogelijk tussen de auto’s van de
Jaarbeursbezoekers begeven en zacht-
jes zeggen: “Buckingham-sigaretten
kopen meneer” en vooral goed op de
controlerende motorpolitie letten.
Sigaretten
En daar ging ik, schuchter het parkeer-
terrein op. Maar ik had zoiets nooit
eerder gedaan. Zodat ik na een uur
nog steeds niets verkocht had. Daar
kwam Rinie aan. “Wat ben jij aan het
doen?” “Sigaretten”, fluisterde ik.
“Geef mij is een pakje joh! Let wel op
de motorpolitie. Schijt man! Je doet
het niet goed, zo verkoop je niks, let
op!” Binnen tien minuten had hij er al
één verkocht. Onbevreesd, duidelijk
praten en snel werken. Dat ging ik
hem na doen en we verkochten samen
twintig pakjes. Toen mijn moeder er
achter kwam, was het afgelopen. Maar
zij kocht voor die 25 gulden wel een
paar Robinson-schoenen voor mij.
Kleurpotloden
Toevallig op die dag zat mijn oom
in de cel op het Paardeveld. Voor
de dozen Zwitserse Caran d’Ache
kleurpotloden, die bij hem thuis
opgestapeld tegen de wand stonden.
Maar de volgende ochtend vroeg stond
hij, lichtelijk aangedaan, weer in de
kamer. “Ze moesten uitzoeken of ik ze
wel of niet ingevoerd had. Vreselijk,
de hele nacht in die cel, wat een ver-
schrikking.”
Judotrucjes
‘s Avonds gingen wij op het Smak-
kelaarsveld de judotrucjes vanuit
de boekjes van Dick Bos oefenen.
Schouderworp, vliegende schaar of
verwurging. Of kijken naar het vertrek
van internationale treinen, waar de
interessantste mensen in- en uitstap-
ten. En waar wij door de tussendeur
van de stationsrestauratie, zonder
perronkaartje, op de perrons konden
komen. Richting huis liepen we langs
het UMC. De Melkcentrale op het
Leidseveer waar we met het leeg-
gooien van melkbussen een halveliter-
fles melk kregen. Die we in het donker
naar huis opdronken. Proost, proost!
riepen we. Op naar een nieuwe dag.
Stephan Godijn
030 8785912
Onze vrijheid na de bevrijding
Voor ik de winkel verliet, zag ik hem staan. De versleten num-
mers, Engelse woorden en grote letters USA erop. Ongelofelijk!
Een origineel biscuitblik van 1945 vlak na de oorlog!
De Oud-Utrechter - Dé gratis krant voor de echte Utrechter
Dinsdag 24 januari 2017
pagina 10
De Daalsedijk,hoek Vlijtstraat
De Daalsedijk vandaag de dag
De kinderspeelplaats van vroeger is nu nog te zien aan de muur aan de Daalsedijk
1,2,3,4,5,6,7,8,9 11,12,13,14,15,16
Powered by FlippingBook