De Utrechter Week 52 - page 3

Eindelijk kwam er in mei 1945 een
einde aan de oorlog. Vanaf 3 sep-
tember 1944 waren alle activiteiten
op voetbalgebied noodgedwongen
gestaakt in Utrecht. Maar nu kon de
opbouw weer beginnen. Vanwege
de zeer slechte lichamelijke toestand
werd geadviseerd het even rustig aan
te doen. Schoenen en ballen waren
mondjesmaat verkrijgbaar. De ballen
hadden toen nog een binnenbal, die
opgepompt moest worden.
Naar Indië
In het najaar van 1945 werd de vader-
landse voetbalcompetitie hervat. In dat
jaar had HMS een eigen ingang aan de
Marnixlaan en niet aan de Thorbeckel-
aan. Ook het clubblad ‘De Schakel’
verscheen weer. De abonnementsprijs
bedroeg twee gulden per jaar.
Na het zoet van de bevrijding kwam
er al snel het zuur. De uittocht van
een aantal spelers naar Indië. Daar
moest van regeringswege het een en
ander worden geregeld en daar waren
militairen voor nodig. A. Sulzle en Jo
Vogelenzang waren de eerste HMS’
ers die de keerkring per schip pas-
seerden. Ook keeper Kees Pot moest
de wapenrok om het lichaam hijsen.
Wie volgden nog meer? Jo Beemer,
Frits Dirkse, Harry Heierman, Cees
van Maarschalkerweerd, Bert Macco,
Anton Rijnbergen, Jo Vermeij en Bep
van Zenderen.
Stuivertje
Mijn eerste gang naar het voetbalveld
was vlak na de oorlog. Ik zal een jaar
of twaalf geweest zijn. Op die leeftijd
had je nog geen zakgeld. Hooguit
kreeg je van opoe of opa een stuivertje
voor je spaarpot. Als katholiek jochie
werd je lid van HMS aan de Marnix-
laan. Het probleem was: hoe kom ik
zonder toegangskaartje op het veld als
het eerste speelde? Gewoon stiekem
meelopen als de penningmeester in
zijn hokje met een klant bezig was…
Herinneringen aan de Thorbeckelaan
zijn legio. Vooral de wedstrijden tegen
Holland waren het gesprek van de dag.
Bij deze ‘burenruzies’ omzoomden
zo’n twee- tot drieduizend toeschou-
wers, drie rijen dik, het veld.
Bisschoppelijk schrijven
In 1947 kreeg HMS, net als de andere
rooms-katholieke clubs, een bisschop-
pelijk schrijven. Dat maakte duidelijk
dat voortaan op zondag pas na twaalf
uur met het voetbal mocht worden
begonnen. Dat gold voor HMS, Zwa-
luwen Vooruit, PVC, KOS en VVY uit
de regio Utrecht.
Begin jaren vijftig was HMS al een
grote vereniging met 13 elftallen: 5
junioren-, 2 adspiranten- en 6 senio-
renteams. Teveel voor één veld waar
ook op getraind moest worden.
Jeugdkampen
De jongste spelers van HMS gingen
op jeugdkamp naar Vught. Ze gingen
op de fiets, want auto’s waren er toen
niet, in 1952. Ze sliepen in legertenten
en wasten zich in de buitenlucht. De
wc was een plank, eveneens buiten.
Gespeeld werd er tegen onder andere
TEC en Theole. We waren met 25
jongens en twee leiders en deden ook
aan atletiek.
Kampioen
Een eerste naoorlogs hoogtepunt
vormde na 21 jaar weer eens een kam-
pioenschap voor HMS, in 1952. Dat
leverde echter geen promotie op. Het
jaar daarop was dat wel het geval voor
Holland dat kampioen werd. HMS
volgde een jaar later ook, vanwege de
invoering van het betaald voetbal.
J. van Zwol
Toen een voetbal nog een binnenbal had
Een tijdje geleden stond in De Oud-Utrechter een mooi verhaal
over voetbalvereniging HMS voor de oorlog. Maar over het HMS
van na de oorlog tot begin jaren vijftig valt natuurlijk ook wel
iets te vertellen.
