De Utrechter Week 52 - page 13

Glazenwasser
In 1942 werd in Oog in Al het Mi-
litair Hospitaal gehuisvest, ook wel
genoemd Militair Hospitaal Dr. A.
Mathijsen. Het stond aan de Joseph
Haydnlaan 2. Ik ben er glazenwas-
ser geweest. Rond de jaren 50, ik zat
nog op school, moest je tijdens de
schoolvakantie van zo’n zes weken, je
toch zien te vermaken. Ergens naartoe
gaan tijdens je vakantie was niet aan
de orde, heel simpel, daar was gewoon
geen geld voor. Het gros van de
inwoners (zo vlak na de Tweede We-
reldoorlog) was zo arm als de neten
(of als u dat chiquer vindt, zo arm als
de mieren). Natuurlijk kon je op een
ochtendje of middagje naar een oom
of tante gaan, maar dat was natuurlijk
geen vakantie.
Via, via, hoorde ik in die tijd, dat ze
voor een Militair Hospitaal in Oog
in Al een glazenwasser zochten. Nu
was ik in die tijd zo mager als een lat
en dat kwam goed uit, want de ramen
(dubbele ramen met een tussenruimte
van zo’n 25 centimeter) moesten ook
aan de binnenkant op gezette tijden
gezeemd worden. Ik kon er precies
tussen.
Omdat de vraag voor de glazenwasser
precies in mijn schoolvakantie viel,
ging ik mij dus aanmelden en werd
aangenomen.
Die dubbele ramen zaten allemaal
op de ziekenzalen. Eerlijkheidshalve
moest ik wel mijn eigen weg tussen
die dubbele ramen zoeken, en ik durf
echt niet te beweren dat de eerste
zalen door mij spic en span werden
opgeleverd, maar al doende leert men.
Toch was ik steeds weer blij als ik
zo’n zaal met dubbele ramen klaar
had, want het was behoorlijk benauwd
werken zo tussen de ramen.
Voor het schoonhouden van het zie-
kenhuis had de directie een schoon-
maakbedrijf ingehuurd, en ik kon
dus gebruik maken van de pauzes die
daar golden. Voor mijn gevoel waren
die pauzes zo om en moest ik dus
weer het laddertje op. Maar al met al,
vlogen de weken dat ik daar mocht
werken voorbij, en je verdiende uitein-
delijk ook nog een paar centjes.
Het hospitaal heeft tot 1991 als zo-
danig gefunctioneerd waarna het van
1991-1998 het Asielzoekerscentrum
locatie Utrecht werd. Daarna kwam
er het Landelijk Dienstencentrum
SOW Kerken en vanaf 2000 is het in
een deel van het gebouw weer een
asielzoekerscentrum.
Theo de Ruiter
Nieuwjaar 1954
“Ik moet jullie wat vertellen”, zei mijn
vader op plechtige toon. “We gaan
wel/niet verhuizen!” Wij schrokken.
Wat nu? Wij dachten dat we onze
vriendjes en vriendinnen moesten
achterlaten. Maar vader zei snel:
“Vanaf 1 januari wonen wij in Utrecht.
Nee, je hoeft je kamer niet uit en je
koffer niet te pakken, want wij worden
geannexeerd.”
Dat is een duur woord voor overgeno-
men. Burgemeester Hamers had door
het Tweede Kamerbesluit verloren
van de grote stad. In het nieuwe jaar
zou Hoograven en het Kanaalgebied
Utrecht worden. Dus een onderdeel
van de stad. Eind december boden
de industrie-ondernemers en de
middenstand het gemeentebestuur
een afscheidsreceptie aan, die werd
gehouden in de Beatrixschool. Toen
mijn ouders van de receptie thuiskwa-
men, vertelden zij dat burgemeester
Hamers geëmotioneerd was, omdat hij
zijn Hoograven moest overdragen en
achterlaten!
Was er met Oudjaarsavond gewoonlijk
veel vuurwerk, dan was het dit keer
veel minder. Wij gingen met veel
Hoogravenezen naar de Burgemeester
Smitsstraat. Daar zou om 0.00 uur de
wisseling plaats hebben. De Jutphase
brandweer verliet om precies 0.00
uur de garage om met sirene, getoeter
rechtsaf de Hoogravenseweg naar de
Julianabrug op te rijden. De brand-
weer van Utrecht nam evenzo vanaf
de brug de plaats in in de garage.
