De Utrechter Week 20 - page 11

Nu was het de kunst dat oog verticaal
in de precieze en juiste stand te ma-
noeuvreren om een duidelijk en goed
geluid te vernemen. Zat je ernaast, dan
hoorde je een geluid dat door merg en
been ging; dat noemden ze De Mexi-
caanse Hond. We hebben niet veel
plezier gehad van dat toestel, want in
1941 kwam er een verordening van
Duitse kant dat iedere Nederlander
zijn radio moest inleveren voor het
geval er illegaal geluisterd werd
naar Radio-Oranje, dat zond vanuit
Engeland. Ook mijn vader moest eraan
geloven en daar ging dat prachtige
toestel. Ik heb het idee dat er nu nog
wel een oude Duitser ergens rond
Keulen naar ons toestel zit te luisteren.
Ik hoop dat hij het daar ook nog hoort
donderen. En dat de Mexicaanse Hond
hem in zijn broek heeft gebeten.
Radiodistributie
Dus in de oorlogsjaren weinig of
geen geluid uit de ether. Na de oorlog
kregen we radio-distributie; een
luidspeaker met een kastje waarmee je
vier zenders kon ontvangen. Het was
dikwijls een gevecht onder ons wat je
voorkeur was, vooral op zondagmid-
dag; de één wilde graag drie (dat was
een Belgische zender) Belcanto horen
vooral opera en operettes, terwijl ik
graag op één naar Pim en Wiebe luis-
terde, een echt spannend jeugdverhaal.
Meestal trok ik aan het kortste eind en
trok mij dan verongelijkt terug in mijn
kamertje met Puk en Muk.
Philipswinkel
Doordeweeks luisterden wij naar de
gebruikelijke programma’s, zoals
familie Doorsnee, Paul Vlaanderen
(‘Paul. Paul. Ik hoor iets.’ ‘Stil Ina
dat zijn mijn steunzolen), Negen
Heit de klok en andere ontspannende
luisteruurtjes. De VARA werd bij ons
gemeden, dus geen Simon Carmig-
gelt en Wim Kan. Mijn vader hield
niet van die rooie rakkers. Jammer
was het wel. ‘s Zondags gingen we
veel wandelen. Naar Zeist. Bij het
Jagershuis een glaasje Ranja Toen ik
later een echte fiets bij elkaar gespaard
had, kwam ik op het idee naar mijn
tante Bep te fietsen die in Eindhoven
woonde. Waarom? Haar man, ome An-
toon, werkte bij Philips en die konden
bij de Philipswinkel korting krijgen op
alle artikelen die Philips maakte.
Pick-up
Ik was geïnteresseerd in een echte
pick-up. Ik ging op pad met mijn
Gazellefiets richting tante Bep. Een
nachtje geslapen en ‘s morgens met
oom naar de fabriek. Ik wist niet wat
ik zag; zoveel producten! Maar om
kort te gaan: ik kocht een mooie pick-
up, waarvan de deksel de speaker was.
Op de terugreis had ik hem ingepakt in
een oude deken en achter op mijn fiets
gebonden. Thuisgekomen was mijn
eerste werk een langspeelplaat kopen
om het hele geval aan mijn ouders te
demonstreren. Ik kocht een plaat van
James Last en bij het luisteren begon-
nen mijn ouders spontaan te dansen.
Wat een plezier!
Een paar weken later wilde mijn jong-
ste broertje het ook wel eens proberen.
Aan de stekker van de speaker zaten
drie pootjes. Hij dacht: dat hoort niet,
haalde er een pootje af en stak spon-
taan die stekker in het stopcontact. Een
enorme knal, speaker naar de maan en
mijn droom uit elkaar gespat.
Telefoon
Op een gegeven moment kregen
wij telefoon. Dat was weer iets heel
bijzonders, een eigen nummer. Ik weet
dat het nummer begon met 26, maar
de rest weet ik niet meer. Het was
in een ommezien bekend bij ons in
de straat dat wij telefoon hadden. Er
werd bij ons regelmatig door mensen
uit de buurt gebeld. Dit alles voor één
dubbeltje. Mijn vader hield daar een
speciaal potje voor bij. Na ruim een
week werd mijn vader gebeld door een
man van de telefoon. Mijn vader nam
op, de man zei: “Wij willen even con-
troleren of het geluid goed doorkomt,
kunt u even langzaam tot tien tellen.”
Mijn vader rustig tellen. “Kunt u ook
even blazen”, vroeg de man. Mijn
vader blazen. “Iets harder”, zei de
man. Mijn vader uit volle borst blazen.
Toen zei de man: “Ik kan ruiken dat u
gisteren uien hebt gegeten.”
De hoorn werd er opgegooid. De vol-
gende dag kwam mijn vader er achter
dat zijn broer Joop dat had geflikt.
