De Utrechter Week 44 - page 9

Je kon moeilijk aan een jongen vertel-
len dat je verliefd op hem was. Thuis
kon ik niets over die gevoelens kwijt.
Ik kende geen homo’s in mijn omge-
ving en er was in die tijd (rond 1965)
zelden iets over homoseksualiteit (ho-
mofilie) op tv. Maar ik herkende veel
in boeken (Jaap Harten, Gerard Reve,
Anna Blaman, James Baldwin).
Eerste fuif
Toen ik in de vijfde klas hbs van het
Niels Stensen College in Utrecht
zat, beleefde ik mijn eerste fuif. In
december 1966 bij een meisje thuis
op een boerderij in Jutphaas. Er
werden spelletjes gedaan, van raadsels
oplossen tot improvisaties. Met mijn
klasgenoot Reindert werd ik op zeker
moment de gang opgestuurd. Ik kreeg
een blinddoek om en werd de feestzaal
ingeleid.
“Je staat voor het kasteel van Doorn-
roosje”, zei een stem (Adje, een van
de leukste jongens in mijn klas). “Ze
slaapt al honderd jaar, betoverd door
een boze fee, en je moet haar wakker
kussen. Het kasteel is overwoekerd
door struiken. Probeer daar doorheen
te komen en red de prinses.” Dat deed
ik dus, natuurlijk, alles over voor het
goede doel. Ik vocht me door een
haag van handen, armen, lichamen.
Ik vond mijn geliefde en kuste haar
vol op de mond. Toen mijn blind-
doek verwijderd was, keek ik in het
stralende gezicht van Eugène, aan wie
ik dagelijks vele dromerige lesminu-
ten wijdde. Verbouwereerd ging ik
terzijde op een tafel zitten en keek
toe hoe Reindert klunzig aan dezelfde
opdracht voldeed. “Je zoende lekker”,
zei Eugène later die avond. Hij moest
eens weten.
Kwaad
Enkele maanden later vertelde ik het
een vriend op school. Het was op
het voetbalveld, tijdens gym. Hij in
het doel, ik er vlakbij, stonden we te
kletsen, de bal was ver weg. Hij vond
het maar raar, toen ik het hem zei: ik
denk dat ik homo ben. Ik vertelde hem
er ook nog bij welke jongens ik leuk
vond, jongens die druk bezig waren
met het voetbalspel. Daarna heb ik het
meer vrienden verteld. Erg schokkend
was dat allemaal niet. Ik zocht in die
tijd ook aanleidingen om het mijn ou-
ders te zeggen, maar dat lukte niet. Als
lid van de redactie van het jongeren-
blaadje Vraagteken zorgde ik ervoor
dat we een groot artikel plaatsten over
een sociëteit voor jonge homo’s, die
men van plan was op te richten. Toen
ik trots met het blad thuis kwam en
het mijn vader liet lezen, werd die
ontzettend kwaad. Waar of ik mee
bezig was, waarom we over zulke
dingen schreven? Wat had ik daar mee
te maken.
Verbijsterde stilte
Het lukte me in die tijd niet iets te
doen met mijn homogevoelens, al
brandden de verliefdheden van me af.
Op een werkweek van school kwam
een wat nichterige man over homo-
seksualiteit praten. Natuurlijk kwamen
de meeste vragen van mij. Die avond,
in die zaal met veertig schoolgenoten
en enkele leraren, vertelde ik homo te
zijn. Een wat verbijsterde stilte. Toen
kwamen mijn klasgenoten dicht bij me
zitten, een mooie jongen - waar ik bij
tijden sprakeloos verliefd op was - aan
mijn voeten.
Student
In 1968 was ik eerstejaars student, ik
woonde nog bij mijn ouders. Het COC
liet in die tijd geen minderjarigen toe.