Ondertussen zagen wij de overdracht
van de politie in het politiekantoor.
Nooit zouden we meer opgepakt wor-
den door de Jutphase politie en daar
strafregels schrijven.
Vanaf nu zouden de nog onopgeloste
problemen van de Jutphase gemeente-
raad door de Utrechtse gemeenteraad
worden behandeld. Zoals de vragen:
Moeten de zandbakken achter de eta-
gewoningen van de W.A. Vultostraat
worden gerenoveerd? Moet er wel of
niet een volkstuintje komen achter
de etagewoningen van de Roelof
Droststraat? Hoe moet het verder met
Julika? Wel of geen nieuwe school?
Hoe te bouwen buiten het schootsveld
van Lunetten?
Was Jutphaas nu helemaal weg uit
Hoograven? Nee, want elke gemeente
heeft geld nodig en zo bleef voorlopig
het gemeentelijk hulpbelastingkantoor
op de Verlengd Hoogravenseweg
open!
Toen wij in 1954 weer naar school
gingen was er niets veranderd. Maar
dat kunnen we nu niet meer zeggen.
Hoograven is tot de rijksweg volge-
bouwd. Alleen nog de burgemeester
en wethouders die een straatnaam-
bordje naar zich genoemd hebben
gekregen doen nog herinneren aan
Hoograven als dorp.
N. van Maurik
Gestellaan 9
3431 GM Nieuwegein
Harrie Schrik en handbal
Wat een geweldig stukje hebben Gert
van Es en Piet Rison geschreven over
Harrie Schrik! Wie kent hem in het
handbalwereldje niet! Ik heb het met
plezier gelezen en er kwamen zoveel
bekende beelden naar boven uit mijn
eigen handbalverleden. Zelf begon ik
met handballen op mijn tiende jaar
toen mijn vader ons meenam naar de
Bernardhal, omdat daar in de jaren
50 competitiewedstrijden werden
gespeeld. En vanaf dat moment zijn
mijn zus, die twee jaar ouder is, en
ikzelf begonnen met handballen. Daar
hebben we nooit spijt van gehad!
We zijn inderdaad ook begonnen bij
Atletha onder de bezielende leiding
van Gien Vermanen (ook vernoemd
in het verslag als beste keepster van
Nederland) en Gerard van Riet, die
ons naar de uitwedstrijden begeleidde
in een Volkswagenbusje. Later pure
Sport Vereent-man met schoonzoon
Hans Cloo. Daarna ben ik naar DSO
gegaan en mijn zus naar UD. Daar is
ze tot haar 60e blijven spelen bij de
recreanten; nu is ze 70, maar ze heeft
nog steeds contact met de meiden die
toen redelijk hoog speelden.
Zelf ben ik in 1982 naar Houten
gegaan, waar ik erbij was toen de
vereniging HVH werd opgericht. Daar
heb ik ook heel lang gespeeld. Het is
zo leuk zo’n rubriek te lezen, maar het
gebeurt zo weinig dat er over handbal-
len uit die tijd geschreven wordt. De
beroemde kersttoernooien, altijd op
Tweede Kerstdag: je leefde er naartoe,
al was het meestal ijs- en ijskoud in de
Bernardhal. Maar daar zat je niet mee.
Je kon er hooguit koffie, chocolade-
melk of een of ander broodje krijgen
met iets warms erop, maar wat maakte
het uit. Het ging om de sfeer en het
ballen! Met inderdaad de buitenlandse
ploegen op het hoofdveld (veld 5
geloof ik). Daar stond een tribune
die aan het eind van de dag vol zat,
omdat daar de finale gespeeld werd.
Wat een tijd. Al die bekende namen
die in het verhaal voorbij komen: de
grote Arnold den Hartog die tot op
hoge leeftijd altijd geïnteresseerd is
gebleven. Over alles wat met handbal
te maken had en er ook uren over
kon vertellen! Ik zou ook uren door
kunnen vertellen over het handballen.