Televisie
Wij hadden ook als een van de eersten
televisie. Iedere woensdagmiddag
kwamen de kinderen uit de buurt kij-
ken en zwaaiden dan bij het afscheid
naar Tante Hanny van de KRO. Wat
is de tijd in 70 jaar veranderd, van
je oude Click-fotocamera, naar een
I-Pad. Als je nu een foto maakt en je
stuurt hem naar je broer in Amerika,
dan is hij er met drie tellen. Ik heb het
vermoeden dat kinderen tegenwoordig
geboren worden met een telefoontje in
hun handje! Laatst was ik op bezoek
bij mijn huisarts. In de wachtkamer
zaten twaalf mensen allemaal te rom-
melen met zo’n toestel. Waar zijn we
mee bezig? Ik las vorige week dat de
mens gemiddeld drie uur per dag met
zijn telefoontje zit te spelen en dat
twintig jaar geleden een telefoonge-
sprek gemiddeld acht minuten duurde.
Waar zijn we mee bezig? Vorige week
liep ik in de stad de Domkerk binnen
om even wat tot rust te komen. Komt
er een voorganger zeggen dat ik het
ook op mijn telefoontje kan volgen.
Boos ben ik naar huis gelopen, heb mij
in mijn kamertje teruggetrokken en
ben verder gaan lezen in dat span-
nende boek ‘Alleen op de wereld’.
C.M. Tukker
Van Mexicaanse Hond naar i-Pad
Mijn vader kocht in 1940 een radio van het merk Erres bij radio-
zaak Van Bommel in de Meern. Het was een prachtig toestel, en
wat mijn aandacht trok waren al die plaatsen om het verlichte
scherm. Van Amsterdam tot Tokio, heel interessant om met die
knop het juiste station te vinden. Het was wel even zoeken,
maar door enorme technieken was er op de voorkant een groen
oog gemonteerd.
De Oud-Utrechter - Dé gratis krant voor de echte Utrechter
Dinsdag 16 mei 2017
pagina 11
Mexicaanse hond...
Pick-up
Meidagen van 1940
Op 13 of 14 mei 1940 zwierf ik
met mijn anderhalf jaar oudere
broer Wim door Utrecht oost
en we zagen op de Adriaan van
Ostadelaan enkele Nederland-
se soldaten die van de Greb-
beberg kwamen. Zij werden
door de bewoners voorzien van
wasteilen om zich te wassen.
Op hun helmen zaten koperen leeuwen
gesoldeerd. De soldaten waren bang
dat een kogel door die leeuw niet zou
afketsen en met de punt van de bajonet
werden die plaatjes er afgepeuterd. Ik
heb zo’n leeuw nog steeds.
Verbindingsdienst
Na de capitulatie gingen wij bij de Bilt-
se Straatweg kijken naar het binnenruk-
ken van de Duitse troepen. Nieuwsgie-
rig naar hun uniform vroegen wij, door
te wijzen, wat een insigne betekende.
De vriendelijke Duitse soldaat maakte
toen morsegeluiden, zodat wij begrepen
dat hij bij de verbindingsdienst zat. Op
de gespen van hun riemen stond een
adelaar met hakenkruis met de tekst:
‘Gott mit Uns’. Wat mij buiten gehoor-
afstand van de soldaten deed opmerken:
‘Dat moeten ze nodig zeggen!’
Doodskop
Kort daarna reed er een colonne Duitse
tanks onze straat in. De bestuurders
werden voor de nacht bij de bewoners
ingekwartierd. Zo ook bij mijn ouders.
De bestuurders droegen zwarte unifor-
men met op de muts een doodskop. Dat
vond ik fascinerend.
Dood paard
Op de eerder genoemde Biltse Straat-
weg stond en staat Fort De Bilt. In het
schootsveld stond aan een zijweg, de
Oostbroekselaan, een café. Dat was,
als alle in het schootsveld van forten
gelegen panden, van hout en het was
dan ook in brand geschoten. Daar of bij
een afgebrand huis vlakbij lag een dood
paard waarvan hals en hoofd afgesne-
den waren.
‘Speelplaats’
Wij zwierven door de wijk en speelden
ook in de loopgraven die achter het
oude stadion lagen. Daar vond ik
papieren envelopjes met de tekst
‘Gummischutzmittel’. Duitse soldaten
hadden die loopgraaf blijkbaar ook als
‘speelplaats’ ontdekt. Waarom die tekst
mij altijd is bijgebleven is een van de
raadselen van het geheugen.
B.J.(Ben) Ket
Kruisstraat 76
3581 GK Utrecht
The Beatles op televisie... in zwartwit natuurlijk!
i-Pad
1...,2,3,4,5,6,7,8,9,10 12,13,14,15,16
Powered by FlippingBook