De Utrechter Week 46 - page 12

Het pijpenrekje dat ik mij nog goed
voor de geest kan halen, was dat bij
mijn tante en oom, die toen woonden
in de Utrechtse Laan van Nieuw Gui-
nee. Dit was wel wat dichterbij voor
mij dan Wapenveld. Zeker ook voor
mij en mijn ouders die toen woonden
in de Nieuwlichtstraat. Het was overi-
gens een heerlijke wandeling die ging
via het Ondiep, Amsterdamse Straat-
weg, Leidseveer, via
de spoortunnel en
Damstraat om dan
te komen in de Laan
van Nieuw Guinee.
Het was een flinke
wandeling, maar je
zag tenminste wat
van de wereld. Ten-
minste, dat dacht je.
Ome Kees
Genoemde tante
was de zuster van
mijn moeder en
getrouwd met ome
Kees die kwam uit
Oude Tonge op het
Zuidhollandse eiland
Goeree-Overflakkee.
Hij was een aardige
man en ik mocht
overal aankomen,
behalve aan de radio. Spelen met zes
olifantjes die daarop stonden mocht
weer wél van hem. Ik heb hem vreemd
genoeg nooit pijp zien roken. Ver-
moedelijk mocht hij dat van tante ook
niet in de huiskamer? Toch hing het
pijpenrekje in de huiskamer. Dat wel.
Overigens: de tekst was overduidelijk
en luidde dacht ik ‘Een tevreden roker
is geen onruststoker’.
Spreukentegeltje
Even terzijde: al met al trof ik het met
mijn ooms. Van allen leerde ik telkens
wat. Waar mijn vader in tekort schoot.
Maar daarover later, denk ik. Verder
was het in die tijd ook de gewoonte
een spreukentegeltje in de gang op
te hangen. Ik vraag mij nu af of deze
goed bedoelde spreuken toen invloed
hadden op de mensen die ze destijds
lazen.
Leuke spelletjes
Een andere oom (Gijs v.d.Pol) was ge-
trouwd met een zus van mijn moeder
en daar gingen wij ook vaak op visite,
al was dat wel weer een heel andere
wandeling vanaf de Nieuwlichtstraat
via de Lauwerecht, Koekoekstraat
en Witte Vrouwensingel. Deze oom
woonde toen in de Klaverstraat te
Utrecht en kende leuke spelletjes. Eén
daarvan was dat, als hij zijn broer
naar de voorkamer stuurde, die broer
tot ieders verbazing op een of andere
manier precies kon vertellen, waarover
wij gesproken hadden in de achterka-
mer. Voor hem was dat blijkbaar een
fijne afleiding. Maar wij begrepen er
totaal niets van. Nu, zo’n 70 jaar later,
haal ik dat grapje zelf ook wel eens uit
met mijn kleindochter van 7 en mijn
kleinzoon van 9 jaar. De geschiedenis
herhaalt zich dus! En weer met succes.
Daarbij wonderlijk genoeg is ook het
pijpenrekje van mijn oom uit Laan
van Nieuw Guinee na jaren terug ge-
vonden op de zolder van mijn nichtje,
die het vervolgens voorzien heeft van
zes Goudse pijpen die zeker niet meer
gebruikt zullen worden, maar het zo
“aardig doen aan de wand!” De tekst
is nog steeds hetzelfde gebleven. Dat
wel. Het hangt echter nog altijd niet
(en terecht) in de huiskamer. Maar
zoals de dichter Brederode al eens zei:
‘Het kan verkeren’.
Pijpenrekjes in de huiskamer en keuken
In De Oud-Utrechter van dinsdag 31 oktober 2017 beschrijft
Henk Koedijk het pijpenrekje van zijn opa dat in de keuken hing
van zijn oma in Achterveld. Dit pijpenrekje hing dus in de keuken
en niet in de huiskamer. Had dat toen al een reden? Mocht opa
niet pijproken van oma in de huiskamer? Het zal altijd wel een
geheim blijven.
De Oud-Utrechter - Dé gratis krant voor de echte Utrechter
Dinsdag 14 november 2017
pagina 12
Pijpenkopjes met spreuk
Mooie tijden maakten we mee. Ik zou
er een boek over kunnen schrijven.
Tijdens drukke tijden werd een beroep
gedaan op een uitzendbureau. Ik vond
het leuk, weer wat andere mensen op
de afdeling. Op een dag kwam er een
jongeman aan het bureau naast me zit-
ten. Ik kende hem van gezicht, omdat
hij al een tijdje op een andere afde-
ling had gewerkt. Hij had van mijn
manager, die nogal een hoge pet van
hem op had, opdracht gekregen een
nieuw project op te zetten. Na kennis
gemaakt te hebben, vroeg hij mij wat
mijn werkzaamheden op de afdeling
waren. Ik vertelde het hem, waarna
hij aan het werk ging. Het was een
gezellige gast. Hij zong zachtjes, nou
ja ‘zong’, regelmatig met de muziek
van de radio mee.
