De Utrechter Week 42 - page 3

In de loop der jaren zag je het aantal
afnemen, tot er op het laatst nog maar
vier of vijf paarden passeerden. Auto’s
hadden hun plaats ingenomen, het
toegenomen verkeer verdroeg een
loslopende kudde paarden niet meer.
Bakkers
Behalve onze winkel en bakkerij (nr.
71) was er twintig meter verderop nog
een bakkerij met winkel (nr. 61) en
nog weer vijftig meter verder ook nog
een bakkerswinkel van de Lubro (nr.
52). Concurrentie genoeg dus. Net als
de meeste bakkers hadden we ‘maar’
vier soorten brood: bruin-, wit-, en
melkbrood (waarin wat melkpoeder),
plus het goedkope regeringsbrood, dat
gebakken werd met door de regering
gesubsidieerd, grauwig meel van
Nederlandse bodem. Elke bakker be-
zorgde, na het nachtelijk broodbakken,
bij zon en regen, met een bakfiets ook
nog brood aan huis. ‘s Middags weer
de bakkerij in om koekjes en beschuit
te bakken, kortom een hondenbaan.
De opkomst van broodfabrieken en
zelfbedieningszaken zorgden ervoor
dat veel zelfbakkende (warme) bak-
kers het niet meer konden bolwerken.
Stank
De geur van paardenmest was eigen-
lijk wel sympathiek, zeker vergeleken
bij de stank van de Benenkluif. Wel-
iswaar stond die beenderlijmfabriek
zo’n twee kilometer verderop, maar
hij was bij ons héél goed te ruiken.
De stank van de wagonladingen been-
deren met vleesresten die dagenlang
bij die fabriek stonden te dampen,
was ongelooflijk goor. Het principe
was eenvoudig: hoe mooier het weer,
hoe ondraaglijker de stank en de hele
omgeving werd dan bovendien ook
nog geteisterd door bromvliegen en
maden. Het heeft de gemeente veel
moeite en geld gekost de ‘Kluif’ daar
weg te krijgen.
Polna
Toen de groenteman naast ons zijn
zaakje opdoekte, werd de winkel-
ruimte gehuurd door Chubaszcek,
een Pool die daar een metaaldraaierij
wilde beginnen onder de naam Polna.
Op een avond kwam hij kennismaken.
Ademloos hebben we meer dan een
uur zitten luisteren naar de verhalen
over zijn parachutistenverleden en
zijn oorlogservaringen bij de slag om
Arnhem. De Polen hebben daar een
geweldig moedige strijd geleverd en
zware verliezen geleden. Zij kregen na
de nederlaag uiteindelijk ook nog de
zwartepiet toegespeeld door de Engel-
sen. De veel te late rehabilitatie heeft
Chubaszcek helaas niet meer meege-
maakt. In de voormalige winkelruimte
naast ons kwam een zware draaibank
te staan, Chubazseck werkte zestien
uur per dag. Al gauw kwamen er een
tweede draaibank en een extra man-
netje. Bij ons in huis hoorde je regel-
matig het schrapende geluid van zijn
machines. In de steeg ernaast lag het
vol scherpe staalrestjes, die voor heel
wat lekke banden zorgden. Na enige
jaren liet Chubaszcek op de Bemuurde
Weerd nr.4, naast de Gruyter, een
prachtig groot bedrijfspand bouwen,
met daarboven een ruime woning met
riant uitzicht op de Weerdsingel.
Naast ons aan de andere kant zat de
Kattenbakcentrale. Die buurman ging
dagelijks met zijn paard en wagen de
hele stad door om bij zijn klanten de
kattenbak te legen en die te voorzien
van schoon zand. Kattenbakvulling
moest nog worden uitgevonden. De
meeste huisvrouwen waren de hele
dag thuis, maar mochten zij afwezig
zijn dan had hij, net als iedere bezor-
ger, een loper op zak
en kon hij toch naar
binnen. Zo’n loper,
een soort sleutel,
kocht je voor f 1.95
bij de ijzerwinkel en
paste op de meeste
voordeuren, simpel.
Het was ook de tijd
dat bij veel voordeu-
ren een touwtje uit
de brievenbus hing,
zodat je zelfs zonder
loper naar binnen
kon.
Verandering
Rond de Bemuurde
Weerd waren in mijn
jeugd een aantal
grote en middel-
grote bedrijven,
zoals meelfabriek
de Korenschoof,
houthandel Jongeneel, trappenfabriek
Dix en een houtzagerij. Die bedrijven
zijn geleidelijk aan verdwenen en de
grond kwam vrij voor woningbouw,
ook zijn veel winkels omgebouwd tot
woning. De armoedige onverklaarbaar
bewoonde piepkleine huisjes in de
stegen zijn samengevoegd en gereno-
veerd, zeer gewild en inmiddels on-
betaalbaar. De ooit zo karakteristieke
bedrijvigheid is uit deze buurt verdwe-
nen. De Bemuurde Weerd is nu vooral
een aantrekkelijke woonbuurt, zo vlak
bij de Weerdsluis die nu hoofdzakelijk
nog gebruikt wordt voor de plezier-
vaart. Het zijn de veranderingen die
deze buurt al sinds 1330 ondergaat,
sinds dit deel met een ommuring bij de
stad werd getrokken.