Over het elftal op het veld dat opge-
heven is bijvoorbeeld. Daarna gingen
we de zaal in en speelden we met zes
speelsters en de keeper waar we in het
voorjaar mee naar buiten gingen, want
het buiten spelen bleef bestaan.
Ik ga stoppen, maar ik wilde toch
even een reactie geven. Het handbal-
len loopt als een rode draad door ons
leven; ook mijn zoon zit nog steeds op
handballen bij Reehorst in Eden, dus
het blijft leven. En ik hoop dat er de
komende tijd nog wat vaker over dit
bijzondere spelletje geschreven wordt.
Natuurlijk leefde het nu weer met de
WK waar we ook weer 100% van
genoten hebben. Dank je wel, want het
was weer even pure nostalgie!
Mieke Schouten
een groot handbalfan
De Oud-Utrechter - Dé gratis krant voor de echte Utrechter
Woensdag 27 december 2017
pagina 13
Vijf liter chocomel
In De Oud-Utrechter van 28 november stond een mooi verhaal op de voorpagina over een selectiespeler van Elinkwijk in
de seizoenen 1956-1958, Herre Jansen. Herre (80) fietst al jaren enige duizenden kilometers per jaar puur op chocomel.
Zelfs de beklimming van de Mont Ventoux deed hij onlangs op chocomel en water.
Het verhaal was voor lezer Koos Suurhoff uit Breukelen, oud-werknemer van Nutricia Zoetermeer, aanleiding contact
te zoeken met de pr-afdeling van zijn oude werkgever. Op verzoek van Koos schonk Nutricia, lees Campina, Herre voor
de mooie tochten in 2018 vijf liter echte Chocomel! Herre gaat in juni 2018 een aantal “bergjes buitencategorie” in Italië
beklimmen! Met de chocomel, goed tot augustus 2018, in zijn bidons moet dat gaan lukken!
Gert van Es en Piet Rison
Luistervink
Waar komt het woord ‘luistervink’ vandaan? Dat dit woord de suggestie wekt
dat iets ‘heimelijk’ moet worden afgeluisterd, klopt helemaal. In de Tweede
Wereldoorlog was in 1944 Nederland onder de grote rivieren net bevrijd,
maar voor het deel boven de grote rivieren brak de hongerwinter nog aan en
was het een heel moeilijke tijd. In het zuiden was Nederland nog ‘verdoofd’
door de bezetting van het Duitse leger, maar kon heel voorzichtig de opbouw
weer beginnen. Dat betekende voor Philips in Eindhoven dat ook de produc-
tie van radiotoestellen weer kon worden opgestart. Maar hoe opstarten als
er geen radio-onderdelen meer waren. Ook moesten tijdens de Tweede We-
reldoorlog alle radio-ontvangers in Nederland bij de Duitse bezetter worden
ingeleverd, om het luisteren naar Radio Oranje onmogelijk te maken. Dus de
vraag naar nieuwe ontvangtoestellen was groot. Met de nog spaarzaam aan-
wezige materialen in Eindhoven ontwikkelde Philips weer een heel simpele
radio om aan deze vraag te kunnen voldoen. Van Triplex, losse onderdelen,
een enkele radiolamp twee kleine transformatoren en wat spoeltjes werd een
radiootje in elkaar geflanst waarmee twee Nederlandse zenders konden wor-
den ontvangen. Je moest dan wel dicht bij de radio gaan zitten, want alleen
met een goede antenne en aardleiding kon een zacht geluid worden gehoord.
Vandaar dat dit apparaat de naam LUISTERVINK type-nummer 37A heeft
gekregen. Een legende deze eerste oorlogsradio!
Jos Mulder
Meerkoet 130
3481 TJ Harmelen
In verband met de privacywetgeving wijst De Oud-Utrechter de lezers erop dat zij met het insturen van een oproepje akkoord gaan met het vermelden van hun adresgegevens in de krant en daarmee tevens in het krantenarchief op het internet.
TANTE POST
1...,3,4,5,6,7,8,9,10,11,12 14,15,16
Powered by FlippingBook