Artikel 248-bis in de Nederlandse
strafwet verbood (sinds 1911) homo-
seksueel contact tussen minder- en
meerderjarigen. Het artikel was een
bron van chantage en veroorzaakte
angst en leed. In 1967 ontstonden in
enkele steden gespreksgroepen voor
homojongeren. Als eerstejaars student
ging ik naar zo’n groep in Utrecht. Er
was ook net een sociëteit Pann voor
jonge homo’s opgericht, maar uit ver-
legenheid kwam ik daar zelden.
Reactie
Mijn moeder wilde weten wat ik bij
die groep te zoeken had. “Oh we
praten over van alles”, zei ik. “Over
wat dan?”, ging ze door. “Over
homoseksualiteit”, zei ik. “Zijn dat
dan homo’s?”, vroeg ze. “Ja, net als
ik”, zei ik.
Mijn moeder werd rood van schrik en
drift. “Je bent gek, dat kan helemaal
niet, doe niet zo raar.”
Bij het eten ‘s avonds dacht ik: ze zal
het wel aan mijn vader verteld hebben.
Maar er gebeurde helemaal niets.
Vergeefs wachtte ik op zijn reactie.
Het werd tien uur, de rest van het
gezin was naar bed verdwenen. Met
ons drieën zaten we tv te kijken. Hier
Parijs, hier Jan Brusse, een uitzending
over het nachtleven in de lichtstad.
“Je zoon moet je wat vertellen”, zei
mijn moeder. En ik vertelde het hem.
Stilte. Op de tv begon een vrouw aan
een striptease. “Vind je dat dan niet
mooi?”, vroeg mijn vader. “Ja hoor”,
zei ik, “maar ik vind jongens toch
leuker.”
De volgende morgen informeerde
moeder hoe ik geslapen had. Ik had
goed geslapen, maar zij hadden geen
oog dicht gedaan. Ik moest het niet
aan iedereen vertellen, wie weet ver-
anderde het nog (dat hoopten ze). En
hoe moest het als je ziek of oud was,
wie kon er dan voor je zorgen.
Protest
Op 21 januari 1969 - een miezerige
dag - reden uit het hele land bussen
vol jonge homo’s naar het Binnen-
hof. Met spandoeken en ballonnen
protesteerden we tegen 248-bis. De
Federatie van Studenten Werkgroepen
Homoseksualiteit gaf een persconfe-
rentie. De wet was een aantasting van
de intieme levenssfeer en discrimi-
neerde. Het tv-programma ‘Achter het
nieuws’ had die avond een reportage.
De Gezondheidsraad bestudeerde de
‘verleidingstheorie’. In 1971 werd
het artikel vervolgens uit de wet
geschrapt. Ik werd lid van het COC
zodra ik 21 jaar was en hielp mee met
het geven van voorlichting aan allerlei
groepen. We stonden met een kraam-
pje op de markt en deelden folders en
ballonnen uit. Het was leuk werk om
te doen en bracht je in aanraking met
alle geledingen van de maatschappij.
Er is veel ten goede veranderd in de
laatste vijftig jaar, maar er zijn helaas
ook nog vooroordelen en problemen.
Gerard Kool
Homo in de Utrechtse jaren zestig
Mijn homoverlangens en verliefdheden vond ik altijd vanzelfspre-
kend, al vanaf de kleuterschool vond ik jongens leuker dan meis-
jes. Ik weet ook uit allerlei klassen in het lager en middelbaar
onderwijs naar wie ik keek. Dat ‘anders zijn’ vond ik niet zo’n
probleem, het hoorde bij me, maar wat moest ik er mee doen?
De Oud-Utrechter - Dé gratis krant voor de echte Utrechter
Dinsdag 31 oktober 2017
pagina 9
Protest jonge homo’s op het Binnenhof in 1969
Jonge homo’s demonstreren op het Binnenhof voor gelijke rechten,1969
1,2,3,4,5,6,7,8 10,11,12,13,14,15,16
Powered by FlippingBook