Wout Heinen
Juliana kwam langs in Bemuurde Weerd
(Vervolg van voorpagina)
‘s Middags, om een uur of vier hetzelfde, maar dan in omge-
keerde richting. Ik stond dan met andere kinderen op de stoep te
kijken naar die machtige en indrukwekkende groep paarden.
De Oud-Utrechter - Dé gratis krant voor de echte Utrechter
Dinsdag 17 oktober 2017
pagina 3
De esdoorn is een andere boom, die
vooralsnog niet met uitroeiing bedreigd
wordt. Ter verontschuldiging kan ik
zeggen dat ik geestelijk doodmoe was,
doordat ik alle 339 pagina’s van mijn
biografie die over een weekje uitkomt
in een ruk had moeten doorlezen, want
die moest naar de drukker. Ook de
eindredacteur van dit prachtblad - laat
ik hem gemakshalve Peter noemen -
had over de fout heen gelezen, net als
mijn schoonzoon die van bomen houdt
en om inzage vooraf gevraagd had.
Het is dus weliswaar mijn fout, maar
minstens twee anderen gaan ook niet
vrijuit.
U begrijpt uit het bovenstaande dat ik
bezig ben mijn eigen straatje schoon
te vegen door smoesjes te zoeken
waardoor u denkt; foutje van Henk,
maar hij was moe en hij was de enige
niet die zijn verstand even op nul had
staan. Schoonvegen doe je - als je het
letterlijk beoefent - met een bezem en
dat is eigenlijk een grote kwast. Er zijn
schilders die de bezem hanteren bij het
maken van hun kunstwerken. Karel Ap-
pel heb ik zelf met een zachte bezem
in de weer gezien toen hij een enorm
doek maakte dat als decor in een opera
gebruikt is. Als er nou één schoon
vegen kon was Karel het wel, mag ik
u verklappen. Hij heeft zoveel vegen
op zoveel doeken gezet, dat hij soms
vergat wat er allemaal uit zijn handen
gekomen was. Toen meestervervalser
Geert Jan Jansen dan ook een valse
Karel Appel via een Engels veilinghuis
te koop aanbood en de veilingmees-
ter een foto van dit werk aan Appel
stuurde, liet Karel weten dat hij het
gemaakt had. Geert Jan Jansen woonde
tot voor kort in Kasteel Beverweerd in
Werkhoven. Het kan zijn dat hij er nog
steeds woont trouwens. In verband met
het maken van een hoesfoto voor mijn
biografie ontbrak me vandaag de tijd
om even naar Werkhoven te rijden om
te checken of Geert Jan daar nog steeds
woont en schildert. Ik bewonder deze
vervalser. Als je in staat bent zo goed
een stijl te imiteren dat de nagemaakte
zelf niet eens zien kan dat het een
vervalsing betreft, heb je wel wat in je
valse mars.
Ooit ontmoette ik Geert Jan bij de
presentatie van zijn biografie Magenta,
avonturen van een meestervervalser.
Voor de grap zei ik tegen hem: “Teken
op het lege eerste boekblad even een
Picasso voor me.” Tien seconden later
bezat ik een niet van echt te onder-
scheiden Picasso. Ik kocht toen nog
maar drie boeken, waardoor ik nu
ook tekeningen van Monet, Kees van
Dongen en Klimt heb. Alle drie met
een neppe handtekening van de geïmi-
teerde schilders. Ineens besef ik dat in
mijn vier exemplaren van de biografie
van Geert Jan zijn eigen handtekening
ontbreekt en die wil er ook in. Morgen
rijd ik op goed geluk naar Kasteel
Beverweerd in Werkhoven.
Aal de fout uit dit stuk
Laat ik beginnen met een welgemeende verontschuldiging. In de
vorige krant schreef ik over de kaalslag die Utrecht de komende
tien jaar gaat treffen, doordat vrijwel alle 20.000 iepen, ook wel
olmen genoemd, als gevolg van een onbehandelbare ziekte onver-
biddelijk dood zullen gaan. De gemeente heeft hiervoor een TASK
FORCE in het leven geroepen die ik -stom, dom, stupide - niet de
commissie Iep, maar de commissie Esdoorn noemde.
Wintertafereel Bemuurde Weerd rond 1960,graanschepen in de
Vecht bij meelfabriek de Korenschoof.
HWtje
Vermeer nep en echt
1,2 4,5,6,7,8,9,10,11,12
Powered by FlippingBook