De Utrechter Week 16 - page 3

die mijn gitaar toch wilde inpluggen.
Die jongen vraagt zich nog steeds
af waarom ik van die rare gebaren
maakte en hij mijn gitaar niet mocht
aansluiten.
Ondertussen was ik er achter gekomen
dat alleen een mulo-iploma niet
voldoende was en besloot samen
met mijn vriend Jan Willem in de
avonduren te gaan studeren voor het
Praktijkdiploma Boekhouden bij
instituut Praehep aan het Domplein.
Hier was de heer Piet van de Kapelle
de directeur; de man die alles goed in
de gaten hield.
Controle
Ondanks de strenge controle waren er
diverse avonden dat we geen zin had-
den naar school te gaan en zochten we
ons vertier in ‘de Metro’ aan de gracht,
vlakbij school. Dit schoolgebouw
heeft inmiddels een andere bestem-
ming en het is nu niet meer mogelijk
mijn auto onbetaald op het Domplein
te parkeren. Eind jaren zestig werd ik
in de Knoopkazerne, een van de kazer-
nes, aan de Croeselaan gekeurd voor
mijn militaire dienst. Deze kazernes
zijn inmiddels allemaal verdwenen.
Maar ook de wekelijkse vee- en auto-
markt, waar ik mijn brommers kocht,
zijn er niet meer en hebben plaats
gemaakt voor onder andere Jaarbeurs-
en bankgebouwen.
Afspraken
Afspraken met meisjes van buiten de
stad werden bezocht op de brom-
mer of ze kwamen met bus of trein
aan op het oude Stationsplein met de
streekbussen WABO, NBM, Tensen en
de Twee Provinciën. Als treinliefheb-
ber kocht ik soms een perronkaartje
van 0,10 cent om naar de komende en
vertrekkende treinen te kijken. Zonder
kaartje kwam je in die tijd namelijk
niet op het perron.
Terugkijkend op mijn jeugd in de
periode van 1950-1975, heb ik in de
stad Utrecht een heel plezierige tijd
beleefd, een stad die de afgelopen 25
jaar grote veranderingen heeft onder-
gaan. Soms echter worden verande-
ringen of vernieuwingen na vele jaren
toch weer in de oorspronkelijke staat
teruggebracht.
Een voorbeeld zijn de mooie singels.
In de periode voor de bouw van Hoog
Catharijne ging ik in de grote vakantie
met mijn ouders altijd een rondvaart
door Utrecht maken. Als kind had ik
niet in de gaten dat je echt helemaal
door de grachten en singels kon
rondvaren. De opstapplaats was aan
de Catharijnesingel, voor het oude
gebouw van de Jaarbeurs. Nu, zoveel
jaren later, kan ik straks met mijn
kleinkinderen weer net als toen met
de rondvaartboot door de grachten en
singels ‘rondvaren’. Alleen de aanleg-
plaats en het Jaarbeursgebouw zijn op
andere plaatsen gekomen.
Hans van Eck
Pick-upnaald terug? Eerst dat haar eraf
(Vervolg van voorpagina)
E
en hele belevenis om op het
grote podium van dit later af-
gebrande gebouw te hebben
gestaan. In tegenstelling tot
mijn vriend kon ik geen gitaar
spelen, maar dat was voor de
organisatie geen probleem.
Als podiumvulling zou ik met een niet
op een versterker aangesloten gitaar
spelen. Tijdens het optreden kwam
er echter een hulpvaardige jongen
De Oud-Utrechter - Dé gratis krant voor de echte Utrechter
Dinsdag 18 april 2017
pagina 3
Met een kilometer of vijftien bewogen
wij ons zingend richting de Italiaanse
ijsboer op de Adriaan van Ostadel-
aan. Tot plotseling achter ons iemand
met schorre stem “Bel! Bel! Bel!”
schreeuwde. Het bleek een in een
strak latex pak gestoken Michelin-
mannetje van mijn leeftijd te zijn met
een peloton bejaarden in zijn kielzog.