Op zeker moment werd een nummer
van Guus Meeuwis gedraaid. “Tja, ik
heb nog samen met Guus gestudeerd”,
vertelde hij. “Dat is leuk, wat voor een
studie heb je dan gedaan?”, vroeg ik.
Hij noemde een studierichting wat mij
niet veel zei, waarop hij enthousiast
uitleg gaf. “Ben je afgestudeerd?”,
vroeg ik. “Ja zeker, cum laude.” Effe
niets en toen: “Maar nu zit ik hier. Ik
slaag er maar niet in een baan te vin-
den die aansluit op mijn studie, echt
balen!” “Dat zal best”, zei ik. “Het is
momenteel lastig een geschikte baan
te vinden. Maar ik heb ook gestudeerd
en ik zit ook hier.”
Pindakaas
Waarop hij me vol interesse aankeek.
“Oh, waar heeft u dan gestudeerd?”
“In Delft”, antwoordde ik. “Welke
richting?” “Olie en vetten, bij de
Calvé pindakaasfabriek!” “Oké”, zei
hij. En weer keek hij me aan. Toen pas
viel het kwartje en begon hij te lachen.
We hebben daarna nog enkele weken
gezellig samengewerkt. Hopelijk heeft
hij nu zijn droombaan gevonden.
Waar gewerkt wordt, vallen spaanders.
We zijn tenslotte maar mensen. Maar
fouten maken doordat je niet capabel
bent, is iets op zich. Zoals die keer
op het secretariaat. Het waren drukke
tijden op deze afdeling, dus er moest
versterking komen. Na enkele sollici-
tatiegesprekken was de keuze gevallen
op een jong parmantig dametje, dat
behoorlijk zelfverzekerd overkwam.
Schone schijn
Ze had een vlotte babbel, zag er leuk
uit en was goed gekleed. De nieuwe
collega had een korte secretaresse-op-
leiding gevolgd, vertelde ze. Volgens
de P&O-medewerker was zij een
geschikte kandidaat om het secreta-
riaat te versterken. Helaas, schone
schijn bedriegt. Tijdens haar eerste
werkdag werd duidelijk, dat de nieuwe
collega een behoorlijk hoge dunk
van zichzelf had. Dit, ondanks haar
geringe werkervaring. Maar, vertelde
ze, ze had een cursus gevolgd, dus
vol zelfvertrouwen ging zij deze uit-
daging aan. Na het installeren van de
werkplek en enige uitleg van een van
haar naaste collega’s ging ze ijverig
aan de slag. Er moest post verstuurd
worden, die in een enveloppe gestopt
moest worden. “Uhhh, mag ik iets
vragen, hoe vouw je de brieven ook
alweer op de juiste manier?”, vroeg ze
de collega naast haar. Verbaasd werd
dit haar uitgelegd. “Dat ze dat niet
weet”, gonsde het over de afdeling.
Haar kundigheid werd al meteen wat
in twijfel getrokken.
Verscheurd
Na enige dagen kreeg ze opdracht
van haar manager een brief uit te
typen. Ter goedkeuring liet ze de brief
door haar opdrachtgever controleren.
“Oke, deze kan weg”, zei de manager.
Terug op haar afdeling verscheurde
‘de secretaresse’ haar brief. “Wat
doe je nu?”, vroegen haar collega’s
verbaasd. “Nou ja, Willem zei toch
zeker dat hij weg kon!” De andere
secretaresses kwamen niet meer bij en
lagen zowat onder hun bureau van het
lachen. ‘Op de post’ bedoelde Willem
natuurlijk met ‘weg’!
Na twee weken werken kwam ze
erachter, dat het verstandiger zou, zijn
nog een iets ‘uitgebreidere’ opleiding
te volgen. Dit om in de toekomst toch
nog op een baantje als secretaresse te
kunnen solliciteren. Al doende leert
men!
Clasien
Calboo-
Heide
Kantoor
Ouder worden heeft zowel zijn voor- als nadeeltjes. Een van de
voordelen vind ik te mogen genieten van m’n vrijheid. Geen wek-
ker meer op kwart voor zeven om naar kantoor te gaan. Ook al
ben ik toch vaak om deze tijd wakker. Ik kan nu lekker op mijn
gemak, nog in mijn vuiltje, voor het douchen, de krant lezen. De
druk is van de ketel. Nooit had ik een hekel aan mijn werk, ik
deed het zelfs met veel plezier. Wat ik vooral mis is het contact
met de verschillende mensen.
Pijpenrekje met Goudse pijpen
Tegeltjeswijsheid
1...,2,3,4,5,6,7,8,9,10,11 13,14,15,16
Powered by FlippingBook