De Oud-Utrechter - Dé gratis krant voor de echte Utrechter
Woensdag 27 december 2017
pagina 3
Van Stadsie tot stad
Op jeugdkamp.Onder de jonkies latere eerste elftalspelers als Jo Meekers,Bennie van Essen en
Piet Delsing en verder nog o.a.Rudy de Keizer en Jan van Zwol
Het kampioensteam van HMS in 1952
HWtje
HWtje
Er bestaat - las ik in publicaties uit
het begin van het studiejaar - nog wel
een tekort aan studentenkamers. Maar
gelukkig ook niet lang meer, want dat
tekort zal binnen een jaar of vijf om-
getoverd zijn tot een royaal overschot.
Waarna ook studentenkamers, net als
onze woningen, allemaal beschaafd
geprijsd zullen zijn. Dat is beloofd door
het stadsbestuur, dat naast het aanleg-
gen van regenboog oversteekplaatsen
en transgender toiletten ook de bouw
van studentenkamers hoog in het vaan-
del heeft staan.
In de jaren vijftig van de vorige eeuw
was er nog wel een tekort aan wonin-
gen. Dat tekort was zo schrijnend dat
de woningnood bestempeld werd als
volksvijand nummer 1. Om dat pro-
bleem Utrecht uit te helpen, werden er
vanaf de jaren 50 voortvarend nieuwe
woonwijken - denk aan Hoograven,
Kanaleneiland en Overvecht - de grond
uitgestampt. Om de bewoners van al
die nieuw gebouwde woningen de
kans te geven gezamenlijk te winke-
len zonder nat te worden, werd Hoog
Chagarijne neergezet.
Door al dat bouwen is de stad in een
razend tempo enorm gegroeid en
radicaal van aard veranderd. Dat is be-
schreven in een boek dat ‘Van Stadsie
tot Stad’ heet. Het is met heldere pen
en evidente stadsliefde geschreven door
de journalisten Ad van Liempt en Ton
van den Berg. Het kloppend hart van
het boek bestaat uit foto’s die allemaal
uit een bijzondere collectie van het
Utrechts Stadsarchief komen. De meer
dan 100 foto’s in het boek zijn een lust
voor het oog en met smaak uitgezocht.
Op een foto na, maar daar sta ik dan
ook op.
Het eerste exemplaar van dit mees-
terlijke boek werd op een feestelijke
bijeenkomst gepresenteerd en op die
bijeenkomst werd onbedoeld geïl-
lustreerd dat ook de titel van het boek
zorgvuldig gekozen is. Omdat het de
inhoudelijke lading precies dekt. Menig
spreker - waaronder de wethouder van
stadsontwikkeling - brak giechelig
zijn tong over het woord Stadsie. Dat
woord is namelijk afkomstig uit een
tijd toen er in Utrecht nog overwe-
gend met een Utrechtse tongval werd
gesproken en de mensen die de tongval
niet beheersten hem/haar/het moei-
teloos verstaan konden. Die tijd is
geschiedenis geworden en geschiedenis
is voorbij. Dit heeft als gevolg dat het
sociale cement van Utrecht niet langer
het eigene van een unieke tongval is.
We spreken tegenwoordig letterlijk en
figuurlijk in Utrecht niet allemaal de-
zelfde taal meer. Er schijnen in Utrecht
al meer dan 125 talen gesproken te
worden die ik niet versta, las ik pas. De
taal die we ooit allemaal wel spraken
of op zijn minst moeiteloos verstonden,
kom je uitsluitend nog tegen in geestig
bedoelde reclames of in een enkele
soapserie op RTV Utrecht. En je kunt
op feestelijke toespraken je best doen
je tong te breken over de uitspraak van
het woord Stadsie.
Zoals u weet bestaat er in Utrecht geen woningnood meer. Sinds
het voor iedereen moeiteloos mogelijk is binnen een paar weken
tegen een redelijke prijs een woning te kopen of te huren. Mocht
de woningnood onverhoopt en diep verborgen nog wel in een of
andere vorm bestaan, dan is het in ieder geval niet langer iets
om je erg druk over te maken. In vergelijk met de Zwarte Piet-
problematiek en de visie van ons stadsbestuur op vegetarische
bitterballen.
1,2 4,5,6,7,8,9,10,11,12,13,...16
Powered by FlippingBook