Die allemaal op hun racefiets van een
paar duizend euro Lance Armstrong
imiteerden. Op zijn druggebruik na. En
het tempo waarin Lance reed.
Mijn kleinzoon en ik gingen aan de
kant van de weg staan en werden
door een kwart van het twintigkoppig
peloton beschimpt, omdat we de moed
bezaten ook gebruik van het fietspad
te maken, terwijl we wel vijf kilometer
trager fietsten dan zij. Ze droegen in
meerderheid een wielrenshirt waarvan
de opdruk bewondering voor de Rabo-
bank illustreerde. Een bewondering die
ik deel, want 0,00001 procent rente op
een spaarrekening geven en 13 procent
rente vragen voor elke cent die iemand
toevallig even rood staat, illustreert
een schaamteloos, maar oergezond
verdienmodel.
Wat ik het meest opvallend vond,
was dat de carnavalesk uitgedoste
senioren geen van allen een bel op hun
dure racefiets hadden en dat gemis
compenseerden door op noodzakelijke
momenten ‘’Bel!’’ te roepen. De kosten
van een fietsbel zullen wel niet meer
binnen hun racefietsbudget hebben ge-
past, bedacht ik. Om in een ruk door te
bedenken de claxon maar uit mijn auto
te slopen, want je sleept dat claxon-
gewicht maar mee, wat allemaal extra
benzine kost en waar heb je zo’n ding
eigenlijk voor nodig? Als je in het bezit
van een dragende stem bent en dus
keihard “Toet! Toet!” kan roepen als op
de A2 een Fiat Panda op een irritante
manier je pad kruist?
Nadat mijn kleinzoon en ik weer
op stoom waren gekomen, kwamen
we terecht tussen een tiental jonge
plezierfietsers, die luidruchtig mop-
perden op bejaarden met Jan Jansen
fietsen. Ik begreep dat het idee ontstaan
was voor mannen boven de zestig met
een racefiets een genadeloos streng
fietsexamen te introduceren. Daar
ben ik ook verklaard voorstander van,
want ik heb toch geen racefiets. Op de
Adriaan van Ostadelaan, ter hoogte van
Bar Beton, passeerden we het peloton
racefietsers dat deze keer de rijweg
blokkeerde. “Bel! Bel! Bel!”, riepen
mijn kleinzoon en ik, want we hebben
wel fietsen met een werkende bel, maar
je wilt andersdenkenden toch in hun
eigen taal aanspreken. De oudjes keken
ons met verachtende blik aan vanwege
ons gebrek aan mededogen; een van de
senioren had namelijk een dubbelge-
klapt voorwiel opgelopen door een
aanvaring met een voetganger. Zo’n
klotevoetganger, die te onbeschoft was
geweest een kudde bejaarde wielren-
ners ruim baan te verlenen. Terwijl
mijn kleinzoon en ik de laatste vier bol-
len aardbeienijs bij de Italiaan eerlijk
deelden, druppelden de snelheidsdui-
vels stinkend naar opgedroogd zweet
de ijsboer binnen. “Het aardbeienijs is
helemaal op”, informeerde mijn klein-
zoon ze. Ze keken opnieuw boos!
Sportieve mannen op leeftijd
Op een zondagmiddag fietste ik in het milde lentezonnetje met
mijn kleinzoon van 5 vanaf De Bilt richting de Berenkuil. Ik fiets
graag samen met mijn kleinzoon, want hij rijdt op zijn kinderfiets-
je net zo snel als ik op mijn grote mensen-Gazelle. Als ik tenmin-
ste alles op alles zet.
De dubbele spoorwegovergang aan de Bokstraat
Noodwoning in een trein aan het Houtensepad
HWtje
HWtje
DOP,dop en de erwten
1,2 4,5,6,7,8,9,10,11,12,13,...20
Powered by FlippingBook